Vragen van het lid Heerma (CDA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over een banenmarkt is georganiseerd door de stichting Studie en Werken op Maat in
samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
voor WO en HBO afgestudeerden met een beperking (ingezonden 4 oktober 2012).
Antwoord van minister Spies (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
31 oktober 2012).
Vraag 1
Is het waar dat er op vrijdag 28 september jl een banenmarkt is georganiseerd door
de stichting Studie en Werken op Maat in samenwerking met het ministerie van BZK voor
WO en HBO afgestudeerden met een beperking?1
Antwoord 1
Ja. De stichting heeft hiervoor een aantal grote werkgevers uitgenodigd, waaronder
het ministerie van BZK. De uitnodiging was specifiek gericht op kandidaten met een
Wajong, WIA of WSW-indicatie. Enkele dagen voor de banenmarkt trokken alle private
werkgevers zich terug.
Om teleurstelling bij de kandidaten over het slechts aanwezig zijn van een werkgever
(Rijk) te voorkomen, heeft het Rijk haar aanwezigheid op de banenmarkt «opgeschaald»:
meerdere ministeries en diensten waren aanwezig. Eveneens is besloten geen kandidaten
teleur te stellen (lees: bij de deur weg te sturen). Iedereen bleef welkom, óók mensen
met handicap, zonder bedoelde indicatie.
Vraag 2
Tot welke concrete resultaten heeft deze banenmarkt geleid, hoeveel afgestudeerden
met een beperking hebben een (tijdelijke) baan en/of stageplaats aangeboden gekregen,
uitgesplitst naar ministeries?
Antwoord 2
Er waren 46 kandidaten aanwezig. Met 27 kandidaten vinden vervolggesprekken plaats
door de ministeries van BZK, EL&I, I&M en Financiën en de Algemene Rekenkamer. Ten
aanzien van de 19 kandidaten die niet direct voor een vervolggesprek zijn uitgenodigd,
wordt binnen het Rijk bekeken welke mogelijkheden er zijn. Hoeveel afgestudeerden
uiteindelijk een (tijdelijke) baan of stageplaats krijgen aangeboden en daarop ook
ingaan is nog niet bekend. Overigens worden ook gesprekken gevoerd met kandidaten
(4) die wel een handicap maar geen formele Wajong-indicatie hebben.
Vraag 3
Hoe groot is het percentage aangenomen afgestudeerden met een beperking, zonder wajong-uitkering
in vergelijking tot aangenomen afgestudeerden met een wajong-uitkering?
Antwoord 3
Er wordt niet geregistreerd of men een beperking heeft. Registratie van beperkingen
is op grond van de Wet bescherming Persoonsgegevens niet toegestaan. Een vergelijking
is daarom niet mogelijk.
Het Rijk registreert op basis van ontvangen uitkeringen. Die gegevens worden versleuteld
vastgelegd. Er is dus niet te zien wat de aard van de beperking is en evenmin op wie
de beperking betrekking heeft, slechts dat een x aantal een Wajong-, WIA- of WSW-uitkering
of vergoeding heeft.
Vraag 4
Is bij de aanname van mensen met een beperking een onderscheid gemaakt tussen mensen
met en zonder wajong-uitkering? Zo ja, wat is hiervan de reden?
Antwoord 4
Er wordt bij het Rijk als werkgever geen onderscheid tussen gemaakt tussen het aannemen
van mensen met een beperking, met of zonder Wajong-uitkering. Wel is het zo, dat uw
Kamer een motie (Heijnen, TK 2007–2008, 31 444 VII, nr. 15) heeft aangenomen, die het Rijk verplicht om 1% van het personeelsbestand te laten
bestaan uit mensen juist specifiek met een indicatie Wajong, WSW of WIA. Om deze taakstelling
te concretiseren worden op deze doelgroep gerichte activiteiten ondernomen. Ondersteuning
aan bedoelde banenmarkt maakte daar onderdeel van uit.
Vraag 5
Welke criteria hanteren de verschillende ministeries bij de aanname van mensen met
een beperking?
Antwoord 5
Er worden geen specifieke criteria gehanteerd.
Als het gaat om de invulling van bedoelde motie, wordt alleen geselecteerd op aanwezigheid
van een Wajong, WSW- of WIA-indicatie. Niet dus op de beperking die ten grondslag
ligt aan die indicatie.
Vraag 6
Deelt u de mening dat hierbij bekeken moet worden of er daadwerkelijk een achterstand
tot de arbeidsmarkt is door een beperking en dat het hierbij niet moet uitmaken of
iemand een wajong-uitkering heeft of niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om
te voorkomen dat dit onderscheid wordt gemaakt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zie mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 7
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor de begrotingsbehandeling van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid
Antwoord 7
Ja, de minister van SZW is hiertoe bereid.