Vragen van het lid De Jong (PVV) aan de minister van Infrastructuur en Milieu over het bericht «Treinpersoneel elke week slachtoffer van fysiek geweld» (ingezonden 24 mei 2012).

Antwoord van minister Spies (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de minister van Infrastructuur en Milieu (ontvangen 27 juni 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2825.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Treinpersoneel elke week slachtoffer van fysiek geweld»1?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat iedere week treinpersoneel slachtoffer wordt van fysiek geweld? Zo ja, bent u bereid de meest recente cijfers rondom geweld in het openbaar vervoer naar de Kamer te sturen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 2

Is het waar dat iedere week treinpersoneel slachtoffer wordt van fysiek geweld? Zo ja, bent u bereid de meest recente cijfers rondom geweld in het openbaar vervoer naar de Kamer te sturen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 3 t/m 5

Deelt u de mening dat geweld tegen treinpersoneel verwerpelijk is en keihard moet worden aangepakt? Zo ja, welke maatregelen nemen dit kabinet en NS om geweld in de trein tegen te gaan?

Hoe gaat NS om met medewerkers die slachtoffer zijn geworden van geweld en met medewerkers die ingrijpen tegen geweld?

Deelt u de mening dat bij geweld tegen medewerkers in het openbaar vervoer de dader altijd een ov-verbod moet worden opgelegd? Zo ja, hoe vaak is er in het afgelopen jaar een ov-verbod opgelegd?

Antwoord 3 t/m 5

Agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak – zoals treinpersoneel, ambulancemedewerkers, onderwijzers, politieagenten – is onacceptabel. Dat is in 2006 reden geweest voor het toenmalige kabinet om agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak landelijk aan te pakken. Sinds 2007 wordt deze aanpak geregisseerd vanuit het programma Veilige Publieke Taak van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Meer specifiek ten aanzien van agressie en geweld in het openbaar vervoer is in 2009 de Taskforce Veiliger Openbaar Vervoer ingesteld door de toenmalige ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Verkeer en Waterstaat. Hierover en over de maatregelen van de NS ter vermindering van agressie en geweld tegen het treinpersoneel bent u eerder bij brief van 4 juni 2012 (TK 28 642, nr. 53) van mijn ambtgenoot van Veiligheid en Justitie en van mij – mede namens de minister van Infrastructuur en Milieu – geïnformeerd. Uitgangspunt is en blijft dat agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak nooit en te nimmer wordt getolereerd.

In die gevallen waarbij NS-medewerkers geconfronteerd worden met schokkende of traumatiserende gebeurtenissen vindt altijd opvang plaats door de wachtdienst en wordt indien nodig/gewenst nazorg door de leidinggevende geregeld. Hiervoor bestaat een protocol Opvang en Nazorg. In dit kader kan worden doorverwezen naar het Instituut voor Psychotrauma (IVP). Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van de intercollegiale opvang «Vangrail».

Als maatregel tegen (stelselmatige) daders van agressie en geweld tegen hun werknemers kan NS – op basis van de Wet personenvervoer 2000 (Wp 2000) – daders een reisverbod openbaar vervoer opleggen. Daarnaast kan de NS aangifte doen en waar mogelijk de schade op de dader verhalen. Specifiek ten aanzien van het aantal OV-verboden verwijs ik u naar de voortgangsrapportage van het programma Veilige Publieke Taak van 15 maart jl (TK 28 684, nr. 344) waarin – bij de beschrijving van de voortgang van de aanpak bij het openbaar vervoer – het aantal OV-verboden in Amsterdam en Rotterdam over de periode 2008 tot en met 2011 is opgenomen.


X Noot
1

 Metro pagina 3, 23 mei 2011.

Naar boven