31 839 Jeugdzorg

Nr. 135 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 oktober 2011

Tijdens de regeling van werkzaamheden op 21 september 2011 is verzocht om de Tweede Kamer per brief te informeren over de financiële situatie bij Stichting Zonnehuizen en over de vraag op welke wijze en op welk moment de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft ingegrepen. Ook werd verzocht om toezending van rapporten van de IGZ over Zonnehuizen.

Allereerst geef ik enige feitelijke informatie over Stichting Zonnehuizen. Vervolgens ga ik in op de kwaliteit en veiligheid van zorg binnen Stichting Zonnehuizen. Daarna zal ik ingaan op de continuïteit van zorg geleverd door Stichting Zonnehuizen.

Feiten informatie Stichting Zonnehuizen

Stichting Zonnehuizen is, volgens het jaarverslag 2009, een landelijk werkende organisatie voor geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs voor kinderen, jeugdigen en volwassenen. Stichting Zonnehuizen werkt vanuit een antroposofische inspiratie en positioneert zich nadrukkelijk op het snijvlak van cure, care, speciaal onderwijs en arbeidsgerichte leerwegen. Stichting Zonnehuizen is verspreid over een groot aantal locaties. Stichting Zonnehuizen heeft een klinische capaciteit van 807 plaatsen en levert aan 2025 cliënten extramurale zorg. Het personeelsbestand bestaat uit 1208 FTE’s en het exploitatiebudget bedraagt ongeveer 90 miljoen euro (cijfers 2009). Het budget 2009 is grotendeels afkomstig uit AWBZ (ongeveer 70 miljoen euro). Daarnaast is budget afkomstig uit de Zvw (ongeveer 13 miljoen euro). Op titel van speciaal onderwijs beschikt Stichting Zonnehuizen over ongeveer 6 miljoen euro budget.

Kwaliteit en veiligheid van zorg

Voor patiënten en cliënten van een zorgaanbieder zijn financiële problemen van de instelling, waarin zij, soms al vele jaren, verblijven, ingrijpend en bedreigend. Stichting Zonnehuizen verkeert in financiële moeilijkheden. Er is sprake van zeer aanzienlijke exploitatieverliezen. Financiële problemen kunnen een gevaar vormen voor de kwaliteit en veiligheid van zorg. Op dit moment is er volgens de IGZ sprake van het leveren van verantwoorde zorg door Stichting Zonnehuizen.

De IGZ heeft begin dit jaar met zowel de toenmalige raad van bestuur als de raad van toezicht gesproken. Onder andere omdat de ongunstige financiële situatie risico’s met zich meebrengt met betrekking tot de continuïteit en de kwaliteit van zorg. Deze gesprekken hebben er mede toe geleid dat zowel de raad van toezicht als de raad van bestuur zijn opgestapt. Inmiddels is een interim-bestuurder aangesteld en is er een nieuwe raad van toezicht aangetreden.

De locatie van Stichting Zonnehuizen in Zeist geeft de inspectie nog wel reden tot zorg. Deze locatie wordt door de IGZ dan ook strikt gevolgd. Het instellen van verscherpt toezicht is op dit moment niet aan de orde omdat de inspectie voldoende vertrouwen heeft in de huidige raad van toezicht en raad van bestuur die aan de hand van een herstelplan verbeteringen doorvoeren. De inspectie ontvangt hierover op reguliere basis voortgangsrapportages en houdt door middel van aangekondigde en onaangekondigde bezoeken toezicht op Stichting Zonnehuizen.

Bij de locatie Zeist van Stichting Zonnehuizen is sprake van «oranje/rode» plaatsen. Dat zijn plaatsen die ruim onvoldoende scoorden op de punten van sanitair, groepsgrootte en te kleine eenpersoonskamers. Na herhaalde bezoeken constateerde de IGZ dat er nog onvoldoende voortgang was. Op basis van het bezoek van 18 mei 2011 oordeelde de IGZ dat het niet meer mogelijk was op de afdelingen Luna 1 en 2 verantwoorde zorg te leveren. IGZ gelastte de instelling direct maatregelen te nemen zodat deze afdelingen binnen maximaal vier weken buiten gebruik konden worden gesteld. Van dit bezoek is een rapport opgemaakt dat sinds 16 juni 2011 op de site van de IGZ te vinden is (zie bijlage)1. De raad van bestuur heeft vervolgens adequaat gehandeld en de betrokken afdelingen daadwerkelijk buiten gebruik gesteld.

Brief «Waarborgen voor continuïteit van zorg»

Op 27 april 2011 stuurde ik, samen met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de brief «Waarborgen voor continuïteit van zorg»2 . In die brief beschrijven wij de verantwoordelijkheden van stakeholders en de overheid bij risico’s voor de continuïteit van zorg en bij zorgaanbieders in financiële moeilijkheden.

