Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie over illegale besnijdenissen in Engeland (ingezonden 24 april 2012).

Mededeling van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 23 mei 2012).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht dat duizenden vrouwen in Groot-Brittannië verminkt worden door illegale besnijdenis?1

Vraag 2

Is het waar dat in Groot-Brittannië medisch personeel bereid was besnijdenis bij meisjes uit te voeren en dat het argument door medisch personeel werd gebruikt dat het beter is besnijdenis in Engeland uit te voeren dan in Afrika?

Vraag 3

Bent u ervan op de hoogte dat een aantal gemeenschappen in Nederland waar meisjesbesnijdenis tot een traditie behoort vaak naar Engeland reizen of verhuizen? Zo ja, zouden deze gemeenschappen mogelijk hun dochters in Engeland laten besnijden? Zo nee, waarop baseert u dit?

Vraag 4

Bent u bereid met uw Britse collega van Volksgezondheid en in Europees verband een onderzoek te doen naar de mate waarin meisjesbesnijdenis in Europa zich voordoet en hoeveel mensen vanuit Nederland zich hieraan schuldig maken?

Vraag 5

Kunt u aangeven wat de resultaten zijn van het gevoerde beleid in Nederland ten aanzien van het besnijden van meisjes? Heeft u een beeld van de omvang waarin meisjesbesnijdenis zich in Nederland voordoet? Heeft u actuele gegevens over het aantal meisjes dat de laatste 3 jaar is besneden?

Vraag 6

Kunt u aangeven hoeveel meldingen tot nu toe zijn gedaan over meisjesbesnijdenis door huisartsen, jeugdartsen, verloskundigen enz.? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Kunt u aangeven hoeveel mensen die zich schuldig hebben gemaakt aan meisjesbesnijdenis in Nederland zijn veroordeeld?

Vraag 8

Bent u bereid in Europees verband met een gezamenlijke aanpak te komen om deze mensonterende praktijk te bestrijden? Zo ja, hoe?

Mededeling

De vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over illegale besnijdenissen in Engeland (2012Z08854) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat ik nog niet alle benodigde informatie heb ontvangen om uw vragen te kunnen beantwoorden.

Ik zal u uiterlijk medio juni 2012 de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.


X Noot
1

JGZ-Captize, 23 april 2012.

Naar boven