Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de toezicht op het bestuur van Geestelijke Gezondheidszorg GGZ-instellingen (ingezonden 1 november 2011).

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 23 november 2011)

Vraag 1

Kent u het bericht «Directeur ruïneerde ggz-instelling door exorbitante bestuursstijl»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de vorige voorzitter van de raad van bestuur van GGZ-instellingen Westelijk Noord-Brant (GGZ WNB) onder toeziend oog van de toenmalige raad van toezicht zichzelf ten onrechte bonussen heeft laten uitkeren, een circus heeft uitgenodigd voor het eeuwfeest van de instelling en op kosten van zijn werkgever navigatieapparatuur voor zijn zeilboot heeft aangeschaft?

Kunt u toelichten wat de rol van de raad van toezicht was bij bovenstaande misstanden? Hoe was de controle vormgegeven? Heeft de raad van toezicht volgens u hier correct en doeltreffend gehandeld?

Antwoord 2

De instelling informeert ons als volgt. De huidige raad van toezicht van GGZ WNB heeft, na forensisch onderzoek, besloten tot beëindiging van het dienstverband met de vorige voorzitter van de raad van bestuur van GGZ WNB vanwege onder andere het ten onrechte uitkeren van bonussen aan zichzelf en aanschaf van navigatieapparatuur. In dit besluit is de raad van toezicht door het Scheidsgerecht Gezondheidszorg in het gelijk gesteld.

Bij gelegenheid van het eeuwfeest in 2009 zijn – in het kader van de jaarlijks weerkerende terreinfeesten- uiteenlopende activiteiten georganiseerd voor cliënten, medewerkers en mensen uit de omgeving, waarbij de nadruk lag op cliënten. De toenmalige raad van toezicht is hierover geïnformeerd door de toenmalige raad van bestuur. De kosten hiervoor zijn opgenomen in de jaarrekening 2009, die is vastgesteld door de raad van bestuur en is goedgekeurd door de huidige raad van toezicht.

Vraag 3

Is het waar dat de toenmalige raad van toezicht toestemming heeft gegeven voor leningen van tientallen miljoenen van de ABN Amrobank, waardoor de instelling nu «aan het infuus» van de bank ligt? Heeft de raad van toezicht volgens u hier correct en doeltreffend gehandeld?

Antwoord 3

Conform de statuten van GGZ WNB behoeven ingrijpende bestuursbeslissingen en/of rechtshandelingen ten aanzien van het aangaan van financiële verplichtingen die niet voorzien zijn in de begroting de goedkeuring van de raad van toezicht. Tot het aangaan van genoemde leningen is na voorafgaande afstemming met en goedkeuring door de toenmalige raad van toezicht overgegaan.

Bovenstaande informatie is aangereikt door GGZ-WNB. Het betreft afwegingen waar de raad van toezicht de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor draagt.

Vraag 4

Hoe verhouden de in vraag 2 en 3 genoemde financiële transacties zich volgens u tot de uitspraak van de staatssecretaris dat ze er van uit gaat «dat het bestuur (van een zorginstelling) het uiterste zal doen om te voorkomen dat de problemen leiden tot een faillissement?»2 Bent u van mening dat de vorige voorzitter van de raad van bestuur en de toenmalige raad van toezicht alles in het werk hebben gesteld om financiële problemen te voorkomen?

Antwoord 4

Het is voor ons onmogelijk te beoordelen of de toenmalige raad van toezicht van GGZ-WNB de gevraagde uiterste inspanning geleverd heeft. Uiteindelijk is dat ter beoordeling van de raad van toezicht zelf.

Vraag 5

Wat is de benoemingsprocedure voor de raad van toezicht van een GGZ-instelling? Wie houdt toezicht op het naleven van deze benoemingsprocedure? Aan wie legt de raad van toezicht verantwoording af? Is deze procedure gevolgd bij GGZ WNB?

Antwoord 5

De benoemingsprocedure voor een lid van een raad van toezicht ligt (meestal) vast in de statuten van de betreffende instelling. Dat is bij GGZ WNB ook het geval. Daarnaast worden de bepalingen uit de Zorgbrede Governancecode in acht genomen. De raad van toezicht is zelf verantwoordelijk voor de correcte toepassing daarvan en legt daarover ook zelf openbaar verantwoording af, bijvoorbeeld in het jaarverslag.

Vraag 6

Wat is de benoemingsprocedure voor de raad van bestuur van een GGZ-instelling? Wie houdt toezicht op het naleven van deze benoemingsprocedure? Is deze procedure gevolgd bij GGZ WNB?

