Vragen van het lid Verheijen (VVD) aan de minister van Buitenlandse Zaken over Hongaarse
onderscheidingen (ingezonden 20 maart 2013).
Antwoord van minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 5 april 2013).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Hongarije verder op drift»?1
Vraag 2 en 3
Deelt u de zorgen dat, tevens na de omstreden grondwetswijziging vorige week, de situatie
in Hongarije de verkeerde kant op dreigt te gaan en hoe beoordeelt u deze situatie?
Hoe rijmt u de uitreiking van de betreffende onderscheidingen aan personen met antisemitische
en extreemrechtse ideeën met het concept van de Europese waardengemeenschap?
Antwoord 2 en 3
Ik deel uw zorgen. Over de laatste grondwetswijzigingen ging uw Kamer recentelijk
een brief toe (reactie op het verzoek van het lid Klaver inzake de aangenomen amendementen
op de Hongaarse grondwet, Kamerstuk 21 501-20 nr. 776, dd 14 maart 2013).
Intolerantie, racisme en extreemrechts gedachtengoed staan lijnrecht tegenover de
waarden van de Europese Unie. Het toekennen van hoge onderscheidingen aan drie personen
waarvan bekend is dat zij grove discriminerende uitspraken hebben gedaan geeft geen
pas. Intolerantie moet worden bestreden, niet beloond.
Mede dankzij een krachtig protest van vijftien eerder onderscheiden Hongaarse journalisten
– die dreigden hun onderscheiding in te leveren – heeft één van de betreffende personen,
de journalist Ferenc Szaniszló, zijn decoratie geretourneerd. Ook de Hongaarse minister
van Human Resources- die claimde niet op de hoogte te zijn van de discriminerende uitspraken van Szaniszló
toen hij de onderscheiding toekende – had daartoe opgeroepen. Het is vooralsnog onduidelijk
of de overige twee omstreden personen, de archeoloog Kornél Bakay en de zanger János
Petrás, hun onderscheidingen zullen inleveren. Nederland zou dat toejuichen.
Vraag 4 en 5
Bent u bereid deze zaken in breed Europees verband ter discussie te stellen en zo
ja, hoe ziet u dit voor ogen?
Hoe zal de EU handelen indien Hongarije het huidige pad blijft bewandelen?
Antwoord 4 en 5
De zorgen over de ontwikkeling van de Hongaarse rechtsstaat – waar ook zaken als discriminatie
en de positie van minderheden onder vallen – worden in Europees verband reeds breed
besproken. Zowel de Europese Commissie als de Raad van Europa hebben in het recente
verleden een goede en constructieve rol vervuld toen eerdere Hongaarse wetsvoorstellen
tot internationale zorgen leidden. Commissievoorzitter Barroso en Eurocommissarissen
Reding en Kroes spreken Hongarije geregeld rechtstreeks aan op de zorgen van de Commissie
inzake rechtsstaat en media. De Secretaris-Generaal van de Raad van Europa, Jagland,
doet dat eveneens. De meest recente ontwikkelingen in Hongarije werden besproken tijdens
de Europese Raad van 14 en 15 maart jl. (het verslag ging uw Kamer toe op 19 maart
jl.). In het Europees Parlement werd op 12 en 13 maart jl. gedebatteerd over Hongarije.
Ook binnen de Raad van Europa blijft Hongarije op de agenda staan, onder andere in
context van rapporten van de Venetiëcommissie.
De komende maanden doen de Europese Commissie en de Raad van Europa onderzoek naar
de recente amendementen op de Hongaarse grondwet. Het onderzoek van de Europese Commissie
zal naar verwachting binnen een maand worden afgerond en zal zich richten op de compatibiliteit
van de amendementen met het EU-recht. Het onderzoek van de Venetiëcommissie richt
zich op de compatibiliteit van de amendementen met de conventies van de Raad van Europa.
Hongarije heeft aangegeven medewerking te verlenen aan de onderzoeken.
In de discussies die zullen volgen op beide rapporten zullen ook de bredere ontwikkelingen
van de Hongaarse rechtsstaat aan de orde worden gesteld, ook door Nederland. Of de
uiteindelijke bevindingen van de Commissie en de Raad van Europa aanleiding zullen
geven tot nadere acties, zoals bijvoorbeeld inbreukprocedures, zal moeten blijken.
Vraag 6
Welke bilaterale acties bent u van plan te ondernemen?
Antwoord 6
De Nederlandse zorgen over de recente ontwikkelingen zijn, naast de reguliere diplomatieke
contacten in Boedapest en Den Haag, opgebracht in contacten tussen minister-president
Rutte en zijn Hongaarse collega Orbán tijdens de Europese Raad van 14-15 maart jl.,
evenals in contacten met mijn Hongaarse collega Martonyi tijdens het informeel overleg
van Europese ministers van Buitenlandse Zaken («Gymnich») op 22 maart jl.
De rechtsstatelijke ontwikkelingen in Hongarije zijn bij uitstek een kwestie die in
breed Europees verband besproken moeten worden. De Europese Commissie, de Raad van
Europa en het Europees Parlement hebben daarbij een belangrijke functie. Nederland
zal deze instanties blijven aansporen deze rol te blijven vervullen.
Op basis van het in antwoord 4 en 5 genoemde onderzoek van de Europese Commissie en
de Raad van Europa zal eventueel tot nadere actie worden besloten.
X Noot
1Dagblad de Telegraaf, 18 maart 2013, pagina 7