Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over miljoenen subsidies voor een gigastal in Horst aan de Maas en het informeren van de Kamer daarover (ingezonden 11 juli 2012).

Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 4 oktober 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 3140

Vraag 1

Heeft u kennis kunnen nemen van het onderzoek van Wakker Dier naar de subsidies – en andere financiële gunsten – die onder andere door u verleend zijn aan het Nieuw Gemengd Bedrijf (NGB) in Horst aan de Maas?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u verklaren waarom het Rijk subsidie verleent aan zulk een omstreden bedrijf, mede tegen het licht van uw voornemen de omvang van stallen vast te stellen op een niveau dat vele malen lager ligt dan de omvang van het NGB? Deelt u de mening dat door deze gang van zaken de indruk wordt gewekt, dat bij de overheid de «linkerhand» niet weet wat de «rechterhand» doet?

Antwoord 2

De initiatiefnemers van het Nieuw Gemengd Bedrijf hebben gebruik gemaakt van subsidieregelingen van de rijksoverheid die openstaan voor iedere ondernemer die voldoet aan de voorwaarden die golden op het moment van openstelling van deze regelingen, schaalgrootte is geen criterium voor de toekenning van een subsidie. Met innovatie- en investeringsregelingen faciliteer en ondersteun ik vooroplopende ondernemers die investeren in risicovolle innovatieve maatregelen die verder gaan dan de wettelijke eisen en op deze wijze een belangrijke bijdrage leveren aan de verdere verduurzaming van de veehouderij. De verleende innovatiesubsidies hebben geen betrekking op de daadwerkelijke fysieke realisatie van het Nieuw Gemengd Bedrijf maar op planvorming en op innovatie- en pilotprojecten op een proefbedrijf en op bestaande bedrijfslocaties. De resultaten van deze projecten komen beschikbaar voor de gehele sector.

Vraag 3

Was u op de hoogte van deze subsidies? Zo ja, wat is de reden dat u de Kamer niet eerder geïnformeerd heeft over deze subsidies – bijvoorbeeld tijdens het algemeen overleg Schaalgrootte in de intensieve veehouderij op 6 juni jl.?

U suggereert in Nieuwsuur dat de Kamer op de hoogte had kunnen zijn van de subsidies aan het NGB; kunt u exact aangeven waar hier in de respectievelijke jaarverslagen over gecommuniceerd is? Kunt u dit in een overzicht weergeven per gegeven subsidie en met paginaverwijzingen betreffende het jaarverslag? Of erkent u dat de Kamer niet geïnformeerd is?

Antwoord 3

Ja. De door het rijk verleende subsidies dateren van ruim voor het moment van aannemen van de motie Grashoff en Van Veldhoven (TK 28 286, nr. 488) waarin wordt verzocht om niet mee te werken aan bestemmingsplanwijzigingen voor stallen groter dan 300 NGE en meer dan één bouwlaag. Ik heb in de uitzending aangegeven dat de Kamer in algemene zin via de begrotingscyclus in de begroting en het jaarverslag van het ministerie van EL&I geïnformeerd wordt over subsidieregelingen, onder meer bij beleidsartikel 21 Duurzaam Ondernemen. EL&I publiceert jaarlijks een overzicht van individuele bedrijven, die subsidies hebben ontvangen met (co)financiering uit Europese middelen, dat te zien is via de website van het DR-loket ( www.hetlnvloket.nl/onderwerpen/gemeenschappelijk-landbouwbeleid/dossiers/dossier/publicatie-subsidiegegevens-landbouw-en-visserij ). Van de drie innovatiesubsidies die ten behoeve van het Nieuw Gemengd Bedrijf zijn verleend, zijn er twee gepubliceerd via de website van het DR-loket (2007 en 2009). De derde aanvraag (2005) is niet gepubliceerd omdat er geen cofinanciering uit EU-middelen bij betrokken was.

Vraag 4

Hoeveel subsidie is gegeven voor communicatie en het creëren van draagvlak? Wat is de rechtvaardiging hiervan?

Antwoord 4

EL&I heeft in 2009 als onderdeel van een innovatiesubsidie € 17 000,= subsidie verleend voor communicatie over de bio-energiecentrale, een onderdeel van Nieuw Gemengd Bedrijf. Het communiceren over de resultaten van een innovatieproject is een voorwaarde van de regeling. Doel hiervan is kennisverspreiding zodat het resultaat van het innovatieproject beschikbaar komt voor de hele sector.

