Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de minister van Economische Zaken en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over biovergisters (ingezonden 28 november 2012).

Antwoord van staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (ontvangen 26 februari 2013).

Vraag 1

Is het waar dat er schadelijke stoffen kunnen vrij komen bij vergisting van biomassa? Zo ja, om welke stoffen gaat het dan en welk effect kunnen ze hebben op de gezondheid van personeel, omwonenden of het milieu?

Antwoord 1

Bij vergisting van biomassa ontstaan schadelijke stoffen, zoals waterstofsulfide, ammoniak en diverse geurcomponenten. Bij normale bedrijfsvoering worden deze stoffen afgebroken of afgevangen voordat het biogas in een stookinstallatie wordt verbrand, en komen ze dus niet vrij, waardoor geen sprake is van effecten op de gezondheid van personeel, omwonenden of het milieu. De verbranding van biogas geeft de normale verbrandingsemissies (zwaveloxiden, koolmonoxide, stikstofoxiden) waarvan de emissies geregeld zijn in het Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties. Per 1 januari 2013 maken zij onderdeel uit van het Activiteitenbesluit milieubeheer.

Bij incidenten kan onbehandeld biogas, met daarin de schadelijke componenten, vrij komen. De eisen die aan de bedrijfsvoering worden gesteld om dit te voorkomen zijn opgenomen in de omgevingsvergunning milieu; bevoegd gezag is meestal de gemeente. Het bevoegd gezag kan de eisen baseren op de «Handreiking (co-)vergisting van mest» van Infomil.

Als de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing is volgen hieruit ook verplichtingen ten aanzien van met name waterstofsulfide.

Vraag 2

Welke stoffen en producten mogen wettelijk gezien worden vergist in een biovergister? Behoren plantaardig voedsel en dierlijke vetten, vlees en kadavers ook tot de wettelijkheid mogelijkheid? Zo ja, hoe wordt concurrentie met voedselproductie voor zowel mens als dier voorkomen?

Antwoord 2

De stoffen die als covergistingsmateriaal mogen worden gebruikt in biovergisters zijn limitatief genoemd in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. Hierin staan onder meer de extra stoffen die in april 2012 zijn aangewezen en waarover u separaat bent geïnformeerd. Reststoffen die vrijkomen bij de bewerking van gewassen vormen de hoofdmoot. In beperkte mate zijn dierlijke bijproducten toegelaten, doch uitsluitend voor zover behorend tot niet-risicovolle categorieën. Tot de toegelaten dierlijke bijproducten behoren o.m. wei, kaasresten en voorgebakken frites met dierlijk vet. Vlees en kadavers mogen niet worden vergist. Om de verspreiding van ziekteverwekkers te voorkomen gelden voor verwerking van dierlijke bijproducten in biovergisters specifieke eisen, zoals pasteurisatie.

Vele van de toegelaten stoffen zijn ook geschikt als diervoeder. Geen van de toegelaten stoffen is als zodanig geschikt voor menselijke consumptie. Vraag en aanbod bepalen de uiteindelijke bestemming.

Vraag 3

Onderkent u dat de biovergistingsbranche vatbaar is voor illegaal goedkoop en eenvoudig wegwerken van dure afvalstromen?1 Kunt u dit toelichten?

Antwoord 3

In 2011 heeft de toenmalige VROM-Inspectie een onderzoek uitgevoerd bij een achttal handelaren of leveranciers van coproducten. Bij zes van de acht bedrijven bleken er onvolkomenheden in de administratie te zijn. De toenmalige Staatssecretaris van I & M heeft bij de aanbieding van het rapport aan uw Kamer (TK, 2010–2011, 31 209, nr. 149) aangegeven dat het om een selecte steekproef gaat en dat daardoor niet te zeggen is in hoeverre dit beeld representatief is voor de hele sector. Op dit moment bereidt de sector certificering van de aanvoer van covergistingsmateriaal voor. De sector verwacht dat dit een remmende werking op illegale verwerking zal hebben. Een nadere toelichting vindt u in de brief waarin ik mede namens de Staatssecretaris van I&M, op verzoek van het lid Ouwehand, een reactie geef op de uitzending van KRO`s Reporter over biovergisting.

Vraag 4

Kunt u een indicatie geven hoeveel geld er gemoeid is bij frauduleuze handelingen in de biovergistingsbranche? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

Nee. Omdat de activiteiten illegaal zijn is er geen zicht op de omzet van bedrijven die frauduleuze handelingen plegen.

Vraag 5, 6 en 7

Hoe wordt toezicht gehouden op de stromen stoffen en producten die richting biovergisters gaan? Is heel de keten in kaart gebracht? Hoe wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen afvalstromen?

Met welke frequentie vindt fysieke controle op de stromen (afval)stoffen en producten plaats, door wie wordt gecontroleerd en waarop wordt gecontroleerd en is dat louter administratief of ook op schadelijkheid voor milieu en volksgezondheid?

Hoe vaak vindt controle op de biovergistingsinstallaties uitgevoerd? Door wie vindt die plaats en op welke milieuspecificaties wordt gecontroleerd?

Antwoord 5, 6 en 7

Bij het toezicht op de naleving van de regels rond covergisting zijn diverse overheidsorganisaties betrokken.

Op het binnenlands transport van afvalstoffen ziet de provincie toe. De Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) is toezichthouder op tussenpersonen die betrokken zijn bij de handel in materialen voor covergisters. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ziet toe op afvaltransporten die bestaan uit dierlijke bijproducten. Daarnaast ziet de NVWA er ter plaatse van de vergisters op toe in hoeverre ook andere dan toegelaten covergistingsmaterialen worden aangevoerd en in hoeverre digestaat als meststof of als afvalstof wordt afgevoerd. Steekproefsgewijs wordt gecontroleerd of de aangevoerde stoffen zijn aangewezen en of ze voldoen aan de eisen die ingevolge de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet gelden voor zware metalen en organische microverontreinigingen.

Controles door de NVWA zijn zowel fysiek als administratief. In de aanloop naar de uitbreiding van de lijst toegelaten stoffen is de inzet van de NVWA in 2012 beperkt gebleven tot een paar administratieve controles op toegelaten covergistingsstoffen. Daarnaast heeft de NVWA in oktober geparticipeerd in een actie van de politie gericht op transporten van afvalstoffen en zijn ook in december nog een paar monsters onderzocht. Daarbij zijn bij twee van de zeven onderzochte monsters stoffen aangetroffen in een hogere concentratie dan is toegestaan om het hiermee verkregen digestaat als meststof te mogen gebruiken en verhandelen.

De Strategische Milieukamer heeft covergisting als prioriteit voor de Bijzondere Opsporingsdiensten benoemd. Op termijn kan dit tot opsporingsonderzoeken leiden.

Ik heb geen inzicht in de inspanningen die provincies en gemeenten leveren in het kader van de handhaving van de omgevingsvergunning.

Vraag 8

Zijn er handhavingsconvenanten afgesloten met partijen in de keten? Zo ja met welke partijen?

Antwoord 8

In het kader van de gesprekken met de sector over certificering zal worden bepaald hoe het toezicht op de naleving zo doelmatig mogelijk kan worden ingericht. Daarbij zal ook gebruik worden gemaakt van een brancheanalyse die de NVWA-IOD en ILT-IOD in samenwerking met de politie thans uitvoeren.


X Noot
1

Reporter. De biogas beerput. 16 november 2012

Naar boven