Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het niet langer in beslag nemen van scooters (ingezonden 15 augustus 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 27 september 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 3384

Vraag 1 en 2

Waarom worden er geen scooters meer in beslag genomen door de politie als er sprake is van opvoeren?1

Deelt u de mening dat bij de tweede overtreding van het verbod op het opvoeren de scooter direct in beslag moet worden genomen? Zo ja, kunt u uw antwoord toelichten? Zo nee, waarom bent u nu dan van standpunt veranderd, aangezien u eerder positief reageerde op dit voorstel van de PvdA-fractie?

Antwoord 1 en 2

In het door u aangehaalde bericht wordt slechts één onderdeel belicht van de manier waarop de politie optreedt tegen het opvoeren van scooters. Het gaat hier om een manier van werken die de administratieve werklast van de politie bij veelvoorkomende overtredingen vermindert, zodat er capaciteit vrijkomt om bijv. nog meer scooters te controleren. Door in die gevallen het kentekenbewijs in te vorderen, moet betrokkene zijn voertuig op eigen kosten laten herkeuren door de RDW voordat hij het weer mag gebruiken.

Ik heb deze maatregel toegelicht in het overleg over de aanpak van scooteroverlast en in mijn brieven van 4 april 20112 en 27 oktober 2011. Bij die gelegenheden heb ik ook gewezen op de eerder dit jaar aangescherpte meetmarge en de gevallen waarin de politie wel overgaat tot directe inbeslagname van opgevoerde bromfietsen. Dit gebeurt wanneer de verkeersveiligheid dat vanwege het gevaarzettende karakter van een overtreding vereist, of in gevallen waarin iemand binnen 2 jaar na een bekeuring nog twee keer wordt betrapt met een opgevoerde scooter. Mijn standpunt en de overwegingen daarbij zijn onveranderd.

Vraag 3

Kunt u een schatting geven van het aantal scooters dat de afgelopen vijf jaar per jaar door de politie in beslag is genomen, wat de aanleiding was van de inbeslagname en in hoeveel gevallen de inbeslagname stand hield voor de rechter? Kunt u dit zowel landelijk weergeven als per politieregio uitsplitsen?

Antwoord 3

Het in beslag nemen van een scooter is mogelijk op verschillende gronden, met elk een eigen achtergrond en uiteenlopende bijzonderheden. Naast inbeslagname naar aanleiding van het opvoeren van een voertuig, gebeurt dit bijvoorbeeld ook in geval van diefstal, heling, of betrokkenheid bij een overval. Er zijn vervolgens verschillende uitkomsten mogelijk, afhankelijk van de beslissingen van de officier van justitie en de rechter. Politie en OM houden geen statistieken bij van de aanleiding tot inbeslagname, het aantal in beslag genomen scooters en de uiteindelijke afloop.

Vraag 4

Kunt u in percentages per politieregio aangeven welke intensivering op de aanpak van scooteroverlast in 2011 plaatsvond ten opzichte van 2010 en wat de verwachting is voor 2012? Kunt u dit uitsplitsen naar het type maatregel dat de politie inzet ter bestrijding van de overlast?

Antwoord 4

De lokale driehoek beslist over de mate waarin er in een regio wordt gehandhaafd op scooteroverlast, omdat de omvang van de problematiek per regio kan verschillen. Zoals ik in de eerder aangehaalde brief van 27 oktober 2011 heb aangegeven, bestaat er geen overzicht van het aantal scootercontroles. In de praktijk wordt er niet alleen gecontroleerd tijdens gerichte scootercontroles, maar gebeurt dit ook tijdens surveillances en grootschalige politieacties. Dat een gerichte en lokale aanpak effectief is, blijkt bijvoorbeeld uit het succes van de geïntensiveerde aanpak van scooteroverlast in de gemeente Urk. In die gemeente waren bij verkeersongevallen bovengemiddeld vaak bromscooters betrokken. Uit de politieregistraties blijkt dat dit in 2011 met 32% is afgenomen.

Naar boven