Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over contact met de alcohol- en tabakslobby (ingezonden 16 mei 2012).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 15 juni 2012).

Vraag 1

Herinnert u zich uw antwoorden op eerdere vragen van 12 april 20121 en tijdens het vragenuur van 15 mei 2012?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 t/m 12

Herinnert u zich de toezegging tijdens het vragenuur van 25 oktober 20112 dat u alle contacten met de alcohol- en tabakslobby openbaar zou maken? Zo ja, waarom hebt u dit niet met betekenisvolle gegevens voor beide sectoren gedaan?

Begrijpt u dat niet alle details noodzakelijk zijn, maar betekenisvolle informatie en dat het geheel uitblijven hiervan de controle onmogelijk maakt?

Waarom geeft u de Kamer geen betekenisvolle informatie over contacten met de alcohol- en tabakslobby, maar stuurt u vage en nietszeggende lijstjes over gesprekken, maar niets over inhoud?3

Waarom verwijst u in bovengenoemde antwoorden op vragen om informatie te ontvangen over contact met de lobby naar een WOB-verzoek (Wet Openbaarheid van Bestuur)? Deelt u de mening dat Kamerleden recht hebben op informatie en niet afhankelijk mogen zijn van een WOB-procedure van een journalist?1

Waarom is gestopt met het maken van verslagen van directeurenoverleggen alcohol? Vindt u dit transparant?

Waarom worden geen verslagen gemaakt met betekenisvolle informatie van gesprekken met de tabakslobby? Acht u dit transparant?

Waarom worden er geen gespreksverslagen gemaakt van bijeenkomsten en gesprekken tussen uw ministerie en de alcohol- en tabakslobby, zoals dat in Europa wel gebeurt?

Is het waar dat onder uw verantwoordelijkheid door ambtenaren bezoeken zijn gebracht aan een sigaretten- en bierfabriek? Zo ja, waarom vermeldt u dit niet?

Waarom bent u van mening dat u transparant bent over de contacten met de alcohol- en tabakslobby, terwijl er geen betekenisvolle gespreksverslagen met conclusies zijn?

Herinnert u zich uw antwoorden op vragen waarin u erkent dat u als verantwoordelijk minister volgens het FCTC-verdrag (Framework Convention on Tobacco Control) transparant moet zijn over contacten met de industrie? Vindt u dat u hieraan met de gebruikte vage bewoordingen voldoet?4

Bent u bereid vanaf nu lobbygesprekken tussen uw ministerie en de alcohol- en tabakslobby vast te leggen in een gespreksverslag, met daarbij de getrokken conclusies en betekenisvolle uitspraken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2 t/m 12

Zoals ik heb aangegeven in Kamervragen d.d. 7 mei jl. kunt u mij afrekenen op het resultaat van mijn beleid. Goed afgewogen beleid vraagt om contact met publieke en private partijen. In de Landelijke Nota Gezondheidsbeleid heb ik aangegeven dat publiekprivate samenwerking en de expertise van maatschappelijke partners onmisbaar zijn bij het ontwikkelen van beleid op nationaal en lokaal niveau, maar ook bij het beschikbaar maken van informatie om zelf te beslissen over leefstijl. Om dit beleid te ontwikkelen is het noodzakelijk dat mijn ambtenaren contact hebben met alle belanghebbenden. Alleen op deze manier is een goede afweging van alle relevante informatie mogelijk. Ik heb het volste vertrouwen in de professionaliteit en integriteit waarmee mijn ambtenaren zich in contacten met maatschappelijke partijen opstellen.

Al mijn contacten met de tabaksindustrie heb ik openbaar gemaakt in antwoord op Kamervragen van 1 december 2011. Hierin stond ook het werkbezoek vermeld dat ambtenaren hebben gebracht aan een tabaksfabrikant. Met betrekking tot alcohol heb ik niet toegezegd om inzicht te geven in de contacten met de alcohollobby, en ik vind het ook onwenselijk om dit te doen. Niet omdat die contacten geheim zouden moeten blijven, maar omdat het functioneren van mijn ambtenaren en daarmee van mij als minister ernstig wordt belemmerd als ik bij uiteenlopende beleidsonderwerpen alle tussenstappen die worden gemaakt in de ontwikkeling van het beleid aan de Tweede Kamer moet melden.

De afgelopen bijeenkomsten van het directeurenoverleg alcohol (DOA) waren strategische sessies met een informeel karakter. Doel van deze sessies is om gedeelde ambities van deelnemers aan het DOA-overleg te formuleren die bijdragen aan verantwoord alcoholgebruik. Bij dergelijke brainstormsessies is het ongeacht het onderwerp vaak functioneel om geen verslag te maken en alleen de eindconclusies vast te leggen. Dit directeurenoverleg bestaat overigens niet alleen uit vertegenwoordigers van de alcoholindustrie, maar ook van de retail, de horeca, de GGD, de gemeenten en het Trimbos-instituut. Zodra de conclusies uit deze strategische sessies beschikbaar zijn zal ik deze aan de Kamer toezenden. Overigens kan ik inderdaad bevestigen dat er vorig jaar een ambtelijk werkbezoek heeft plaatsgevonden aan bierfabrikant Heineken.

Zoals ik heb aangegeven in Kamervragen d.d. 7 mei jl. kunnen beschikbare verslagen altijd worden opgevraagd en is er geen sprake van geheimzinnigheid. Voor externen zoals bijvoorbeeld journalisten is het daarbij ook nog altijd mogelijk om dit op basis van de WOB te doen. Voor Kamerleden is daar vanzelfsprekend geen WOB voor nodig. Het is echter een misvatting te denken dat van ieder (telefoon-)gesprek dat vanuit het ministerie met maatschappelijke partijen wordt gehouden een formeel verslag wordt gemaakt. Dat is normaliter alleen het geval bij vergaderingen waarvoor partijen officieel worden uitgenodigd en vooraf een agenda wordt rondgestuurd. Dat wil ik graag zo houden want verslaglegging en daarbij behorende afstemming van het verslag tussen bij de vergadering betrokken partijen kost tijd van mijn ambtenaren en die tijd zet ik graag zo nuttig mogelijk in.

Vraag 13

Praat u als minister van volksgezondheid met de alcoholindustrie over preventie en alcohol en tegelijk als minister van sport met dezelfde alcoholindustrie over sponsoring van sportevenementen?

Antwoord 13

Vertegenwoordigers van de alcoholindustrie, maar ook van de retail, de horeca, de GGD, de gemeenten en het Trimbos-instituut maken allen deel uit van het DOA-overleg op ambtelijk niveau. Momenteel wordt er in een reeks strategische sessies gewerkt aan een gezamenlijke ambitie om verantwoord alcoholgebruik te stimuleren en daarop toe te zien. Daaronder valt ook de dimensie van alcoholgebruik bij sportevenementen. Zodra de conclusies van deze strategische werkgroep beschikbaar zijn zullen deze aan de Kamer worden toegezonden.

Daarnaast vond er op 11 april jl. een Ronde Tafel «Alcoholgerelateerde Overlast» plaats, waarvan ik in het AO Alcoholbeleid van 9 februari 2012 had toegezegd deze te zullen organiseren. Daaraan heeft STIVA als vertegenwoordiger namens de alcoholindustrie deelgenomen. Het verslag van deze bijeenkomst zal nog deze maand aan de Kamer worden toegezonden.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2457.

X Noot
2

2011Z20871 Mondelinge vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitzending «Minister van tabak» (Zembla, 21 oktober 2011).

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1362.

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1362.

Naar boven