Vragen van het lid Geurts (CDA) aan de staatssecretaris voor Economische Zaken over gebruik CO2 voor faunabeheer (ingezonden 11 december 2013).

Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken), mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (ontvangen 28 januari 2014).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Ganzenjacht helpt niet; populatie blijft groeien»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u het eens met hetgeen in het richtsnoer van de Raad voor Dieraangelegenheden van december 2012 naar voren is gebracht, dat doding van ganzen door vergassing met CO2 vooralsnog de meest aanvaardbare methode voor populatiereductie van grote aantallen standganzen in watergebieden is?

Vraag 3

Het gebruik van CO2 voor ganzenbeheer was een belangrijk onderdeel van het onlangs geklapte ganzenakkoord. Bent u het ermee eens dat het gebruik van C02 voor faunabeheer een hele belangrijke methode voor het beheer van de ganzenpopulatie is?

Vraag 4

Bent u zich bewust dat het gebruik van CO2 voor het doden van ganzen buiten Schiphol momenteel niet is toegestaan en dat het verbod van het gebruik van CO2 voor het doden van ganzen een van de redenen was voor het klappen van het Ganzenakkoord?

Antwoord 2, 3 en 4

De Raad voor Dierenaangelegenheden noemt in het Richtsnoer Ganzendoden het gebruik van CO2-gas, als het gaat om populatiereductie of om de veiligheid van het vliegverkeer, de meest aanvaardbare methode. Deze opvatting deel ik. Over het gebruik van CO2 verwijs ik u naar mijn brief van 8 mei 2013, TK 2012–2013, 28 286 nr. 627, bij het aanbieden van het Richtsnoer Ganzendoden van de Raad voor Dierenaangelegenheden aan uw Kamer.

Vraag 5

Bent u zich bewust dat waarschijnlijk pas in het voorjaar van 2015 de EU definitieve goedkeuring zal kunnen geven over de toelating van de stof CO2 voor het bestrijden van ganzen?

Antwoord 5

Ja. Er loopt thans een procedure om te komen tot een biocide toelating voor CO2 voor toepassingen om vogels te doden ter bescherming van het luchtvaartverkeer. Nederland is Rapporteur Member State (RMS) voor de stof CO2. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) is voor Nederland de beoordelende instantie.

De Biocidenverordening regelt dat voor de beoordeling en besluitvorming over een dergelijk dossier andere lidstaten meekijken. Daarin zijn vaste tijdsprocedures vastgelegd, die niet door het Ctgb beïnvloed kunnen worden. Het Ctgb heeft het beoordelingsrapport voor de stof CO2 op 30 augustus 2013 naar de Europese Commissie en de lidstaten gestuurd. Aan de hand van ontvangen commentaar is de beoordeling aangepast en wordt het op EU niveau besproken in de Working Groups (WG) eind maart 2014. Als andere lidstaten tijdens de Working Groups instemmen met de beoordeling zoals opgesteld door het Ctgb, kan deze behandeld worden in het Biocidal Product Committee in juni 2014.

Het Europese Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA) heeft vervolgens, gerekend vanaf 30 augustus 2013, 270 dagen om een eindadvies uit te brengen aan de Europese Commissie. Daarna vindt stemming door de lidstaten plaats over definitieve goedkeuring van de stof, het opstellen van het besluit, vertaling en publicatie door de Europese Commissie, en definitieve goedkeuring door Europese Raad en het Parlement. De laatste fase kan een halfjaar in beslag nemen.

Zodra de stof officieel is goedgekeurd kan door het Ctgb een toelating voor een middel op basis van CO2 in Nederland worden afgegeven (ook voor andere doeleinden dan de luchtvaartveiligheid), mits de aanvrager tijdig een toelating bij het Ctgb heeft aangevraagd en betaald.

Vraag 6

Bent u het ermee eens dat de hele grote toestroom van ganzen, en vooral het toenemend aantal ganzen dat ook ’s zomers in Nederland verblijft, grote financiële schade veroorzaakt en een spoedeisend probleem is?

Antwoord 6

De aantallen ganzen die in ons land gedurende het gehele jaar verblijven, kunnen schade veroorzaken aan landbouwgewassen. Naast het nemen van (preventieve) maatregelen om schade te voorkomen dan wel te beperken, kunnen grondgebruikers bij het Faunafonds een beroep doen op tegemoetkomingen in de aangerichte schade. Zie verder antwoord op vraag 7.

Vraag 7

Bij de beantwoording van de mondelinge vragen op 3 december jl. over het klappen van het Ganzenakkoord heeft u gezegd dat u zich stevig inzet voor het toelaten van het gebruik van CO2; bent u dan ook bereid om, gezien de grote spoedeisende en toenemende overlast van ganzen voor natuur, akkers en velden, om in de rui periode van de ganzen (mei en juni) een aanvraag voor een tijdelijke vrijstelling voor het gebruik van CO2 voor het doden van ganzen, ook buiten Schiphol, te ondersteunen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Nee, dit ondersteun ik niet. Voorwaarden voor het afgeven van vrijstellingen zijn neergelegd in artikel 55 van Europese Verordening Biociden (EU) nr. 528/2012. Vrijstellingen kunnen alleen worden verleend voor een beperkt en gecontroleerd gebruik, voor ten hoogste 180 dagen, vanwege een niet op andere wijze te bestrijden gevaar voor de volksgezondheid, de gezondheid van dieren of het milieu. Het bestrijden van ganzen vanwege overlast voor akkers, velden en natuur valt niet onder deze definitie en komt derhalve niet in aanmerking voor een vrijstelling.

Vraag 8

Bent u in contact met de Europese Commissie over de toelating van CO2 bij de bestrijding van vraatschade door ganzen, inclusief een tijdelijke ontheffing voor het gebruik van CO2 zolang de toelatingsprocedure loopt? Zo ja, wat is de laatste stand van zaken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Ik heb u bij vraag 5 antwoord gegeven over de stand van zaken met betrekking tot de toelating van de stof CO2. De regering kan niet treden in de verantwoordelijkheden van het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen en biociden, de Europese Commissie of het Europese Agentschap voor Chemische Stoffen.


X Noot
1

de Boerderij Vandaag, 28 november 2013

Naar boven