Vragen van het lid Voortman (GroenLinks) aan de minister en staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport inzake omkoping van ziekenhuizen door thuiszorginstellingen (ingezonden 20 augustus 2012).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 24 oktober 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 3507

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht dat minstens vier ziekenhuizen zich hebben laten omkopen voor het doorverwijzen van patiënten?1

Antwoord 1

Ja, dat bericht is mij bekend.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het advies van een zorginstelling bij doorverwijzing altijd maatwerk voor de cliënt dient te zijn en daarbij eigen financieel gewin door zorginstellingen geen plaats heeft?

Antwoord 2

Met u ben ik van mening dat het advies van een zorginstelling maatwerk moet zijn als het om doorverwijzen gaat, maatwerk wat betreft de benodigde kwaliteit van de zorg, de gewenste locatie en/of aanbieder. Eigen financieel gewin mag geen drijfveer zijn. Daarom ben ik blij met de aanwijzing die de NZa vier ziekenhuizen heeft opgelegd omdat de betalingen die zij van thuiszorgaanbieders hebben ontvangen, strijdig zijn met de tariefbeschikkingen. De NZa onderzoekt op dit moment nog de rol van de AWBZ-instellingen in deze kwestie.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de eigen regie van de cliënt voorop dient te staan en dat dit soort omkooppraktijken die eigen regie en het vertrouwen in de zorg ernstig aantasten?

Antwoord 3

Ik ben samen met u van mening dat de eigen regie van de cliënt voorop moet staan. Het moeten betalen voor verwijzingen beperkt in zijn algemeenheid de keuzevrijheid van cliënten en werpt een drempel op voor nieuwe toetreders. Het woord «omkooppraktijken» lijkt echter een te zware term voor de praktijk die de NZa heeft aangetroffen. De NZa heeft niemand beticht van «omkopen». Het is de taak van de NZa om op te treden tegen de betreffende ziekenhuizen omdat zij tarieven in rekening hebben gebracht bij AWBZ-instellingen die niet in rekening gebracht hadden mogen worden. Op deze wijze kan worden voorkomen dat het vertrouwen in de zorg wordt aangetast.

Vraag 4

Welke sancties kunnen de desbetreffende instellingen worden opgelegd?

Antwoord 4

De NZa heeft de betreffende vier ziekenhuizen een aanwijzing opgelegd om terstond het in rekening brengen van tarieven voor doorverwijzingen te staken. De aanwijzingen met naam en toenaam van de betrokken ziekenhuizen zijn tevens op de website van de NZa en/of in landelijke of plaatselijke media openbaar gemaakt om andere partijen te informeren en te waarschuwen. Als de ziekenhuizen zich niet aan deze aanwijzing houden of als daar anderszins reden voor is, dan zal de NZa nadere handhavingsmaatregelen overwegen, zoals de last onder dwangsom of de bestuurlijke boete. Zoals hiervoor opgemerkt, onderzoekt de NZa op dit moment nog de rol van de AWBZ-instellingen in deze kwestie.

Vraag 5

Bent u van plan het voordeel, dat de ziekenhuizen door de omkoping hebben gehad, terug te halen, zodat deze middelen aan zorg kunnen worden besteed?

Antwoord 5

De afhandeling hiervan is onderwerp van een lopende juridische procedure, waarover ik geen mededelingen kan doen.

Vraag 6

Deelt u de mening dat omkoping in de zorg hard aangepakt dient te worden?

Antwoord 6

Ik vind het van het grootste belang dat onrechtmatig tarieven in rekening brengen in de zorg met verve wordt aangepakt, alle zorgaanbieders moeten de regels strikt volgen. Ik ga ervan uit dat door de interventie van de NZa de zorgaanbieders gewaarschuwd zijn en dat zij geen afzonderlijke doorverwijskosten meer in rekening zullen brengen. Tevens ga ik ervan uit dat verzekeraars daar, mede naar aanleiding van de signalen en het optreden van de NZa, beter op zullen toezien.

Vraag 7

Welke maatregelen kunt en wilt u nemen om omkoping in de zorg aan te pakken?

Antwoord 7

Ik vind, zoals gezegd, dat het onrechtmatig in rekening brengen van tarieven met verve dient te worden bestreden. Verschillende partijen hebben daarin een verantwoordelijkheid. Ik hecht zeer aan het goed functioneren van het hele controle en toezichttraject dat begint met de eigen controle van zorgaanbieders op hun ingediende declaraties. Het is van belang dat aanbieders zich ervan vergewissen dat zij alleen juiste declaraties indienen. Om te bezien of de bij hen ingediende declaraties rechtmatig en doelmatig zijn, voeren de zorgverzekeraars hun formele en materiële controles uit en doen zij fraudeonderzoek. Ten slotte is de NZa belast met het toezicht op de aanbieders en de verzekeraars. Versterking van de keten van controle, toezicht en fraudebestrijding heeft mijn aandacht.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Wolbert en Klijnsma (beiden PvdA), ingezonden 20 augustus 2012 (vraagnummer 2012Z15193)

Naar boven