Vragen van het lid Van Veldhoven (D66) aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de minister voor Wonen en Rijksdienst over gebrek aan veiligheid in overdekte zwembaden (ingezonden 4 februari 2013).

Antwoord van minister Blok (Wonen en Rijksdienst) (ontvangen 26 februari 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichtgeving over een vallende lamp in een zwembad?1

Antwoord vraag 1:

Ja

Vraag 2

Hoe verklaart u dat er in Dordrecht nog steeds lampen worden opgehangen met rvs-schroeven, terwijl bekend is, en door de toenmalige VROM Inspectie is geconstateerd, dat deze schroeven worden aangetast door de chloorlucht in zwembaden (zogenaamde chloorspanningscorrosie)?2

Antwoord vraag 2:

Ik heb geen verklaring waarom in dit relatief nieuwe zwembad (2010) in Dordrecht toch standaard rvs-materialen zijn toegepast. Dat standaard rvs-materialen volstrekt ongeschikt zijn voor gebruik in dragende constructies boven het bassin in overdekte zwembaden volgt uit het «Vrom-inspectiesignaal Risico’s van stalen (ophang)constructies en bevestigingsmiddelen in overdekte zwembaden (2009)» en eerder uit de «Praktijkrichtlijn voor inspectie en onderhoud van (ophang)constructies, bevestigingsmiddelen en voorzieningen in overdekte zwembaden (2004)». Beide documenten zijn door het Rijk breed onder de aandacht gebracht.

Vraag 3

Is het waar dat de «Praktijkrichtlijn voor inspectie en onderhoud van (ophang)constructies, bevestigingsmiddelen en voorzieningen in overdekte zwembaden (2004)» van het Ministerie van VROM/NCC/TNO nog steeds van kracht is? Zo ja, bent u ook van mening dat deze praktijkrichtlijn dient te worden vervangen?

Antwoord vraag 3:

De betreffende praktijkrichtlijn is in opdracht van het voormalige ministerie van VROM samengesteld door het Nederlandse Corrosie Centrum (NCC) in samenwerking met TNO. Bij het opstellen hiervan zijn belanghebbende partijen en materiedeskundigen betrokken geweest. De richtlijn is in 2004 gepubliceerd door het NCC. Het NCC bestaat inmiddels niet meer, maar de praktijkrichtlijn wordt in de praktijk nog steeds gebruikt en is op diverse plaatsen te vinden op internet. De praktijkrichtlijn is bedoeld als leidraad bij het uitvoeren van inspecties en het nemen van maatregelen om de veiligheid te waarborgen in bestaande zwembaden. Hoewel de praktijkrichtlijn nog steeds bruikbaar is, ondersteun ik het initiatief van NEN om deze richtlijn te actualiseren en te verbreden. Hierover heeft mijn ambtsvoorganger u eerder geïnformeerd op 5 juli 2012 (TK 105-55-136) naar aanleiding van het Algemeen Overleg op 27 juni 2012 over risicobeleid en externe veiligheid.

Vraag 4

Deelt u de mening dat er nog steeds een probleem is met de handhaving en uitvoering van de veiligheidsvoorschriften in overdekte zwembaden, ondanks een onderzoek hiernaar van de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT)?3

Antwoord vraag 4:

Nee, die mening deel ik niet. Uit het incident in Dordrecht volgt echter wel dat er ondanks inspecties en verbetermaatregelen nog steeds een risico is dat ophangconstructies bezwijken. Het betreffende zwembad was door de ILT onderzocht in het kader van haar onderzoek. Het zwembad heeft in maart 2012 zelf onderzoek laten uitvoeren door een gespecialiseerd inspectiebureau. Uit dit onderzoek is gebleken dat de betreffende lampen waren opgehangen aan rvs borgbouten, maar dat deze geen corrosie vertoonden. Dit inspectiebureau heeft vervolgens op basis van een eigen beoordelingsleidraad geadviseerd om binnen een jaar de borgbouten te vervangen of (alleen bij uitzondering) na een jaar opnieuw te inspecteren. Zoals bekend, is één van de borgbouten echter binnen een jaar na het onderzoek bezweken. Ook de praktijkrichtlijn uit 2004 geeft de mogelijkheid om niet bestendige rvs-constructieonderdelen een jaar te laten hangen als er geen enkele vorm van corrosie zichtbaar is. Wel stelt de praktijkrichtlijn hierbij nadrukkelijk dat vervanging van het niet bestendige rvs de voorkeur verdient. Ik zal NEN verzoeken om bij de actualisering van de richtlijn het incident in de Dordrecht te betrekken.

