Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Thieme (PvdD), Gesthuizen (SP), Krol (50PLUS), Maij (PvdA), Agnes Mulder (CDA) en Van Ojik (GroenLinks) aan de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het bericht dat kinderarbeid voorkomt bij de productie van schoenen door grote ketens (ingezonden 30 oktober 2012).

Antwoord van minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede namens de minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 6 december 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Kinderarbeid bij productie schoenen van grote ketens»1 en de rapporten over dit onderwerp van de stichting SOMO en de campagne «Stop Kinderarbeid – School, de beste werkplaats»?2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u van mening dat de ketenverantwoordelijkheid van bedrijven zich uitstrekt tot de hele productieketen, waaronder productie van onderdelen en materialen zoals leer?

Antwoord 2

De Nederlandse overheid ziet de OESO-richtlijnen als het normatieve kader voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. De OESO-richtlijnen geven aan dat bedrijven zich binnen hun eigen activiteiten moeten onthouden van het veroorzaken van of bijdragen aan schendingen van de richtlijnen. Daarnaast moeten bedrijven nastreven om schendingen te voorkomen of te mitigeren als zij hier zelf geen bijdrage aan hebben geleverd, maar de schending direct verbonden is aan hun bedrijfsactiviteiten via de productieketen. Bedrijven dienen, waar mogelijk, hun leveranciers en onderaannemers aan te moedigen om gedragsregels toe te passen die verenigbaar zijn met de OESO-richtlijnen. Ook wordt van bedrijven verwacht dat ze due dilligence uitvoeren. Dat wil zeggen dat bedrijven mogelijke MVO-risico’s in kaart brengen en beleid voeren om deze risico’s te voorkomen of te verminderen. Hierbij moet rekening worden gehouden met aspecten als de omvang van het bedrijf, de aard en context van de bedrijfsactiviteiten en de ernst van de risico’s op schendingen. Bij het zoeken naar een ketenverantwoordelijkheidsstrategie kan de «supply chain logic» van prof. Ruggie, speciaal vertegenwoordiger voor mensenrechten en bedrijfsleven bij de VN, een goed hulpmiddel zijn.

Het rapport «Waar de schoen wringt» van SOMO en de campagne Stop Kinderarbeid geeft aan dat kinderarbeid in de schoenenketen op grote schaal lastig te monitoren is. De meeste kinderarbeid vindt plaats in de informele looisector waar moeilijk zicht op te krijgen is. Dit maakt dat het voor schoenenbedrijven lastig kan zijn om grip te krijgen op wat er zich dieper in de productieketen afspeelt. Echter, dit ontslaat bedrijven niet van eerder genoemde verplichting om al het mogelijke te doen wat redelijkerwijs van hen kan worden verwacht om kinderarbeid in de productieketen te voorkomen.

Vraag 3

Bent u bereid om de schoenenbedrijven waar kinderarbeid in de productieketen is gevonden, en de bedrijven die geen heldere aanpak van kinderarbeid in hun productieketen hebben, daarop aan te spreken?

Antwoord 3

Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft naar aanleiding van uw vragen zowel contact gehad met de campagne Stop Kinderarbeid als met de Nederlandse bedrijven waarover in het rapport wordt geconcludeerd dat zij onvoldoende mee hebben gewerkt met het onderzoek. De methodiek die de campagne Stop Kinderarbeid hanteert voor hoor en wederhoor is bij de bedrijven niet als zodanig herkend. De bedrijven Van Lier, Van Bommel, Cruyff Sports en Euroshoe hebben aangegeven graag in gesprek te treden met de campagne Stop Kinderarbeid. Allen geven aan beleid te hebben om kinderarbeid in de keten te voorkomen. Overigens merken de bedrijven hierbij op dat het zeer lastig is om zicht te krijgen op zaken die zich dieper in de keten afspelen. Sommige bedrijven gaven aan dat de hen gestuurde vragenlijst zeer uitgebreid was en ook bedrijfsvertrouwelijke informatie verlangde. Om de dialoog tussen de Campagne Stop Kinderarbeid en de betrokken bedrijven te faciliteren, zal het ministerie de partijen uitnodigen voor een gesprek.

De campagne Stop Kinderarbeid verdenkt in het bijzonder de merken Bata, Clarks, Marks & Spencer en Bugatti van het gebruik van kinderarbeid in hun productieketen. Dit zijn alle buitenlandse merken zonder vertegenwoordiging in Nederland. De Raad Nederlandse Detailhandel (RND) geeft aan dat deze merken niet of nauwelijks door de aangesloten schoenenbedrijven worden verkocht. Bij de RND-leden die schoenen verkopen is geen kinderarbeid door de campagne Stop Kinderarbeid gevonden.

Twee grote RND-leden uit de schoenenbranche hebben samen met de RND aan het Business Social Compliance Initiative (BSCI) gevraagd om het onderwerp kinderarbeid in de schoenenketen op te pakken. BSCI is een platform van bedrijven dat als doel heeft wereldwijd de werkomstandigheden in de toeleveringsketen te verbeteren. BSCI heeft aan het ministerie bevestigd hiermee aan de slag te gaan. Hierbij zullen in ieder geval activiteiten in India opgestart worden. BSCI zal andere schoenenbedrijven vragen deel te nemen aan het initiatief dat zij gaat ontplooien.

Vraag 4

Zijn er schoenenbedrijven – waaronder de in de rapporten genoemde – die op enige wijze overheidssteun ontvangen dan wel meegaan met handelsmissies? Zo ja, bent u van plan de bedrijven die geen adequate aanpak van kinderarbeid en andere schendingen van arbeidsrechten in de keten hebben, aan te spreken op hun maatschappelijke verantwoordelijk dan wel, als zij hun gedrag niet veranderen, uit te sluiten van overheidssteun?

