Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 962 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 962 |
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Ondernemingsrecht, ondernemers paaien» van Martin van Olffen, Gerard van Solinge en Marco Nieuwe Weme (hoogleraar ondernemingsrecht in Nijmegen, tevens notaris, advocaat, respectievelijk raadsheer in de Ondernemingskamer)?1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «De staat van ons vennootschapsrecht» geschreven door Jaap Winter (hoogleraar ondernemingsrecht in Amsterdam en advocaat)?2
Heeft u kennisgenomen van de weblogs van Bastiaan Assink (hoogleraar ondernemingsrecht in Rotterdam en advocaat) over de voorgenomen intrekking van de wetsvoorstellen vaststelling van artikel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Kamerstuk 28 746) en Aanpassing van de wetgeving aan en uitvoering van artikel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Kamerstuk 31 065)?3
Ja. Ik realiseer me dat de aangekondigde intrekking van de wetsvoorstellen 28 746 en 31 065 voor sommigen onverwacht is gekomen. Ik constateer dat de staat van het vennootschapsrecht voorwerp van discussie is. Dat is ook goed. Zonder discussie is er geen vooruitgang. Daarom ben ik blij met constructieve bijdragen die het vennootschapsrecht vooruit kunnen brengen.
Deelt u de opvatting van Van Olffen, Van Solinge en Nieuwe Weme dat de huidige wettelijke regeling voor de personenvennootschap, die dateert uit 1838 en die verspreid is over verschillende wetten, ondernemersonvriendelijk is, omdat zij dwingt tot lange en dure overeenkomsten met ingewikkelde bepalingen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit probleem aanpakken?
Deelt u de opvatting van Van Olffen, Van Solinge en Nieuwe Weme dat de huidige wettelijke regeling voor de personenvennootschap onleesbaar en onbegrijpelijk is en dat zij zonder kennisneming van handboeken en oude rechtspraak niet kenbaar is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit probleem aanpakken?
De huidige regeling van de maatschap is vervat in titel 9 van boek 7A van het Burgerlijk Wetboek. De vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap staan in titel 3 van het Wetboek van Koophandel. De wettelijke regelingen komen voort uit het Burgerlijk Wetboek respectievelijk het Wetboek van Koophandel van 1838. De regeling van de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap laat ruimte aan partijen om hun samenwerkingsverband naar believen vorm te geven. Dit behoeft niet duur te zijn. Zo is op http://www.kvk.nl/ondernemen/contracten-en-algemene-voorwaarden/modelcontract-cv-en-vof/ een modelcontract voor de VOF gratis te downloaden. Ik heb van VNO-NCW en MKB Nederland, die ondernemers vertegenwoordigen, niet de indruk gekregen dat de huidige regeling voor deze doelgroep onvriendelijk is.
Deelt u de opvatting van Van Olffen, Van Solinge en Nieuwe Weme dat ondernemend Nederland als gevolg van de intrekking van de bovengenoemde wetsvoorstellen ermee verbonden voordelen moet ontberen, waaronder beperkingen in aansprakelijkheid, vereenvoudiging van wisseling van vennoten, vereenvoudiging van omzetting naar BV of NV en fiscale voordelen in de overdrachtsbelasting? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit probleem aanpakken?
Bent u bereid de intrekking van de bovengenoemde wetsvoorstellen te heroverwegen?
Ik heb geconstateerd dat er voor de wetsvoorstellen in hun huidige vorm onvoldoende draagvlak bestaat. Ook is er kritiek geuit op de wijze waarop de door de hoogleraren gesignaleerde voordelen in de wetsvoorstellen zijn uitgewerkt. Uit de reacties van VNO-NCW en MKB Nederland heb ik begrepen dat zij niet zodanige voordelen in de wetsvoorstellen zien dat daardoor de door hen gesignaleerde nadelen worden gecompenseerd. Ik ben tot de conclusie gekomen dat de primaire doelstelling van de wetgeving – het faciliteren van ondernemers – in beide wetsvoorstellen onvoldoende tot zijn recht komt. De Ministerraad heeft op 28 oktober 2011 besloten om Hare Majesteit de Koningin te verzoeken om machtiging tot intrekking van de wetsvoorstellen. De machtiging is inmiddels verleend.
Indien het antwoord op de vorige vraag nee is, bent u dan bereid om op de kortst mogelijke termijn een commissie in het leven te roepen, bestaande uit vertegenwoordigers van VNO-NCW/MKB Nederland alsmede uit deskundigen afkomstig uit de wetenschap en de notariële, advocatuurlijke en belastingadvies-praktijk, teneinde uiterlijk eind 2012 een breed gedragen voorontwerp voor een nieuwe regeling voor personenvennootschappen op te stellen?
Indien u niet voornemens bent een dergelijke commissie in het leven te roepen, welke initiatieven gaat u dan ontplooien om de huidige wettelijke regeling voor de personenvennootschap te herzien?
Voordat ik toekom aan de vraag op welke wijze een nieuwe regeling tot stand zou moeten worden gebracht, wil ik eerst weten tegen welke problemen de praktijk in de huidige regeling aanloopt, die nopen tot wetswijziging. Ook de vereenvoudiging en flexibilisering van het bv-recht kan van invloed zijn op de knelpunten die destijds aanleiding waren voor het wetsvoorstel. Ik heb begrepen dat de Commissie vennootschapsrecht voornemens is een inventarisatie te maken van de knelpunten in de huidige regeling. Ik ben graag bereid ook van anderen, zoals VNO-NCW, MKB Nederland, LTO Nederland, KNB en andere vertegenwoordigers van beroepsbeoefenaren, te vernemen wat de knelpunten uit de praktijk zijn. Afhankelijk van de aard van de gesignaleerde knelpunten, kan een breed samengestelde expertgroep een nuttig instrument zijn om bij te dragen aan de oplossing van deze knelpunten.
Onderschrijft u de analyse van Jaap Winter dat het ondernemingsrecht steeds rommeliger, slordiger, minder consistent en voorspelbaar wordt? Zou u, voor zover u de door Winter gesignaleerde problemen onderkent, kunnen aangeven welke plannen u heeft om daaraan tegemoet te komen?
Ik zie een consistente lijn, zoals door mijn ambtsvoorganger neergelegd in de Nota modernisering ondernemingsrecht (kamerstukken II, vergaderjaar 2003–2004, 29 752, nr. 2): «Het streven is een concurrerend ondernemingsrecht door een juridische infrastructuur die:
I. flexibele rechtsvormen biedt die beantwoorden aan de behoeften van gebruikers, belanghebbenden en derden;
II. binnen die rechtsvormen een evenwichtige bevoegdheid- en verantwoordingsstructuur heeft;
III. tot betrouwbare financiële informatie en verantwoording prikkelt;
IV. misbruik tegengaat en waar nodig effectief toezicht kent;
V. snelle en efficiënte toegang tot de rechter verzekert.»
Daarbij vinden ook maatschappelijke en Europese ontwikkelingen in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek hun weerslag. Zoals ik in het wetgevingsoverleg over de invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht op 26 september 2011 heb aangekondigd, zullen in 2012 de voorbereidingen worden gestart voor de modernisering van het NV-recht en de aanpassing van de geschillenregeling.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-962.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.