Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de toegenomen drugsoverlast en straathandel in Breda door de wietpas (ingezonden 20 september 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 3 oktober 2012).

Vraag 1, 2, 3 en 6

Wat is uw reactie op het onderzoek naar de gevolgen van het invoeren van de wietpas in de gemeente Breda, waaruit onder meer blijkt dat de illegale straathandel in softdrugs is toegenomen, er meer overlast gemeld wordt, er een toename van drugsrunners wordt geconstateerd, het onveiligheidsgevoel toeneemt en de overlast zich nu heeft verspreid over de gehele stad?1

Bent u geschrokken van deze effecten?

Welke conclusies verbindt u hieraan?

Bent u bereid af te zien van de landelijke invoering van de wietpas, in ieder geval totdat de gevolgen van het invoeren van de wietpas voor de verschillende regio’s in kaart zijn gebracht en er een debat met de Kamer heeft plaatsgevonden over het softdrugsbeleid? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vragen 1, 2, 3 en 6

In aanloop naar de invoering op 1 mei 2012 is een aantal maatregelen genomen om eventuele neveneffecten tijdig te signaleren en aan te pakken. Daar waar straathandel zich voordoet pakt de politie deze aan.

Ik ben in continu en intensief overleg met de driehoeken in Limburg, Noord-Brabant en Zeeland ten einde een compleet en gedetailleerd beeld van hun ervaringen in de uitvoering van het aangescherpte coffeeshopbeleid op tekenen. Dit gebeurt onder meer in de vorm van gesprekken met de driehoeken en in de vorm van door mij opgevraagde rapportages. Hoewel mijn beeld nog niet compleet is, is mij reeds gebleken dat het aantal drugstoeristen in de gemeenten waar het aangescherpte coffeeshopbeleid wordt gehandhaafd, sterk is afgenomen. Ik volg de operationele handhaving continue en nauwgezet. Daar waar staathandel wordt geconstateerd en drugsrunners worden gesignaleerd, wordt direct door de politie opgetreden.

Zoals ik bij brief van 12 juli 2012 (Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, 24 077 nr. 289) heb toegezegd zal ik uw Kamer in oktober 2012 rapporteren over de ervaringen in de coffeeshopgemeenten in Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. Daarbij zal ik ook ingaan op de recente signalen uit gemeenten, en op de landelijke handhaving van het aangescherpte beleid.

Vraag 4 en 5

Wat gebeurt er met de extra politiecapaciteit voor de regio? Wordt die nu structureel vanwege de geconstateerde problemen? Zo nee, waarom niet?

Waar komt deze extra capaciteit binnen de politieorganisatie vandaan? Welke politietaken krijgen als gevolg hiervan minder aandacht of blijven hierdoor mogelijk liggen?

Antwoord op vragen 4 en 5

De regio Midden-West Brabant heeft tijdelijk 16 fte mankracht gekregen in de vorm van 8 fte KLPD en 8 fte Kmar bovenop de huidige sterkte. Dit betreft tijdelijke extra capaciteit. Ik heb de regio’s gevraagd mij hierover te rapporteren en ik wacht deze rapportages af. De politie doet met de beschikbare capaciteit wat nodig is.


X Noot
1

BN de Stem, 19 september 2012. «Drugsrapport: straathandel softdrugs groeit.» En: «Waar zijn klanten coffeeshops heen?»

Naar boven