Vraag 5

Klopt het dat in het verleden er toezeggingen zijn gedaan door u of uw voorganger dat het bedrijf zich mocht vestigen? Zo ja door wie en onder welke voorwaarden?

Antwoord 5

Er zijn door mij en mijn voorganger geen toezeggingen gedaan over de vestiging van het Nieuw Gemengd Bedrijf. Dit is bij uitstek een zaak van het omgevingsbeleid, waarvoor de gemeente en provincie verantwoordelijk zijn.

Vraag 6 en 7

Bent u bereid nader onderzoek te doen, naar aanleiding van de bevindingen van Wakker Dier dat er waarschijnlijk veel meer voordeeltjes en subsidies verleend zijn aan het NGB, onder andere door de gemeente Horst aan de Maas en de provincie Limburg, naar het totale bedrag dat aan het NGB is toegevallen en daar vervolgens de Kamer over informeren?

Welke bijdragen hebben een of meerdere initiatiefnemers van het NGB ontvangen? Kunt u per bijdrage een omschrijving en het exacte bedrag geven?

Bent u bereid om – aanvullend aan uw oproep richting gemeenten en provincies om in afwachting van nader onderzoek vergunningverleningsprocedures stil te leggen (waaraan de gemeente Horst aan de Maas en de provincie Limburg overigens nog steeds geen gevolg hebben gegeven) – de gemeente Horst aan de Maas en de provincie Limburg op te roepen voorlopig geen geld – in welke vorm dan ook (via rechtstreekse subsidie, gunstige regelingen of het bieden van andere voordeeltjes) – ter beschikking te stellen aan het NGB, mede vanuit het oogpunt van verstoorde concurrentieverhoudingen, die met name voor het midden- en kleinbedrijf in de agrarische sector funeste gevolgen heeft? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6 en 7

Ik acht het inzetten van subsidie instrumentarium door gemeente en provincie de verantwoordelijkheid van deze overheden. Gegevens hierover worden door mijn departement niet systematisch bijgehouden.

Vraag 8

In het onderzoek van Wakker Dier wordt gesproken over het feit dat «Het NGB wordt gepresenteerd als «parallelle ontwikkeling» van een giga-agropark in China» en «dat het NGB een proefproject van de NL-agro-industrie lijkt om ervaring op te doen met megaprojecten wereldwijd», onderschrijft u deze conclusie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Nee. In 2007 werd het NGB waarin toen intensieve veehouderij, champignonteelt en glastuinbouw samenwerkten, gezien als een parallelle ontwikkeling van een agropark in China. De huidige opzet van het NGB is daarmee niet meer te vergelijken.

Vraag 9

Bent u bekend met de publicatie uit 2007 op de website van Vereniging Behoud de Parel uit Grubbenvorst waaruit blijkt dat de veronderstelling van Wakker Dier zeer aannemelijk is en dat overheidsdienaren actief trachten het NGB-concept wereldwijd te «verkopen», in ieder geval in China?2

Antwoord 9

Ik ben bekend met de publicatie.

Vraag 10

Is het juist, zoals uit de bedoelde publicatie blijkt, dat een van de medewerkers van uw ministerie samen met onder andere de burgemeester van Horst aan de Maas naar China is afgereisd om het NGB-concept te promoten? Zo ja, kunt u uitleggen hoe deze actieve opstelling te rijmen valt met uw eerdere uitspraken dat  bedrijven met een miljoen kippen of meer niet in Nederland passen?3

Antwoord 10

Dit is onjuist. De medewerker was aanwezig bij een werkbezoek van de voormalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw Verburg aan China ( http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/persberichten/2007/10/18/minister-verburg-gaat-naar-china.html ). De minister hield onder meer een inleiding bij het seminar «Innovating Metropolitan Agriculture».

Vraag 11

Waarom steunt het Rijk op voorhand een initiatief waarvan de gevolgen voor de volksgezondheid onduidelijk zijn? Moet er naar uw mening een gezondheidseffect rapportage (en een milieu effect rapportage) gemaakt worden alvorens dit bedrijf zich mag vestigen?

