Vragen van het lid Klijnsma (PvdA) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de voorgenomen verkoop van rijksmonumenten (ingezonden 31 augustus 2011).

Antwoord van staatssecretaris Zijlstra (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 31 oktober 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het schrijven van de voorzitter van de Vereniging van Architecten Werkzaam in de Restauratie (VAWR), betreffende het voornemen om rijksmonumenten af te stoten?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u het hierin beschreven voornemen om bepaalde rijksmonumenten «te vervreemden richting de gebruikende instellingen» bevestigen dan wel ontkennen?

Antwoord 2

U bent geïnformeerd in mijn brief «Meer dan Kwaliteit: nieuwe visie op cultuurbeleid» (TK 32 820, nr.1 (2010–2011)) dat het kabinet zal onderzoeken of het mogelijk en wenselijk is het eigendom van de gebouwen waarin de rijksgesubsidieerde musea zijn gehuisvest, aan hen over te dragen. Achttien van deze musea zijn in een rijksmonument gevestigd. Over het beleid ten aanzien van monumenten in rijksbezit in bredere zin, inclusief de mogelijkheden tot vervreemding ontvangt u binnenkort een brief.

Vraag 3

Indien dit voornemen bestaat, om welke panden gaat het dan? Bent u bereid de Kamer schriftelijk te informeren over alle monumenten die het betreft, hun huidige gebruikers en het verwachte financiële gewin?

Antwoord 3

Het onderzoek genoemd bij vraag 2 betreft vooralsnog alle huisvesting van de rijksgesubsidieerde musea (monumentaal en niet-monumentaal).

Vraag 4

Zijn alle huidige gebruikers van de beoogde panden op de hoogte van het voornemen om de monumenten te verkopen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, zullen de plannen ertoe leiden dat instellingen die de (onderhouds-)lasten van een monument niet kunnen dragen moeten uitwijken naar een minder geschikte locatie voor hun activiteiten?

Antwoord 4

De musea zijn op de hoogte van het onderzoek naar mogelijke overdracht van de huisvesting. De overdracht kan er toe leiden dat het ondernemerschap van musea kan toenemen, indien instellingen invloed kunnen uitoefenen op hun huisvesting en huisvestingskosten.

Vraag 5

Deelt u de mening dat deze rijksmonumenten in publiek bezit zijn omdat ze van ons allemaal zijn, omdat we trots moeten zijn op ons erfgoed? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

In essentie is het rijk trots op al het cultureel erfgoed en daarom heeft Nederland de Monumentenwet 2011 die rijksmonumenten beschermt. Slechts ongeveer 3% van alle rijksmonumenten is in rijksbezit. Voor veel van de monumenten geldt dat een andere overheid of private eigenaar net zo goed als het rijk voor behoud en beheer kan zorgen.


X Noot
1

Brief VAWR d.d. 26 augustus 2011, onderhands aan bewindspersonen verstrekt.

Naar boven