28 642 Sociale veiligheid openbaar vervoer

Nr. 53 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2012

In de Regeling van Werkzaamheden van 23 mei 2012 verzocht het lid Marcouch (PvdA) om een kabinetsreactie op het geweld tegen het treinpersoneel, naar aanleiding van een bericht hierover in het dagblad Metro van die datum. Daarnaast heeft het lid Bontes (PVV) in de Regeling van Werkzaamheden van 29 mei 2012 verzocht om een kabinetsreactie naar aanleiding van berichten in de media over geweld tegen politieagenten, in het bijzonder over hoe het staat met de strafverzwaring bij agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak. Met deze brief – die wij u mede namens de minister van Infrastructuur en Milieu sturen – voldoen wij aan dit verzoek.

Agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak – zoals treinpersoneel, ambulancemedewerkers, onderwijzers, politieagenten – is onacceptabel. Dat is in 2006 reden geweest voor het toenmalige kabinet om agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak landelijk aan te pakken. Sinds 2007 wordt deze aanpak geregisseerd vanuit het programma Veilige Publieke Taak van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

De aanpak is gericht op:

  • Voorkomen van agressie en geweld;

  • Stellen van grenzen;

  • Het aanpakken van de daders;

  • Het ondersteunen van werkgevers.

Ruggengraat van de aanpak zijn de acht werkgeversmaatregelen voor een effectief veiligheidsbeleid en de Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA) tussen politie en Openbaar Ministerie.

Meer specifiek ten aanzien van agressie en geweld in het openbaar vervoer is in 2009 de Taskforce Veiliger Openbaar Vervoer ingesteld door de toenmalige ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Verkeer en Waterstaat. Onder regievoering vanuit het ministerie van BZK hebben betrokken partijen – waaronder de NS – de afgelopen jaren hard gewerkt aan de in- en uitvoering van 16 maatregelen. Wij hebben goede hoop dat spoedig de laatste van deze 16 maatregelen van de Taskforce VOV kan worden afgerond.

Over de maatregelen en voortgang van het programma Veilige Publieke Taak en de Taskforce VOV bent u de afgelopen jaren regelmatig geïnformeerd, onder andere in de halfjaarlijkse voortgangsrapportages Veilige Publieke Taak.

Uit belevingsonderzoek vanuit het programma Veilige Publieke Taak blijkt dat er in de periode 2007–2011 een vermindering is bewerkstelligd van 7% minder slachtoffers van agressie en geweld onder werknemers met een publieke taak. Voor treinpersoneel betreft dat een daling van 98% slachtofferschap in 2007, via 96% in 2009 tot 93% in 2011.

Als het gaat om agressie tegen treinpersoneel hanteert NS – in lijn met de acht werkgeversmaatregelen voor een effectief veiligheidsbeleid vanuit het programma Veilige Publieke Taak – een zero-tolerance beleid. NS duldt op geen enkele wijze agressief gedrag.

In het kader van Sociale veiligheid treft NS – in overeenstemming met de eerdergenoemde acht werkgeversmaatregelen en de ELA – gerichte en effectieve maatregelen ten bedrage van ruim 100 miljoen euro per jaar. Deze maatregelen bestrijken de hele veiligheidsketen (pro-actie – preventie -preparatie – interventie en nazorg). Het gaat daarbij om speciaal opgeleide Service en Veiligheidsteams met extra bevoegdheden, korte lijnen met (spoor)politie en overige hulpdiensten, camera’s op stations en in treinen, opvang en nazorg van slachtoffers. Als maatregel tegen (stelselmatige) daders van agressie en geweld tegen hun werknemers verhaalt NS waar mogelijk de schade op de dader. Daarnaast kan NS – op basis van de Wet personenvervoer 2000 (Wp 2000) – daders een reisverbod openbaar vervoer opleggen. Vaak betreft dat een kortdurend reisverbod, waarbij een passagier voor de betreffende rit een reisverbod wordt opgelegd en de passagier het voertuig moet verlaten. Een reisverbod voor langere termijn (van enkele dagen tot enkele maanden) wordt – behoudens bij de RET – tot dusver nog weinig opgelegd. Dat komt deels omdat de handhaving lastig is, doordat er op het overtreden van een reisverbod in de Wp 2000 geen sanctie is gesteld. De wetswijziging die voorziet in het sanctioneren van het reisverbod is recent door de Eerste Kamer aanvaard. Nadat de wetswijziging in werking is getreden kunnen de vervoerders (meer) ervaring op gaan doen met het opleggen en handhaven van het reisverbod. Na drie jaar zal de toepassing van het reisverbod worden geëvalueerd. U wordt hierover geïnformeerd.

Wat betreft de strafverzwaring kunnen wij mededelen dat in zaken van agressie of geweld tegen werknemers met een publieke taak drie keer zo zware strafeisen worden gevorderd. Tijdens het AO Veilige Publieke Taak van 8 maart 2011 is toegezegd dat jaarlijks wordt gevolgd in hoeverre rechters ook daadwerkelijk deze hogere strafeisen van het OM volgen en derhalve zwaarder straffen. Eerder bleek al dat rechters bij het opleggen van straffen de verhoogde strafeisen vaak volgen (de hoogte van de gemiddelde straf bleek 93% te zijn van de hoogte van de gemiddelde strafeis). Dit betrof cijfers over 2010. Inmiddels is een onderzoek gestart naar recentere cijfers. Over de resultaten wordt u na de zomer van 2012 geïnformeerd.

Het kabinet acht daarbij het behoud van de taakstraf in het sanctiestelsel van belang. Waar het gaat om het voorkomen van recidive is de taakstraf een relatief effectieve vorm van bestraffing. Wel vindt het kabinet dat een taakstraf ongeschikt is voor de bestraffing van ernstige zeden- en geweldsmisdrijven. De legitimiteit van en het maatschappelijk draagvlak voor taakstraffen worden ondergraven als taakstraffen worden opgelegd voor dergelijke ernstige misdrijven. Het kabinet hecht daarom aan een duidelijke positionering van de taakstraf als passende straf voor plegers van naar verhouding lichtere delicten. De wettelijke regeling die de mogelijkheden beperkt om een taakstraf op te leggen voor dergelijke misdrijven is inmiddels van kracht.

Bij de aanpak van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak wordt altijd een lik-op-stukbeleid (zero tolerance) gevoerd. De afspraken met politie en Openbaar Ministerie zijn dat iedere aangifte, inclusief een aangifte door de werkgever, in behandeling wordt genomen. Er wordt zo veel mogelijk lik op stuk toegepast. Waar mogelijk wordt voorlopige hechtenis gevorderd en snelrecht toegepast. Schade wordt zoveel mogelijk verhaald op de dader. Politie en Openbaar Ministerie zorgen voor een eenduidige registratie van zaken.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Naar boven