Antwoord 4

Nee, er zijn geen schoenenbedrijven die momenteel overheidssteun ontvangen of in het verleden mee zijn geweest met handelsmissies.

Vraag 5

Bent u bereid om de aankoop van werk/bedrijfsschoenen door (semi)overheidsorganisaties – waaronder politie en brandweer – en door de overheid gefinancierde organisaties – waaronder ziekenhuizen – te toetsen aan het beleid voor duurzaam inkopen, mede op het gebied van sociale criteria?

Antwoord 5

Binnen het beleid voor duurzaam inkopen zijn voor de inkoop van werk/-bedrijfsschoenen de sociale voorwaarden van toepassing. Door toepassing van de sociale voorwaarden verlangt een opdrachtgever van zijn opdrachtnemer een redelijke inspanning om sociale misstanden in de keten, zoals kinderarbeid, aan te pakken. De inspanning betreft in essentie het analyseren van risico’s en als die aanwezig zijn het beïnvloeden van de toeleverketen en daarover rapporteren3. Het beleid voor duurzaam inkopen is primair gericht op overheden, met het oogmerk een hefboom- en voorbeeldfunctie te vervullen. Andere organisaties kunnen het instrumentarium toepassen en worden daar in algemene zin ook toe opgeroepen. Het beoordelen van het aankoopbeleid van niet-overheidsorganisaties zoals ziekenhuizen behoort tot de verantwoordelijkheid van deze organisaties zelf.

Vraag 6

Bent u bereid om de bestrijding van kinderarbeid en het naleven van arbeidsrechten in de gehele productieketen van schoenen aan de orde te stellen bij de regeringen van landen waaruit Nederland veel schoenen importeert zoals India, China, Indonesië, Vietnam, Brazilië, Dominicaanse Republiek, Thailand, Bangladesh en Turkije?

Antwoord 6

De ambassades in de genoemde landen grijpen waar mogelijk de gelegenheid aan om aandacht te vragen voor de bestrijding van kinderarbeid en het naleven van arbeidsrechten en zullen dit voortzetten.

De Turkse overheid is door Nederland ondersteund bij het bestrijden van kinderarbeid in de seizoensarbeid in de hazelnootpluk. In Brazilië is in een gesprek van de ambassade met het Ministerie van Sociale Ontwikkeling en Bestrijding van de Honger (Ministério do Desenvolvimento Social e Combate à Fome) het rapport onder de aandacht gebracht. De Nederlandse ambassade in de Dominicaanse Republiek (DR) geeft aan dat verschillende betrokkenen in de productieketen (waaronder ook Nederlandse leveranciers van grondstoffen) van mening zijn dat er in de schoenenindustrie in de DR geen sprake is van kinderarbeid omdat deze industrie gevestigd is in de streng gecontroleerde vrijhandelsparken waarvan toegang voor kinderen verboden is en streng wordt gecontroleerd.

In China komt Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen vrijwel altijd ter sprake in gesprekken tussen de Nederlandse posten en het bedrijfsleven. De posten wijzen bedrijven op de risico’s en verantwoordelijkheden (OESO-richtlijnen) en adviseren over aspecten als due diligence. De bestrijding van kinderarbeid en het naleven van arbeidsrechten staat op de agenda van de jaarlijkse EU-India mensenrechtendialoog. Ten aanzien van Vietnam geldt dat Nederland het door de International Labour Organization (ILO) opgezette Better Work programma financiert dat onder meer het naleven van arbeidsstandaarden tot doelstelling heeft en zich richt op de textielindustrie. Dit programma is uitgebreid en omvat nu ook de schoenenindustrie.

Tot slot is Nederland in EU-verband betrokken bij de bestrijding van kinderarbeid wereldwijd (antwoord4 van de Europese Commissie op de vragen E-007450/12 en E-007451/12).

Vraag 7

Bent u bereid de Nederlandse ambassades in de bovengenoemde exporterende landen op de hoogte te stellen van de informatie van Stop Kinderarbeid en SOMO en hen te vragen deze informatie onder de aandacht te brengen van overheidsorganisaties, relevante bedrijven en werkgevers- en werknemersorganisaties?

Antwoord 7

Op verschillende manieren worden de posten geïnformeerd over MVO en kinderarbeid. In september jl. zijn alle posten geïnformeerd over een aantal aspecten van MVO, waarbij o.a. de brochure van de campagne Stop Kinderarbeid, het actieplan Out of Work and into School, is toegestuurd en de brochure van OECD-Watch over de OESO-richtlijnen. In augustus zijn de ambassades in China, India, Vietnam en Brazilië op de hoogte gebracht van het onderzoek van de campagne Stop Kinderarbeid. De posten zijn op de hoogte gebracht van de rapporten via het online MVO Portal, een voor de posten, NGO’s en bedrijven toegankelijk forum dat dient ter informatievoorziening en platform voor discussie.

Vraag 8

Bent u als bewindspersonen bereid om als bewuste consument zelf schoenen en kleding te kopen van bedrijven met een adequaat beleid om kinderarbeid te bestrijden? Vindt u dat diplomaten als vertegenwoordigers van de Maatschappelijk Verantwoorde BV Nederland zo veel mogelijk verantwoorde kleding en schoeisel zouden moeten dragen? Zo ja, welke actie gaat u daartoe ondernemen?

Antwoord 8

Het dragen van verantwoorde kleding beschouw ik als een persoonlijke keuze voor zowel bewindspersonen als diplomaten. Zelf stel ik mij nu als bewindspersoon, maar ook al ver daarvoor, op als bewuste consument.

Naar boven