Vragen van het lid Verheijen (VVD) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de
mogelijke stijging van de salarissen van EU-ambtenaren (ingezonden 20 december 2012).
Antwoord van minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) mede ondertekend door de minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 22 januari 2013)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Salaries of EU officials to increase in new year»?1
Vraag 2
Klopt de berichtgeving dat door vastgelopen gesprekken tussen de Raad en de Europese
Commissie de speciale belasting (solidarity levy) voor EU-ambtenaren automatisch verloopt?
Antwoord 2
Ja; de solidariteitsheffing vervalt omdat er nog geen overeenstemming is bereikt over
een nieuw EU-ambtenarenstatuut.
Vraag 3
Op welke punten zijn de onderhandelingen over het beloningssysteem stuk gelopen? Wat
is het Nederlandse standpunt bij deze onderwerpen?
Antwoord 3
In december zijn meerdere voorstellen verschenen m.b.t. EU-ambtenarensalarissen. De
Europese Commissie heeft een 1,7% salarisverhoging voorgesteld voor de periode juli
2012-juni 2013, gebaseerd op de salarismethode die eind 2012 afloopt. Ook is voorgesteld
om de salarismethode met een jaar te verlengen, evenals de solidariteitsheffing van
5,5%, omdat beide eind 2012 aflopen.
Diverse lidstaten, waaronder Nederland, hebben evenals in vorige jaren bezwaar gemaakt
tegen het salarisvoorstel, omdat zij van mening zijn dat het onverkort hanteren van
de huidige salarismethodiek leidt tot stijgingen die niet opportuun zijn in tijden
van crisis. Volgens deze lidstaten had de Commissie gebruik moeten maken van de zgn.
«crisisclausule». Hierover zijn enkele Hofzaken gaande. Omdat de manier waarop de
Commissie de salarismethode hanteert volgens deze lidstaten niet correct is, wilden
zij ook niet instemmen met een verlenging van de toepassing van de salarismethode
voor een jaar. Dat betekent helaas ook dat er tijdelijk geen solidariteitsheffing
plaatsvindt, tot in de loop van 2013 een nieuw EU-ambtenarenstatuut overeen is gekomen.
De onderhandelingen over het ambtenarenstatuut kunnen worden afgerond wanneer in de
MFK-onderhandelingen afspraken zijn gemaakt over de omvang van de administratieve
uitgaven. Nederlandse inzet daarbij is dat de administratieve uitgaven beperkt dienen
te worden, onder meer door verlaging van het aantal EU-ambtenaren en door hervorming
van het belonings- en pensioensysteem.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de onderhandelingen over de hervorming van het beloningssysteem
voor Europese ambtenaren prioriteit zouden moeten hebben?
Antwoord 4
Ja, Nederland zet zich, samen met gelijkgezinde landen, ook actief in voor deze hervormingen,
zowel bij de onderhandelingen over het nieuwe EU-ambtenarenstatuut als bij de MFK-onderhandelingen.
Vraag 5
Wat is de precieze inzet van Nederland op dit moment bij deze onderhandeling?
Antwoord 5
Het kabinet acht een verdergaande modernisering en versobering van het pensioensysteem,
de bevorderingssystematiek, de salarisaanpassingmethode en het stelsel van vergoedingen
voor EU-personeel gewenst om de arbeidsvoorwaarden voor EU-ambtenaren meer in lijn
te brengen met die in de lidstaten en de totale kosten voor administratieve uitgaven
in de hand te houden. Zie hiervoor het BNC-fiche ter zake (Kamerstuk 22 112, nr. 1342) en de kabinetsreactie Meerjarig Financieel Kader 2014–2020 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 553).
Vraag 6
Acht u het wenselijk dat daar waar nationaal de ambtenarensalarissen worden bevroren
en het draagvlak voor Europa in de individuele lidstaten afneemt, de Brusselse huishouding
wordt ontzien van bezuinigingen en snijden in eigen vlees?
Vraag 7
Wat gaat het verdere tijdspad van de onderhandelingen over dit onderwerp zijn en wat
is het krachtenveld?
Antwoord 7
Naar verwachting zal in het voorjaar van 2013 een akkoord worden bereikt over het
MFK. Daarna kunnen de onderhandelingen over het EU-ambtenarenstatuut worden afgerond.
De Nederlandse inzet wordt gesteund door diverse gelijkgezinde landen.
Vraag 8
Bent u bereid deze kwestie wederom aan te kaarten bij de Commissie danwel in de Europese
Raad en stappen te ondernemen tegen deze ontwikkeling?
Antwoord 8
Ja, Nederland blijft zich hier actief voor inzetten; zie ook het antwoord op vraag
4.