Vragen van het lid Mei Li Vos (PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
over reclame voor kansspelen (ingezonden 31 januari 2013).
Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 25 maart
2013). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr.1379
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen over dit onderwerp?1
Vraag 2
Kan uit een deel van uw antwoord op vraag 7 van bovengenoemde vragen, namelijk dat
«het Ontwerpbesluit Werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen» nog niet
in werking is getreden, worden opgemaakt dat dat ontwerpbesluit van belang is voor
de handhaving van de Wet op de Kansspelen op punt van reclame-uitingen zoals bedoeld
in artikel 4a van die wet? Zo ja, waarom is dat van belang en betekent dat dat de
Kansspelautoriteit niet voldoende in staat is om op dit moment de wet op dit punt
te handhaven? Zo nee, wat is dan wel de relevantie van het noemen van het ontwerpbesluit?
Antwoord 2
Ja, inwerkingtreding van het Besluit is van belang omdat het de Kansspelautoriteit
(Ksa) concrete handvatten biedt om toezicht te houden op de naleving van de algemene
eisen die de wet stelt.
Vraag 3 en 5
Kent u concrete reclame-uitingen, waarin voldaan wordt aan het derde lid van artikel
4a van de Wet op de kansspelen dat bepaalt dat de statistische kans op het winnen
van een prijs wordt vermeld? Zo ja, kunt u daar enkele concrete voorbeelden van noemen?
Kent u concrete reclame-uitingen waarin voldaan wordt aan het derde lid van artikel
4a van de Wet op de kansspelen dat bepaalt dat er gewezen moet worden op de risico’s
van onmatige deelneming aan kansspelen? Zo ja, kunt u daar enkele concrete voorbeelden
van noemen?
Antwoord 3 en 5
Sinds 1 april 2012 is de Ksa verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van
de Wet op de kansspelen, waaronder de regels ten aanzien van werving en reclame. De
Ksa laat mij desgevraagd weten dat zij enkele reclame-uitingen onderzoekt.
Vraag 4 en 6
Bestaan er concrete reclame-uitingen waarin niet voldaan wordt aan het derde lid van
artikel 4a van de Wet op de kansspelen dat bepaalt dat de statistische kans op het
winnen van een prijs wordt vermeld? Zo ja, hoe komt het dat die reclame-uitingen nog
bestaan? Zo nee, hoe weet u dat?
Bestaan er concrete reclame-uitingen waarin niet voldaan wordt aan het derde lid van
artikel 4a van de Wet op de kansspelen dat bepaalt dat er gewezen moet worden op de
risico’s van onmatige deelneming aan kansspelen? Zo ja, hoe komt het dat die reclame-uitingen
nog bestaan? Zo nee, hoe weet u dat?
Antwoord 4 en 6
De Ksa laat mij desgevraagd weten dat zij enkele reclame-uitingen onderzoekt. Zoals
in antwoord op de bovengenoemde eerdere vragen aangegeven, zal de Ksa in haar gesprek
met de vergunninghouders tevens vanuit haar toezichthoudende taak nadrukkelijk wijzen
op de toepassing van artikel 4a van de Wet op de kansspelen. De wijze waarop de statistische
kans op het winnen van een prijs wordt vermeld en de wijze waarop gewezen moet worden
op de risico’s van onmatige deelneming wordt nader uitgewerkt in het Besluit werving,
reclame en verslavingspreventie en de Ministeriële regeling werving, reclame en verslavingspreventie.
Vraag 7
Heeft de Kansspelautoriteit al openbare sanctiebesluiten genomen op grond van overtreding
van artikel 4a van de Wet op de Kansspelen? Zo ja, wat is de aard en het aantal van
die besluiten? Zo nee, betekent dat dan dat de wet op dit punt niet wordt overtreden?
Antwoord 7
Nee, de Ksa laat mij weten dat geen openbare sanctiebesluiten zijn genomen en dat
op dit moment een onderzoek loopt naar een mogelijke overtreding van artikel 4a van
de Wok. Dat onderzoek kan leiden tot het nemen van een sanctiebesluit.
Vraag 8
Kunt u bovenstaande vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 8
Nee, gezien de nauwe samenhang van de vragen 3, 4, 5 en 6 bleek beantwoording in samenhang
meer opportuun.
X Noot
1antwoord op eerdere vragen 2012Z21384, 29 januari 2013