Vragen van de leden Elissen en De Jong (beiden PVV) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de RET die passagiers afluistert (ingezonden 11 mei 2012).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 21 juni 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2684.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Rotterdamse RET luistert gesprekken af in trams»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de RET gesprekken afluistert? Zo ja, op welke schaal gebeurt dit? Is de RET in uw beleving bevoegd om gesprekken elektronisch af te luisteren? Zo ja, op basis waarvan?

Antwoord 2

Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op vragen 2 t/m 4 van de leden El Fassed en Van Gent (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 3016).

Vraag 3 en 4

Houdt toestemming om cameratoezicht uit te voeren tevens in dat de betreffende organisatie het recht heeft om daarbij tegelijkertijd ook geluid op te nemen en vast te leggen? Zo ja, vindt u dat het publiek daartoe extra geïnformeerd zou moeten worden? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat, naast het opnemen van beelden, het opnemen van gesprekken een extra inbreuk op de privacy vormt?

Antwoord 3 en 4

Voor de vraag of een afzonderlijke melding aan het CBP vereist is om naast beeldopnames ook geluidsopnames te bewaren is onder andere van belang of het om een zodanige kwaliteit opnames gaat dat daarop stemmen te identificeren zijn. Indien dat het geval is lijkt een melding bij het CBP en een melding vooraf aan de reizigers vereist. Het uiteindelijke oordeel hierover komt echter niet aan mij toe, maar aan het CBP.

Vraag 5

Hoe worden de afgeluisterde gesprekken gebruikt en worden de gegevens ook daadwerkelijk opgeslagen? Zo ja, op welke wijze? Welke termijnen en waarborgen zijn daaraan verbonden?

Antwoord 5

De RET hanteert een protocol om te bepalen of een verzoek om toegang tot bepaalde beeld- en geluidsopnames kan worden gehonoreerd. Politie en justitie zijn de enige externe partijen die – na een daartoe strekkende vordering ten behoeve van een strafrechtelijk onderzoek – toegang krijgen tot de opnames. Daarnaast kan in bepaalde gevallen, ten behoeve van specifieke doelen zoals aangemeld bij het CBP, een schriftelijk verzoek worden gedaan om de opnames te gebruiken voor intern gebruik. Het gaat dan bijvoorbeeld om het verzamelen van ondersteunend bewijs bij het verhalen van schade na vernielingen.

Alle verzoeken of vorderingen worden ingediend bij de afdeling Veiligheid van de RET en worden behandeld door de algemeen directeur RET en door hem aangewezen personen behorende tot zijn organisatie, die de gegevens in gevolge hun taak mogen ontvangen. Er wordt een overdrachtsformulier ingevuld als bewijs voor overdracht van de opnames, zowel bij interne als externe verzoeken.

Voor de door de RET gehanteerde bewaartermijnen voor geluidsopnames verwijs ik naar het antwoord op vraag 5 van de leden El Fassed en Van Gent (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 3016).

Vraag 6

Gaat u nader onderzoek instellen naar aanleiding van het bericht dat de RET afluistert? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op vraag 6 van de leden El Fassed en Van Gent (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 3016).

Naar boven