Vraag 5

Gelet op het feit dat in het rapport van de ILT wordt gesteld dat 79% van de gemeentes hun toezichthoudende taak niet vervult, kunt u toelichten welke vooruitgang er ondertussen is geboekt?

Antwoord vraag 5:

In de aanbiedingsbrief (TK 28 325 nr. 149) bij dit ILT-rapport heeft mijn ambtsvoorganger u geïnformeerd dat 40 van 57 onderzochte gemeenten waar de veiligheid van de onderzochte zwembaden onvoldoende was gegarandeerd, richting de ILT hadden gereageerd dat zij actief toezicht zijn gaan uitoefenen op de constructieve veiligheid van staalconstructies in overdekte zwembaden. Tijdens het Algemeen Overleg Bouwregelgeving en Brandveiligheid van 6 december 2012 (TK 32 757 nr. 56) heb ik aanvullend op deze brief uw kamer mondeling meegedeeld dat ook de resterende (17) gemeenten richting de ILT overeenkomstig hebben gereageerd.

Vraag 6

Deelt u de mening dat, gezien het verzuim van veel gemeentes wat betreft hun toezichthoudende taak rondom de veiligheidsvoorschriften in overdekte zwembaden, er een rol is weggelegd voor de Rijksoverheid? Zo ja, hoe wilt u hier concreet invulling aan geven? Zo nee, waarom niet en hoe rijmt u dit dan met de brief van 16 december 2011?4

Antwoord vraag 6:

Zoals ik tijdens het Algemeen Overleg van 6 december 2012 (TK 32 757 nr. 56) aan uw kamer heb meegedeeld, ligt het niet in de rede dat er vanuit mijn ministerie verdere actie wordt ondernomen. Het toezicht op de gemeenten ligt niet meer bij het Rijk maar bij de provincies. Deze verandering volgt uit de Wet revitalisering generiek toezicht (Stb 2012, 233). De tweedelijns toezichtstaak van de Inspectie Leefomgeving en Transport is hierbij sinds 1 oktober 2012 over gegaan naar de provincies. Ten opzichte van de brief van 6 december 2011 heeft het Rijk nu geen mogelijkheden meer om interbestuurlijk toezicht te houden op gemeenten.

Vraag 7

Bent u bereid om de ILT opnieuw de Nederlandse overdekte zwembaden te laten onderzoeken, teneinde incidenten als in Dordrecht in de toekomst te voorkomen? Zo ja, wanneer worden de uitkomsten van dit onderzoek verwacht? Zo nee, waarom niet en welke verbetermaatregelen stelt u dan voor?

Antwoord vraag 7:

Nee, zie antwoord 6.


X Noot
2

Vrom Inspectie, «Risico’s van stalen (ophang)constructies en bevestigingsmiddelen in overdekte zwembaden», http://www.ilent.nl/Images/Risico's%20van%20stalen%20ophangconstructies%20en%20bevestigingsmiddelen%20in%20overdekte%20zwembaden_tcm334–320104.pdf

X Noot
3

Inspectie Leefomgeving en Transport, Onderzoek naar de naleving van de voorschriften voor de constructieve veiligheid in overdekte zwembaden, mei 2012.

X Noot
4

Kamerstuk 28 325, nr. 147

Naar boven