Vragen van het lid Gesthuizen (SP) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en
van Infrastructuur en Milieu over dubieuze faillissementen en doorstarters in de transportsector
(ingezonden 13 augustus 2012).
Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister
van Infrastructuur en Milieu (ontvangen 5 september 2012).
Vraag 1
Herinnert u zich de eerdere Kamervragen over dit onderwerp?1
Vraag 2
Bent u bekend met het bericht naar aanleiding van het onderzoek van de Stichting Malafide
Doorstarten, dat in meer dan 40 procent van de faillissementen in de transport- en
bouwsector gefraudeerd wordt?2 Wat is uw reactie hierop?
Vraag 3
Hoe zou voorkomen kunnen worden dat fraudeurs hun bedrijf opzettelijk failliet laten
gaan en vervolgens een doorstart geven om er zelf beter van te worden, waarbij werknemers
en schuldeisers berooid achter blijven, zoals nu grootschalig gebeurt?
Vraag 4
Bent u het eens met de woordvoerder van FNV Bondgenoten dat de faillissementswet op
dit moment tekort schiet, omdat er te vaak wordt aangestuurd op een doorstart en er
te weinig onderzoek naar fraude en benadeling van schuldeisers en werknemers wordt
gedaan? Hoe zou dat voorkomen kunnen worden?
Vraag 5
Deelt u de mening dat de belangen van schuldeisers en werknemers nadrukkelijker dan
nu het geval is meegewogen moeten worden en dat de failliete ondernemer niet zomaar
failliet kan gaan en het bedrijf onder andere naam kan doorstarten om van deze verplichtingen
af te zijn? Zou bij een doorstart bij dezelfde eigenaar niet per definitie heel zorgvuldig
moeten worden bekeken of geen benadeling van derden plaatsvindt?
Vraag 6
Hoe is het mogelijk dat een relatief kleine groep van tien tot vijftien faillissementsfraudeurs
in de transportsector er steeds weer in slaagt failliet te gaan en door te starten?
Waarom worden deze personen niet strafrechtelijk aangepakt?
Vraag 7
Wat is uw reactie op het verwijt dat er te weinig aandacht is voor aangiftes door
curatoren van strafrechtelijk relevante fraudegevallen? Hoe rijmt u dit onder curatoren
bestaande beeld met de in uw brief van 11 april 2012 genoemde maatregelen?3 Bent u bereid om voor de werkzaamheden van curatoren in het strafrechtelijke traject
een regeling open te stellen zoals die van de Garantstellingsregeling Faillissementscuratoren
(GSR 2012)?
Vraag 8
Bent u op de hoogte van het feit dat diverse transporteurs die in Nederland failliet
zijn gegaan, nu vanuit Duitsland eenvoudigweg hun activiteiten voortzetten vanuit
postbusondernemingen? Bent u bekend met het feit dat zij illegaal op de Nederlandse
transportmarkt actief blijven wegens strijd met EU-verordening 1071/2009, zodat er
sprake is van concurrentievervalsing? In hoeverre bent u uw eerdere toezegging nagekomen
om de betrouwbaarheidstoets van een vervoersonderneming in het kader van EU-Verordening
1071/2009 uit te breiden?1
Vraag 9
Wordt er in deze gevallen met betrekking tot de vergunningverlening of de intrekking
van transportvergunningen vanuit Nederland door de Inspectie Leefomgeving en Transport
en de stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO) informatie
uitgewisseld dan wel samengewerkt met de Duitse instanties? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, hoe vaak en hoe effectief gebeurt dit?
Vraag 10
Is bij u bekend hoe de Duitse overheid omgaat met vanuit Nederland door inspectiediensten
of vakbonden overgedragen dossiers met betrekking tot het onderzoeken dan wel de intrekking
van transportvergunningen op grond van verordening 1071/2009 aangaande de feitelijke
vestigingseisen en de betrouwbaarheid van bestuurders? Zo nee, bent u bereid in contract
te treden met uw Duitse ambtgenoten om zo een effectieve handhaving van verordening
1071/2009 te bewerkstelligen?
Vraag 11
Welke aanvullende maatregelen gaat u nemen naar aanleiding van deze berichten om faillissementsfraude
en malafide doorstarters effectiever aan te pakken?
Vraag 12
Bent u bereid met de Stichting Malafide Doorstarten en de vakbonden deze problemen
te bespreken en te overleggen over mogelijke oplossingen?
Mededeling
Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu, dat de
schriftelijke vragen van het lid Gesthuizen (SP) over dubieuze faillissementen en
doorstarters in de transportsector (ingezonden 13 augustus 2012) niet binnen de gebruikelijke
termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen
is.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
X Noot
1Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 498.
X Noot
2Het Parool, 9 augustus 2012