Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
en van Veiligheid en Justitie over illegale besnijdenissen in Engeland (ingezonden
24 april 2012).
Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn
en Sport) (ontvangen 12 juni 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012,
nr. 2573.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat duizenden vrouwen in Groot-Brittannië verminkt
worden door illegale besnijdenis?1
Vraag 2
Is het waar dat in Groot-Brittannië medisch personeel bereid was besnijdenis bij meisjes
uit te voeren en dat het argument door medisch personeel werd gebruikt dat het beter
is besnijdenis in Engeland uit te voeren dan in Afrika?
Antwoord 2
Ik kan niet bevestigen of deze berichtgeving klopt.
Vraag 3
Bent u ervan op de hoogte dat een aantal gemeenschappen in Nederland waar meisjesbesnijdenis
tot een traditie behoort vaak naar Engeland reizen of verhuizen? Zo ja, zouden deze
gemeenschappen mogelijk hun dochters in Engeland laten besnijden? Zo nee, waarop baseert
u dit?
Antwoord 3
Het is bekend dat veel zogenaamde risicogezinnen tijdens vakanties op bezoek gaan
bij familie in het buitenland, waaronder Engeland. Ook verhuizen sommige van deze
gezinnen naar het buitenland. Ik kan niet uitsluiten dat meisjes uit deze gezinnen
in het buitenland worden besneden.
Vraag 4
Bent u bereid met uw Britse collega van Volksgezondheid en in Europees verband een
onderzoek te doen naar de mate waarin meisjesbesnijdenis in Europa zich voordoet en
hoeveel mensen vanuit Nederland zich hieraan schuldig maken?
Antwoord 4
De International Centre for Reproductive Healthvan de universiteit van Gent verricht reeds een Europese studie naar de huidige situatie
en trends op het terrein van vrouwelijke genitale verminking in de EU-lidstaten en
Kroatië. Het onderzoek wordt gefinancierd door het European Institute for Gender Equality en verzamelt en analyseert de informatie over Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV)
die in de betreffende landen aanwezig is. Het rapport verschijnt naar verwachting
eind 2012.
In Nederland wordt momenteel door Pharos een prevalentie-onderzoek verricht. Dit onderzoek
moet meer duidelijkheid geven over het aantal besneden meisjes en vrouwen in Nederland.
Ook het risico voor een in Nederland woonachtig meisje uit de doelgroep om besneden
te worden, wordt onderzocht. De resultaten van het onderzoek worden in 2013 verwacht.
Vraag 5
Kunt u aangeven wat de resultaten zijn van het gevoerde beleid in Nederland ten aanzien
van het besnijden van meisjes? Heeft u een beeld van de omvang waarin meisjesbesnijdenis
zich in Nederland voordoet? Heeft u actuele gegevens over het aantal meisjes dat de
laatste 3 jaar is besneden?
Antwoord 5
Het Nederlandse beleid heeft ertoe geleid dat het onderwerp VGV in de betreffende
doelgroepen bespreekbaar is geworden.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg concludeerde in november 2007 dat er geen aanwijzingen
waren dat meisjesbesnijdenissen in Nederland werden uitgevoerd door medici, maar dat
normen en richtlijnen op dit gebied ontbraken. Op verzoek van de IGZ hebben de Nederlandse
Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) en de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie
en Gynaecologie (NVOG) toen richtlijnen ontwikkeld. Deze zijn in april 2008 verschenen.
Uit onderzoek van de IGZ in 2010 bleek dat Nederlandse klinieken het standpunt over
het (niet) verrichten van VGV onderschrijven. Er waren ook in 2010 geen aanwijzingen
dat VGV in Nederland door medici wordt verricht.
Vraag 6
Kunt u aangeven hoeveel meldingen tot nu toe zijn gedaan over meisjesbesnijdenis door
huisartsen, jeugdartsen, verloskundigen enz.? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Sinds 2007 registreert het AMK de aard van de mishandeling, waaronder een aparte categorie
meisjesbesnijdenis. Vanaf 2007 tot en met 2010 zijn 61 onderzoeken verricht naar aanleiding
van meldingen die met VGV te maken hebben. Het gaat met name over gevallen waarbij
de angst bestaat dat meisjes besneden gaan worden.
Vraag 7
Kunt u aangeven hoeveel mensen die zich schuldig hebben gemaakt aan meisjesbesnijdenis
in Nederland zijn veroordeeld?
Antwoord 7
Er is in Nederland nog niemand veroordeeld voor meisjesbesnijdenis. Wel heeft het
OM een aantal zaken in behandeling.
Vraag 8
Bent u bereid in Europees verband met een gezamenlijke aanpak te komen om deze mensonterende
praktijk te bestrijden? Zo ja, hoe?
Antwoord 8
Ja. De Europese commissie is voornemens te komen tot een Europese strategie over geweld
tegen vrouwen. Hierin zal bijzondere aandacht worden geschonken aan VGV.
X Noot
1JGZ-Captize, 23 april 2012.