Vragen van het lid Van der Steur (VVD) aan de minister van Veiligheid en Justitie over drugssmokkel via de Antwerpse Haven (ingezonden 5 februari 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 26 maart 2013). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1416.

Vraag 1

Wat zijn de precieze politiecijfers met betrekking tot de invoer van cocaïne in Nederland vanuit overige lidstaten van de Europese Unie (EU)? Welk percentage komt er bij benadering doorheen en zijn dus niet in deze cijfers verwerkt?1

Antwoord op vraag

Volgens het meest recente Statistical Bulletin van The European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA) uit 20122 heeft Nederland in 2010 10.000 kg cocaïne in beslag genomen. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt naar het land van waaruit de cocaïne wordt ingevoerd. Onder verwijzing naar mijn antwoorden op vragen3 van het lid Oskam van uw Kamer acht ik het niet dienstig de totale omvang van de invoer van cocaïne in Nederland te schatten.

Vraag 2

Welk bedrag wordt door het Openbaar Ministerie (OM) jaarlijks ontnomen aan criminelen wegens wederrechtelijk verkregen voordeel uit cocaïnesmokkel?

Antwoord op vraag

Het openbaar ministerie (OM) heeft mij meegedeeld dat in 2012 een bedrag van ruim 8 miljoen Euro is ontnomen wegens wederrechtelijk verkregen voordeel uit cocaïne en heroïne gerelateerde activiteiten samen. Dit bedrag komt overeen met het ontnemingsbedrag voor dit soort activiteiten in 2010. Het totale ontnemingsbedrag dat kan worden gerelateerd aan specifiek cocaïnesmokkel wordt niet apart geregistreerd. Overigens is het strafrechtelijk afpakken van crimineel vermogen onderdeel van de geïntegreerde en rijksbrede aanpak van illegaal geld. In 2011 is rijksbreed ruim 4,5 miljard Euro aan illegaal geld afgepakt, vooral langs bestuurlijke en fiscale weg.4

Vraag 3

Welke maatregelen worden er precies getroffen nu de hoofdverdachten van deze smokkel in het merendeel van de gevallen de Nederlandse nationaliteit hebben? Zijn deze personen al in beeld bij het OM? Zo nee, hoe wordt ervoor gezorgd dat deze personen zo spoedig mogelijk worden geïdentificeerd en aangepakt?

Vraag 4

Wat wordt er bedoeld met het antwoord dat er grote prioriteit wordt toegekend aan de bestrijding van cocaïnehandel en -smokkel? Wat voor maatregelen en inzet van politie en justitie worden er aan die prioritering verbonden?

Antwoord op vragen 3 en 4

De in mijn antwoorden op eerdere vragen5 van het lid Van der Steur opgenomen constatering dat het merendeel van de hoofdverdachten van cocaïnehandel- en smokkel in Nederland een Nederlandse achtergrond heeft, ziet op resultaten van strafrechtelijke onderzoeken. Deze hoofdverdachten zijn zodoende bekend bij het OM.

De prioritaire aanpak van cocaïnehandel- en smokkel houdt ondermeer in dat Nederlanders en in Nederland actieve personen die zich met (de voorbereiding van) internationale cocaïnehandel bezighouden worden opgespoord en vervolgd. De 100%-controles op Schiphol van bepaalde vluchten vloeien ook voort uit deze prioriteitsstelling. Ik verwijs voor de verdere invulling van de prioriteitsstelling graag naar het Nationaal Dreigingsbeeld 2012 en de beleidsreactie daarop. Deze beide documenten zijn op 13 maart 2013 aan uw Kamer worden gezonden.

Vraag 5

Is het in de praktijk mogelijk om wederrechtelijk verkregen voordeel uit cocaïnehandel en -smokkel te ontnemen? Hoe vaak komt het voor dat dit niet lukt? Welke maatregelen worden er getroffen om ervoor te zorgen dat ook in deze gevallen kan worden gekomen tot het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel? Kunt u een overzicht geven van de straffen die zijn opgelegd voor deze vorm van smokkel en het aantal verdachten dat met succes veroordeeld is?

Antwoord op vraag 5

Het ontnemen van uit cocaïnehandel en -smokkel verkregen vermogen is mogelijk. In de praktijk dient hiertoe zicht te worden verkregen op uitgaven en/of vermogensbestanddelen ten behoeve van het maken van de voordeelsberekening en/of de executie van een opgelegde ontnemingsmaatregel. Dit is lastiger naarmate er meer vermogen is ondergebracht in het buitenland, zeker als het gaat om een land waarmee Nederland geen – op ontneming toegesneden – rechtshulprelatie heeft. Ik onderhoud contacten met andere landen om eventuele belemmeringen voor het ontnemen zoveel mogelijk weg te nemen. Mijn inzet in EU-verband is gericht op wederzijdse erkenning van ontnemingsbeslissingen. Verder zijn met de inwerkingtreding van de Wet verruiming mogelijkheden voordeelontneming per 1 juli 2011 de mogelijkheden om criminele winsten af te pakken uitgebreid. Zo is het mogelijk geworden na een opgelegde ontnemingsmaatregel een strafrechtelijk executie onderzoek te starten om vermogensbestanddelen op te (blijven) sporen.

