Vragen van de leden Helder en Wilders (PVV) aan de minister van Veiligheid en Justitie
over de berichten «Werkstraf in plaats van tien weken cel», «Oudjaarstuig lacht om
straf», en «Hufters overal buitensluiten» (ingezonden 3 januari 2013).
Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 11 maart 2013).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1105.
Vraag 1
Kent u de berichten «Werkstraf in plaats van tien weken cel», «Oudjaarstuig lacht
om straf», en «Hufters overal buitensluiten»?1
Vraag 2 en 3
Hoe beoordeelt u het door u zo bejubelde (super)snelrecht nu de rechters veel lagere
straffen opleggen dan door het Openbaar Ministerie worden geëist?
Deelt u de mening dat dit een schoffering is van de politieagenten die dit tuig arresteren?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
In de eerste week van januari 2013 hebben in totaal 16 verdachten zich voor de supersnelrechter
moeten verantwoorden. Van deze 16 zaken resulteerden 12 in een veroordeling en zijn
3 door de rechter aangehouden omdat er nog getuigen moesten worden gehoord. In één
zaak werd de verdachte vrijgesproken. In 8 van de 12 zaken waarin de rechter tot een
veroordeling kwam, betrof die veroordeling een (voorwaardelijke) gevangenisstraf,
variërend van enkele dagen tot 10 weken. In vijf zaken was het vonnis van de rechter
conform eis van het OM. Het OM is in beroep gegaan tegen de beslissing van de Haagse
Rechtbank in de overige drie zaken. In twee daarvan legde het Hof net als de politierechter
werkstraffen op. In één zaak heeft het Hof hoger gevonnist, en vrijwel conform de
oorspronkelijke eis vier weken gevangenisstraf opgelegd, waarvan twee weken voorwaardelijk.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het opleggen van lagere straffen ook geen enkele preventieve
werking heeft, waardoor ook de hulpverleners in de steek worden gelaten? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4
Nee, het feit dat in een aantal zaken de door de rechter opgelegde straffen lager
waren dan door het OM geëist wil niet zeggen dat er geen enkele preventieve werking
van uit gaat. Het is aan de rechter om, rekening houdend met de concrete omstandigheden
van het geval, een passende straf op te leggen. In een aantal gevallen is het OM in
hoger beroep gegaan.
Vraag 5
Deelt u de mening dat dit tuig, dat de Oudejaarsnacht voor iedereen verpest, strenger
gestraft moet worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ja. Om deze reden verhoogt het OM consequent de strafeisen in zaken die zijn begaan
tijdens evenementen, waaronder de jaarwisseling, met 75% en in het geval van geweld
tegen medewerkers met een publieke taak met 200%.
Vraag 6 en 7
Deelt u de mening dat de enige juiste straf een straf is die er voor zorgt dat het
tuig het de volgende keer wel uit het hoofd laat om een misdrijf te plegen? Zo nee,
waarom niet?
Deelt u de mening dat het in dat kader, naast een hoge celstraf, een goede straf zou
zijn als het tuig de bermen en parken dient schoon te maken, gekleed in een roze overall,
omdat dit er wel voor zorgt dat het geen tweede keer meer gebeurt dat ze over de schreef
gaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6 en 7
Ik vind dat forse straffen op hun plaats zijn voor geweld tegen hulpverleners en misdragingen
gepleegd tijdens de jaarwisseling. Daarom gelden hiervoor de verhoogde strafeisen.
Het is verder aan het OM en de rechter om, rekening houdend met de persoon van de
dader en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, te bepalen welke straf(eis)
in een concreet geval passend is. Een taakstraf is daarbij een mogelijkheid. Wat betreft
de suggestie over het dragen van een roze overall tijdens het uitvoeren van een taakstraf
verwijs ik naar het antwoord van de toenmalige Staatssecretaris van Justitie op eerdere
vragen hierover (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 2953).
X Noot
1Telegraaf, 3 januari 2013