Antwoord 6

Die mening deel ik. Financiële problemen bij een instelling hebben altijd het risico in zich dat de kwaliteit van zorg vermindert. Daarom houdt de IGZ bij instellingen in financiële moeilijkheden (en dus niet alleen bij instellingen waarbij sprake is van – dreigend-faillissement) de vinger nadrukkelijk aan de pols.

Vraag 7

Deelt u de mening dat financiële problemen bij een zorginstelling ook tot vermindering van de kwaliteit van zorg en tot problemen voor cliënten en patiënten kunnen leiden, ook voordat of zonder dat er sprake is van een faillissement? Kunt u dit toelichten?

Antwoord 7

In zijn algemeenheid deel ik die mening natuurlijk, maar in de context van een concreet geval zijn nuanceringen mogelijk. De verantwoordelijkheid voor de keuzes die een instelling maakt ligt bij de Raad van Toezicht.

Vraag 8

Deelt u de mening dat het niet wenselijk is dat instellingsbudget wordt besteed aan het inhuren van een circus en dat dit budget beter besteed zou kunnen worden aan extra dagactiviteiten of lifestylecoaching van cliënten van de instelling? Zo nee, waarom niet? Zo ja, vindt u dat de toenmalige raad van toezicht van GGZ WNB voldoende toezicht heeft gehouden op de besteding van het budget?

Antwoord 8

Verschillen in kwaliteit van zorg tussen aanbieders komen inderdaad voor, zelfs bij overeenkomstige beschikbare budgetten. Dergelijke verschillen moeten transparant en inzichtelijk gemaakt worden zodat cliënten/patiënten kunnen kiezen voor zorg die het beste aansluit bij hun vraag. In geen enkel geval mag de kwaliteit van zorg onder het minimum zakken. Daarop houdt de IGZ toezicht.

De raad van toezicht heeft (in de meeste gevallen) volgens de statuten het goedkeuringsrecht op de begroting, vooraf dus. Over de besteding van de middelen legt de raad van bestuur verantwoording af in het jaarverslag dat ook weer goedkeuring behoeft van de raad van toezicht.

Vraag 9

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat er grote verschillen bestaan in de kwaliteit van zorg bij verschillende aanbieders van zorg in de GGZ en dat bij overeenkomstige beschikbare budgetten cliënten in sommige instellingen meer en betere zorg en begeleiding krijgen dan in andere? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is de rol van een raad van toezicht bij het controleren van de besteding van het budget en het nastreven van de best mogelijke zorg?

Antwoord 9

Het gaat erom dat elk der betrokkenen vanuit zijn eigen perspectief/belang zo zuiver mogelijke afwegingen maakt. Dat begint bij de zorgaanbieder die eigenstandig keuzes maakt over het zorgaanbod dat hij kan of wil leveren. Als zijn keuzes niet aansluiten bij de vraag van cliënten/patiënten dan is geen sprake van best mogelijke zorg en zal hij daarvoor zelf de consequenties dragen in de vorm van verminderde afname door zorgverzekeraar of zorgkantoor.

Zorgverzekeraars hebben zorgplicht en dragen eveneens de consequenties voor het niet aansluiten bij de zorgvraag omdat verzekerden van verzekeraar kunnen veranderen. Ook banken dienen de consequenties te dragen van verkeerde beslissingen die zij genomen hebben over investeringen die aan hen ter financiering zijn voorgelegd.

De zuiverheid van deze keuzes wordt negatief beïnvloed door de mogelijkheid dat de overheid de consequenties van dergelijke keuzes alsnog voor zijn rekening neemt, steun verleent en de rekening bij de premie- of belastingbetaler terechtkomt.

Het is onze stellige overtuiging dat in een dergelijk systeem van wederzijdse afhankelijkheden er voor zal zorgen dat het belang van patiënten en cliënten het beste gewaarborgd wordt.

Vraag 10

Herinnert u zich uw uitspraak «Wanneer partijen zelf verantwoordelijkheid dragen voor de consequenties van de keuzes van een zorgaanbieder, zullen wij mogelijke korte- en langetermijneffecten voor de patiënten en cliënten van deze keuzes zuiver afwegen?»2 Bent u van mening dat het dragen van financiële verantwoordelijkheid voor een instelling door partijen er altijd toe zal leiden dat deze partijen keuzes maken die leiden tot de best mogelijke zorg voor cliënten? Kunt u dit toelichten?

Antwoord 10

Ja.


X Noot
1

De Volkskrant, 26 oktober 2011.

X Noot
2

Kamerstuk 31 839, nr. 135, 17 oktober 2011.

Naar boven