Vragen van het lid Fritsma (PVV) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de stand van zaken rond de noodzakelijke uitzetting van een Iraakse eermoordenaar (ingezonden 5 december 2012).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 17 januari 2013)

Vraag 1

Wat is de stand van zaken betreffende de verblijfsprocedure(s) en de voorbereiding van de dringend noodzakelijke verwijdering uit Nederland van de Iraakse eermoordenaar M.M.A., over welke zaak ik eerder op 24 januari 2008, 13 oktober 2008, 7 januari 2009, 3 juni 2009, 19 oktober 2009 en 14 september 2010 vragen heb gesteld?1

Antwoord 1

Aangezien de procedure in hoger beroep inzake de verlenging van de verblijfsvergunning van betrokkene nog niet is afgerond, kan ik hierover geen mededelingen doen. Betrokkene mag deze procedure in Nederland afwachten.

Vraag 2

Bent u bekend met het feit dat deze pleger van een barbaarse moord blijkens door de Kamer van Koophandel verstrekte gegevens thans in Leeuwarden een juridisch adviesbureau drijft onder de naam «Kajien Juristenkantoor»?2 Hoe is het mogelijk dat een vreemdeling die niet in het bezit zou mogen zijn van een verblijfsvergunning een eigen bedrijf opstart?

Antwoord 2

Ja, betrokkene was in het bezit van een verblijfsvergunning met de arbeidsmarktaantekening «arbeid vrij toegestaan». In een dergelijke situatie behoudt een vreemdeling van wie de vergunning is ingetrokken dan wel niet is verlengd, op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (artikel 1b Besluit Uitvoering Wet arbeid vreemdelingen artikel 1b) zijn recht op arbeid zolang hij met instemming van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie in Nederland verblijft. Het is betrokkene toegestaan in Nederland te verblijven totdat de rechter zich over zijn zaak heeft uitgesproken. Gedurende deze periode is het hem eveneens toegestaan te werken, zoals hij dat ook mocht gedurende de geldigheidsduur van zijn verblijfsvergunning.

Vraag 3

Waarom is de Kamer niet op de hoogte gehouden van ontwikkelingen in deze zaak, ook al is dit bij de beantwoording van de eerdere vragen van 14 september 2010 wel toegezegd? Kunt u toezeggen de Kamer vanaf nu volledig op de hoogte te houden van alle ontwikkelingen in dit dossier? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3

Door middel van de antwoorden op de bij de vraag 1 genoemde vragen en het Algemeen Overleg van 27 januari 2010 (TK 2009–2010, 19 637, nr. 1330) is de Kamer over deze zaak geïnformeerd.

Over nieuwe ontwikkelingen in deze zaak zal ik uw Kamer informeren.


X Noot
1

Zie antwoorden op vragen: 2008Z04258, 2009Z00091, 2009Z10332, 2009Z19226, 2010Z12814.

Naar boven