Het OM heeft mij meegedeeld dat geen overzichten beschikbaar zijn van gevallen waarin ontnemen niet lukt, of van de straffen die zijn opgelegd voor deze vorm van smokkel en het aantal verdachten dat met succes is veroordeeld.

Vraag 6

Waarom bestaat er geen voornemen om de taakomschrijving van de Koninklijke Marechaussee uit te breiden naar de bestrijding van cocaïnehandel en -smokkel?

Antwoord op vraag

Ter uitvoering van diverse taken die aan de Koninklijke Marechaussee (KMar) zijn opgedragen, verricht de KMar al verschillende activiteiten op het terrein van het bestrijden van drugshandel en -smokkel. De KMar is bijvoorbeeld actief als politiedienst op Schiphol, op de luchthavens van Caribisch Nederland en geeft – op verzoek van Suriname – trainingen ter voorkoming van het doorvoeren van cocaïne. Verder wordt met gebruikmaking van de bestaande bevoegdheden vanuit het Mobiel Toezicht Veiligheid een bijdrage geleverd aan de bestrijding van cocaïnehandel en -smokkel. Waar dat nodig is, worden er aanvullende afspraken gemaakt met het Korps Nationale Politie. Daarnaast neemt de KMar deel aan de samenwerkingsovereenkomst Zeeland waarin samen met het Korps Nationale Politie, Rijkswaterstaat, de FIOD en de Douane onder andere de invoer van drugs wordt bestreden. Tenslotte kan de KMar op grond van art. 4 Politiewet 2012 bijstand verlenen aan de politie bij het bestrijden van grensoverschrijdende criminaliteit.

Voor het opsporen van cocaïnehandel en -smokkel door de KMar is zodoende geen uitbreiding van de taakomschrijving nodig.

Vraag 7

Waarom wordt slechts op ad hoc basis samengewerkt met het Verenigd Koninkrijk bij de bestrijding van drugssmokkel, zeker nu qat recent strafbaar is gesteld? Is er extra inzet vereist in de landen waarmee Nederland op ad hoc basis samenwerkt om tot een betere bestrijding van drugssmokkel te komen? Is er geen aanleiding om structureler samen te werken met andere EU-lidstaten om de smokkel van drugs tegen te gaan?

Antwoord op vraag

De samenwerking met het Verenigd Koninkrijk is zeer intensief en berust op een structurele basis, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van een kantoor in Den Haag van de Serious Organised Crime Agency.

Met de komst van het Korps Nationale Politie is een strategisch beleidsplan voor het Verenigd Koninkrijk opgesteld waarin programmatische samenwerking inzake drugssmokkel door de landelijke recherchedienst met het Verenigd Koninkrijk (en met Spanje) is opgenomen.

Verder vindt er al structurele samenwerking plaats met de EU-lidstaten via Europol, dat prioriteit heeft toegekend aan het bestrijden van cocaïnesmokkel.

Daarnaast werkt Nederland ook binnen het Maritiem Analyse en Operatie Centrum – Narcotica (MAOC-N) structureel samen met een aantal EU-lidstaten, waaronder het Verenigd Koninkrijk.

Vraag 8

Welke concrete maatregelen heeft België genomen om deze vorm van smokkel tegen te gaan? Hoe beoordeelt u die inspanningen in vergelijking met de aanpak in Rotterdam? Hoeveel kilo cocaïne wordt jaarlijks in België in beslag genomen en hoe verhoudt zich dat met de vangsten in Rotterdam?

Antwoord op vraag

Zoals ik in mijn antwoorden op eerdere vragen6 van het lid Van der Steur heb aangegeven, werkt België met Nederland structureel samen aan het onderscheppen van containers en vindt er Douanesamenwerking plaats. De bestrijding van de import van cocaïne is op 27 februari 2013 in het Belgische parlement besproken. Ik verwijs kortheidshalve naar de opsomming van maatregelen die de Belgische Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen toen heeft gegeven.7 Daaruit valt op te maken dat België de inspanningen flink heeft opgeschroefd en er nog nadere uitwerking gaat plaatsvinden..

Volgens het in mijn antwoord op vraag 1 aangehaalde Statistical Bulletin van de EMCDDA heeft België in 2010 6844 kg cocaïne in beslag genomen. In Nederland is in 2010 10.000 kg cocaïne in beslag genomen, waarvan 3795 kg in Rotterdam door de Douane.


X Noot
1

de uitzending van Omroep Brabant

X Noot
3

Kenmerk 2013Z00244, ingezonden op 10 januari 2013

X Noot
4

Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, 29 911, nr. 69.

X Noot
5

Kenmerk 2013Z00194, ingezonden op 9 januari 2013.

X Noot
6

Kenmerk 2013Z00194, ingezonden op 9 januari 2013.

Naar boven