Vragen van het lid Dijkhoff (VVD) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Nederland groot en snel groeiend leverancier jihadstrijders» en het rapport «Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland» (ingezonden 19 maart 2013).

Nader antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 11 juni 2013) Zie Aanhangsels Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1941 en nr. 2225

Vraag 10

Is het juridisch mogelijk te komen tot een sanctie op het zonder toestemming reizen naar een specifiek door de overheid aangewezen gebied, een soort omgekeerd visum dat verder reikt dan een negatief reisadvies? Welke rol speelt daarbij het ambtsbericht van de AIVD? Kan een dergelijk verbod preventieve werking hebben op de jongeren die op dit moment naar Syrië reizen? Welke wetswijzigingen zijn daarvoor noodzakelijk?

Antwoord 10

Momenteel is niet voorzien in een sanctie op het zonder toestemming afreizen naar een specifiek door de overheid aangewezen reisbestemming. Een dergelijke sanctie vereist specifieke nieuwe wetgeving. Conform mijn eerdere toezegging aan uw Kamer en in lijn met de recent aangenomen motie (29 754, nr. 225) zal ik nader onderzoek doen naar de juridische mogelijkheden van een stelsel van bestemmingsvisa. De verwachte preventieve werking van het stelsel en de rol van het ambtsbericht van de AIVD zal daarin aan bod komen.

Vraag 11

Welke maatregelen bent u van plan te nemen en ziet u hierbij ook nog ruimte voor maatregelen in de preventieve sfeer?

Antwoord 11

Uiteraard worden ook preventieve maatregelen getroffen in Nederland. Ik verwijs u dan ook graag naar de brief «Beleidsopvolging DTN 32» (29 754, nr. 217) waarin de maatregelen beschreven staan die ingezet worden tegen de dreiging van geradicaliseerde jihadisten.

Naar boven