Vragen van het lid Arib (Pvda) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en voor Immigratie, Integratie en Asiel over het bericht dat er in Amsterdam tenminste 200 vrouwen «gekooid» leven (ingezonden 7 september 2012).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel) (ontvangen 26 september 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht «A’dam: zeker 200 vrouwen gekooid»?1

Vraag 2

Herinnert u zich de eerdere vragen over Islamitische vrouwen die door hun echtgenoten thuis worden opgesloten?2

Vraag 3

Deelt u de mening dat het in kader van de emancipatie en integratie het hoogst ongewenst is als allochtone vrouwen niet deelnemen aan het normale maatschappelijk verkeer? Zo ja, wat heeft u gedaan om deze vrouwen wel aan onze samenleving te laten deelnemen en wat waren de resultaten daarvan? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Kan er het gedwongen tegengaan dat vrouwen zelfstandig buitenshuis komen op zich al een strafbaar feit zijn, zoals wederrechtelijke vrijheidsberoving? Zo ja, welk strafbaar feit en wat gaat u concreet doen aan opsporing en vervolging? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Hebt u een beeld van de mate waarin deze vrouwen slachtoffer zijn van mishandeling of (andere) vormen van huiselijk geweld? Zo ja, wat is dat beeld dan? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Beschikt u over landelijke gegevens over het aantal vrouwen, dat door hun familie gedwongen worden binnenshuis te blijven en geen contact met anderen mogen hebben? Zo ja, kunt u deze gegevens met de Kamer delen? Zo nee, bent u bereid dit probleem in kaart te brengen? Wanneer kan de Kamer de uitkomsten daarvan tegemoet zien?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, dat de schriftelijke vragen van het lid Arib (PvdA) over het bericht dat er in Amsterdam tenmiste 200 vrouwen «gekooid» leven (ingezonden7 september 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2005–2006, nr. 1834

Naar boven