Antwoord 11

In opdracht van de gemeente Horst aan de Maas heeft de GGD een gezondheidskundig advies opgesteld. Hierin wordt geconcludeerd dat het Nieuw Gemengd Bedrijf voor de bevolking van de woonkernen een minimaal extra risico oplevert ten aanzien van het aspect fijn stof en geur en geen risico ten aanzien van de biologische agentia. De Commissie MER heeft een positief advies uitgebracht over de Milieu Effect Rapportage (MER) van het Nieuw Gemengd Bedrijf.

De MER, het advies van de GGD en de eerste resultaten van het fijnstofonderzoek van de provincie hebben geen aanleiding gegeven voor de gemeente om de lopende vergunningsprocedures af te breken.

Vraag 12

In hoeverre is de subsidie «weggegooid» als het NGB niet wordt gebouwd? Zijn er andere nuttige aanwendingen of is er op een paard gewed?

Antwoord 12

De verleende innovatiesubsidies hebben geen betrekking op de fysieke realisatie van het Nieuw Gemengd Bedrijf maar op planvorming en op innovatie- en pilotprojecten op een proefbedrijf en op bestaande bedrijfslocaties. De resultaten van deze projecten komen beschikbaar voor de gehele sector.

Vraag 13

Om hoeveel hectaren gaat het die het NGB nodig heeft op de betreffende locaties? Wat is de prijs per meter grond die het NGB daarvoor moet betalen of betaald heeft?

Antwoord 13

Voor de realisatie van het pluimveebedrijf en de bio-energiecentrale is gezamenlijk 8,8 ha nodig, voor het varkensbedrijf 6 ha. Prijsafspraken over de grond, die wordt aangekocht van de gemeente Horst, zijn een zaak tussen partijen.

Vraag 14, 15 en 16

Hoeveel zou het NGB moeten betalen als het gaat om grond van een industrieterrein in de directe omgeving van Grubbenvorst?

Wat is de winst die het NGB per hectare boekt nu zij geen grond van een industrieterrein betrekt? Wat is uw oordeel hierover?

Deelt u de mening dat zo een bedrijf als het er zou komen alleen maar op een industrieterrein zou mogen worden opgericht gezien de enorme schaal? Zo nee, waarom niet?

Als een dergelijk bedrijf zou worden gebouwd op een industrieterrein, onder welke categorie zou deze industriële activiteit dan vallen?

Antwoord 14, 15 en 16

Ongeacht de schaalgrootte bieden gemeenten en provincies, die verantwoordelijk zijn voor ruimtelijke ordening en bestemmingsplannen, geen ruimte voor het vestigen van veehouderijbedrijven op industrieterreinen. Omdat het NGB zich niet kan vestigen op een industrieterrein is het verschil in prijs tussen agrarische grond en andere grond niet relevant.

Vraag 17

Waarom wordt het proefbedrijf voor de biologische varkenshouderij gesloten?4

Antwoord 17

Het openen en sluiten van proefbedrijven is een verantwoordelijkheid van de onderzoeksinstituten. In 2009 heeft Wageningen Universiteit en Research Centrum (WUR) geïnventariseerd wat zij aan proefbedrijven op de langere termijn nog nodig heeft. Dat heeft ertoe geleid dat WUR besloten heeft het aantal locaties voor het dierlijke onderzoek te beperken tot twee sectorale onderzoeksboerderijen: één voor melkvee (bij Leeuwarden) en één voor varkens (Sterksel).

Vraag 18

Met hoeveel euro is de subsidie voor de biologische sector afgenomen sinds subsidie aan het NGB wordt verstrekt?

Antwoord 18

Op grond van de Beleidsnota biologische landbouwketen 2008–2011 is gewerkt aan de verdere verzelfstandiging van de biologische sector. Vanaf 2012 is, zoals in de nota was aangekondigd, het beleid voor de biologische landbouw geïntegreerd in het algemene landbouwbeleid. Daarmee zijn er geen specifieke subsidies voor de biologische landbouw meer, biologische ondernemers kunnen gebruik maken van het reguliere subsidie-instrumentarium voor de landbouw. Dit staat geheel los van de discussie over subsidies aan het Nieuw Gemengd Bedrijf.


X Noot
1

Nieuwsuur/Wakker Dier, 9 juli 2012.

X Noot
4

Nieuwsuur, 9 juli 2012.

Naar boven