Vragen van de leden Van Nieuwenhuizen en Dijkhoff (beiden VVD) aan de minister voor Immigratie en Asiel over problemen met het visumvrije verkeer met Bosnië-Herzegovina (ingezonden 4 oktober 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken), mede namens de minister voor Immigratie en Asiel (ontvangen 22 november 2011).

Vraag 1

Kent u het artikel «Bosnia and Herzegovina risks losing visa-free status» van www.euractiv.com?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is er in Nederland eveneens sprake van een disproportionele stijging van het aantal asielverzoeken van mensen uit Bosnië-Herzegovina?

Antwoord 2

Nee, er is geen disproportionele stijging van het aantal asielverzoeken van vreemdelingen uit Bosnië en Herzegovina.

Vraag 3

Is er via de Europese Raad contact geweest met de Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken over de monitoring van de overeengekomen afspraken met betrekking tot de visa liberalisatie van Bosnië-Herzegovina en Albanië, zoals afgesproken in november 2010? Zo ja, wat was de uitkomst hiervan?

Antwoord 3

Het functioneren van het monitoringmechanisme wordt regelmatig besproken in de Raad, meest recent tijdens de JBZ-Raad van 27 en 28 oktober 2011.

Tot nu toe blijken vooral Zweden, Duitsland en België geconfronteerd te worden met een verhoogd aantal ongegronde asielverzoeken uit de Westelijke Balkan.

Vraag 4

Worden de gemaakte afspraken met Bosnië-Herzegovina en Albanië met betrekking tot visumliberalisatie voldoende nageleefd? Zo nee, op welke punten worden deze niet nageleefd?

Antwoord 4

Het kabinet is van mening dat de gemaakte afspraken voldoende worden nageleefd.

Vraag 5

Is er inmiddels naar uw weten geantwoord op de brief van de Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken aan Servië, Albanië, Bosnië-Herzegovina, Montenegro en Macedonië door de betreffende ministers? Zo ja, wat waren deze antwoorden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Ja, in die zin dat de brief van Commissaris Malmström is besproken tijdens een ministeriële bijeenkomst met de landen van de Westelijke Balkan op 3 en 4 oktober 2011. De bijeenkomst stond in het licht van de verhoogde instroom asielzoekers uit de Westelijke Balkan landen, de nog ontoereikend geachte herintegratie van met name de Roma-minderheid en de noodzaak tot betere samenwerking bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad. Er is afgesproken dat de Balkanlanden op korte termijn opnieuw verslag doen van de vorderingen met betrekking tot de door hen genomen maatregelen.

Vraag 6

Zult u er bij de Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken op aandringen dat Nederland er grote waarde aan hecht dat de in november 2010 gemaakte afspraken over monitoring van de situatie met betrekking tot visumvrij verkeer van personen in Bosnië-Herzegovina en Albanië strikt worden uitgevoerd?

Antwoord 6

Nederland benadrukt dit stelselmatig in EU-verband.

Vraag 7

Deelt u de mening dat het opheffen van de visumverplichting voor bewoners van Albanië en Bosnië-Herzegovina geenszins een onomkeerbare zaak is en dat wanneer er problemen zijn met de praktische uitvoering hiervan deze maatregel weer kan worden teruggedraaid?

Antwoord 7

Ja.

Vraag 8

Hoe verhoudt zich dit tot de afgesproken noodremprocedure die bij een te grote toestroom in werking moet treden? Gaat deze procedure nu ook in werking treden?

Antwoord 8

De daarvoor benodigde aanpassing van Verordening (EG) Nr. 539/2001 is nog niet afgerond. Ik verwijs naar het BNC-fiche waarin de Nederlandse positie uiteen is gezet (BNC-fiche «Verordening vaststelling van de lijst visumplicht voor derdelanders», Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 22 112, nr. 1191).


X Noot
1

http://www.euractiv.com/enlargement/bosnia-herzegovina-risks-losing-visa-free-status-news-507905

Naar boven