In die brief worden de verantwoordelijkheden van het bestuur, zorgverzekeraars en het zorgkantoor, de cliëntenraad, het personeel en banken beschreven in geval er sprake is van financiële of continuïteitsproblemen bij een zorgaanbieder. Al deze belanghebbenden hebben vanuit hun eigen perspectief belang bij het oplossen van de problemen.

Het bestuur is verantwoordelijk voor het hebben en houden van een gezonde exploitatie. We gaan ervan uit dat het bestuur het uiterste zal doen om te voorkomen dat de problemen leiden tot een faillissement. De cliënten, vertegenwoordigd door de cliëntenraad, hebben een groot belang bij het voorkomen dan wel oplossen van de problemen omdat een faillissement van een zorgaanbieder ingrijpende consequenties kan hebben. Het personeel, vertegenwoordigd door de Ondernemingsraad, heeft er belang bij dat zijn werkgever financieel gezond wordt. De banken hebben geld ter beschikking gesteld en zullen dat niet (gedeeltelijk) kwijt willen raken, zoals bij een faillissement goed mogelijk is.

Daarnaast geldt dat het zorgkantoor en de zorgverzekeraars een zorgplicht hebben voor hun verzekerden. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ziet erop toe dat de verzekeraars en het zorgkantoor zich op een onverhoopt faillissement voorbereiden.

Wij zullen, zoals beschreven in de genoemde brief, geen steun meer verlenen aan zorgaanbieders om hen voor een faillissement te behoeden. Steunverlening door de overheid verzwakt immers de stimulans voor de partijen om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Het laten voortbestaan van een zorgaanbieder door middel van steunverlening door de overheid geeft andere zorgaanbieders geen eerlijke kans om de zorg over te nemen of te leveren. Wanneer partijen zelf verantwoordelijkheid dragen voor de consequenties van de keuzes van een zorgaanbieder, zullen zij mogelijke korte- en langetermijneffecten voor de patiënten en cliënten van deze keuzes zuiver afwegen. Dit zal leiden tot betere keuzes, die dergelijke financiële problemen helpen te voorkomen.

Pas wanneer na een faillissement blijkt dat zogenaamde cruciale zorg niet wordt overgenomen, past ingrijpen door de overheid om de continuïteit van cruciale zorg te waarborgen opdat patiënten en cliënten niet de dupe worden van de problemen. Wat we onder cruciale zorg verstaan en welke instrumenten we daarbij inzetten staat in genoemde brief beschreven. Kortheidshalve verwijs ik u daarnaar. Tot zover de brief «Waarborgen voor continuïteit van zorg».

Stand van zaken

Patiënten en cliënten van Stichting Zonnehuizen moeten erop kunnen rekenen dat de zorg gecontinueerd blijft. Zij moeten zich geen zorgen hoeven te maken over de vraag of zij hun zorg nog wel kunnen blijven ontvangen. Daarover het volgende. Betrokken partijen zijn hard aan de slag. Met banken, zorgkantoor en zorgverzekeraars wordt door Stichting Zonnehuizen, op basis van een opgesteld herstelplan, gesproken over aanvullende financiering en een toekomstbestendige oplossing. De NZa heeft mij laten weten dat het zorgkantoor en de verzekeraars hun verantwoordelijkheid hebben genomen. Dit betekent dat het zorgkantoor en de verzekeraars hard meewerken aan een oplossing voor de problemen en een plan gereed hebben zodat adequaat gehandeld kan worden in geval de continuïteit van zorg onverhoopt in gevaar is. Zo zal voorkomen worden dat patiënten en cliënten hun zorg niet meer kunnen ontvangen.

Tegen deze achtergrond kan ik u niets melden over de exacte stand van zaken, de uitkomst van het onderhandelingsproces of de exacte bedragen waarover gesproken wordt. Ik beschik ook niet over cijfers over het jaar 2010 omdat het jaarverslag 2010 niet gepubliceerd is. Daarnaast geldt dat het noemen van bedragen niet opportuun is omdat die op het moment van presenteren gemakkelijk al weer achterhaald kunnen zijn en het bovendien marktgevoelige informatie is.

De Stichting Zonnehuizen heeft in het verleden een rijksgarantie gekregen op een aantal aangegane leningen op basis van de Garantieregeling Inrichtingen voor Gezondheidszorg 1958. In het kader van deze garantieregeling heb ik de interim-bestuurder per brief gewezen op zijn verantwoordelijkheden.

Met de inspanningen van alle betrokken partijen heb ik er vertrouwen in dat de kwaliteit én continuïteit van zorg voor de patiënten en cliënten gewaarborgd blijven.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 620, nr. 10.

Naar boven