Vragen van de leden Elias en Azmani (beiden VVD) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over werkloze jongeren die op reis gaan naar Schotland (ingezonden 17 augustus 2012).

Antwoord van staatssecretaris Zijlstra (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 11 september 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Zeven werkloze jongeren op reis naar Schotland»?1

Antwoord op vraag 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat dit project gefinancierd wordt vanuit het Leonardo Da Vinci project van het Europese programma «Leven Lang Leren» dat uitgevoerd wordt door het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap?

Antwoord op vraag 2

Ja. Het Leonardo da Vinci programma is onderdeel van het Europese programma «Leven Lang Leren». In dat programma bestaat binnen de subsidielijn transnationale mobiliteit de categorie «People on the Labour Market». De subsidielijn richt zich op pas afgestudeerden, schoolverlaters, werkenden en werkzoekenden. Het Nationaal Agentschap voor het programma een «Leven Lang Leren» heeft Leonardo-subsidie toegekend aan Werkcenter Nederland voor projecten voor «People on the Labour Market». Een eis om in aanmerking te komen voor een Leonardo-subsidie is dat de werkstage in een ander EU-lidstaat plaatsvindt.

Vraag 3

Kunt u aangeven waarom deze werklozen op reis naar Schotland gaan? Waarom kunnen zij in Nederland geen «inspiratie» opdoen?

Antwoord op vraag 3

Het is niet het doel van dit project om inspiratie op te doen, maar om deelnemers te ondersteunen bij het verkrijgen van een start- of arbeidskwalificatie.

Deelnemers zijn werkloze probleemjongeren die veelal hun opleiding niet hebben afgemaakt. Gebleken is dat gedurende de periode van uitzending (waarbij de deelnemer uit de eigen omgeving is) er geen terugval plaatsvindt in oude patronen; een risico dat bij deze doelgroep aanwezig is. Dit neemt niet weg, dat het kabinet van mening is dat werkloze jongeren niet per se naar het buitenland behoeven te worden gestuurd om een positief resultaat te kunnen bereiken.

Vraag 4

In hoeverre is het volgens u een taak van Europa om zich te bemoeien met projecten voor arbeidsdeelname in lidstaten?

Antwoord op vraag 4

De EU is bevoegd om een ondersteunende rol te spelen als het gaat om het bevorderen van werkgelegenheid (artikel 3 EU-verdrag en titel IX EU-werkingsverdrag).

Gelet op de snel stijgende jeugdwerkloosheid lanceerde de Commissie in december het «Kansen voor Jongeren»-initiatief. Bij het tegengaan van jeugdwerkloosheid is de inrichting van het werkgelegenheidsbeleid echter primair een taak van nationale overheden (zie ook Kamerstuk 22 112 nr. 1355).

De belangrijkste bijdrage vanuit de EU-begroting wordt geleverd via het Europees Sociaal Fonds (ESF). Maar vanwege de ernst van het probleem worden ook andere EU-fondsen ingezet, zoals het Leven Lang Leren Programma.

Vraag 5

Valt deze aanwending van Europese middelen voor dit project door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en door de betreffende gemeente(n) onder de criteria van de Europese subsidieverstrekking?

Antwoord op vraag 5

Ja, de subsidie in het kader van de actielijn «People on the Labour Market» is toegekend door het Nationaal Agentschap voor het Leven Lang Leren Programma. Het project is door het Agentschap getoetst aan de criteria zoals deze zijn vastgesteld door de Europese Commissie in het kader van het Leven Lang Leren Programma. Het ministerie van OCW en de Europese Commissie houden toezicht op de uitvoeringsactiviteiten van het Nationaal Agentschap.

Vraag 6 en 7

Hoe verhoudt een inspiratievakantie zich tot het beleid van de bewindspersonen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat juist in beginsel gericht is op eigen verantwoordelijkheid van jongeren (of je gaat naar school, of je gaat aan het werk)?

Deelt u de mening dat het voor jongeren veel beter is om arbeidsritme in Nederland op te doen, dan in het buitenland «inspiratie» op te doen? Is bijvoorbeeld de tegenprestatie naar vermogen niet een veel beter en goedkoper middel om langdurig werkzoekenden arbeidsritme te laten opdoen?

Antwoord op de vragen 6 en 7

Het kabinet onderschrijft dat jongeren in de eerste plaats zelf verantwoordelijk zijn voor het zoeken naar een baan c.q. een opleiding. Mochten zij hierin echter niet slagen, dan kunnen gemeenten jongeren hierbij ondersteunen, bijvoorbeeld met een werkstage in Nederland. Re-integratie van probleemjongeren valt onder de verantwoordelijkheid van gemeenten.

Gemeenten zijn daarbij verantwoordelijk om aan de hand van de individuele omstandigheden en de voorhanden zijnde mogelijkheden te bepalen op welke wijze (maatwerk) de werkloze jongere zo goed mogelijk ondersteund kan worden naar werk of naar scholing. De tegenprestatie is overigens niet primair gericht op arbeidsinschakeling, maar op het naar vermogen verrichten van onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden. Afhankelijk van de concrete werkzaamheden die worden verricht, zouden dergelijke werkzaamheden wel kunnen helpen om arbeidsritme op te doen.

Het kabinet onderschrijft dat gemeenten er verstandig aan doen de hun beschikbaar gestelde middelen zo effectief mogelijk in te zetten, waarbij de vraag gesteld kan worden of projecten in het buitenland aan dat criterium voldoen.

De gemeenteraad is echter in de eerste plaats verantwoordelijk om hierop toezicht te houden.

Vraag 8

In hoeverre bent u bekend met andere voorbeelden van gemeenten die werklozen gratis op vakantie sturen?

Antwoord op vraag 8

Het kabinet is bekend met één eerder soortgelijk project dat eveneens vanuit het werkplein Eemsdelta was geïnitieerd. Ook daar is overigens geen sprake van een vakantie.

Vraag 9

Deelt u de mening dat gemeenten er voor moeten zorgen dat werklozen hun vaardigheden en opleiding op niveau brengen en hen daar eventueel bij te helpen, in plaats van hen op vakantie te sturen?

Antwoord op vraag 9

Nee, jongeren zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het zoeken van een baan c.q. een opleiding. Als zij hiertoe niet in staat blijken, kunnen gemeenten jongeren hierbij ondersteunen.

Vraag 10 en 11

Bent u bereid de middelen die aan de betreffende gemeente zijn verstrekt terug te vorderen nu zij er kennelijk «zinloze en averechtse» activiteiten van financieren?

Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat gemeenten langdurig werklozen niet meer belonen met een vakantie, maar hen er toe aanzetten om aan het werk te komen?

Antwoord op de vragen 10 en 11

Het betreft EU-middelen, die door het Nationaal Agentschap Leven Lang Leren worden beheerd en op grond van Europese subsidievoorwaarden zijn toegekend. Het is daarom niet mogelijk voor het rijk deze middelen terug te vorderen.

Aangezien het project nog loopt kunnen op voorhand geen conclusies worden getrokken over de resultaten van de werkstage.


X Noot
1

www.telegraaf.nl, 15 augustus 2012

Naar boven