Vragen van de leden Van Gerven en Leijten (beiden SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over fraude met implantaten door tandartsen (ingezonden 4 april 2012).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 23 mei 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2349. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2497.

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat «een aanzienlijk aantal» tandartsen jarenlang kortingen van fabrikanten niet heeft doorberekend aan patiënten? Deelt u de mening van de zorgverzekeraars dat hier sprake is van een economisch delict? Zo nee, waarom niet?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt de indruk die in het bericht wordt gewekt dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aarzelt om onderzoek te doen? Zo nee, gaat de NZa daadwerkelijk onderzoek doen? Zo ja, waarom twijfelt de NZa?

Antwoord 2

Zoals in het bericht is aangegeven betreft dit de eerste maanden van 2012 en is een terugval in de eerste maanden van het jaar niet ongebruikelijk. Om echt conclusies te kunnen trekken zijn gegevens over een langere periode nodig.

Vraag 3

Hoeveel van de 1,1 miljoen Nederlanders met tandheelkundige implantaten zijn naar schatting gedupeerd? Om welk bedrag gaat het? Indien u niet over deze gegevens beschikt, bent u dan bereid dit te (laten) onderzoeken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ik heb mij meerdere malen helder uitgesproken over de grenzen van het experiment. Indien zich onaanvaardbare prijsstijgingen voordoen dan zal ik niet twijfelen het experiment voortijdig te beëindigen. Onaanvaardbaar betekent voor mij tarieven die de betaalbaarheid en toegang van verzekerde zorg belemmeren of tarieven die niet zijn te rechtvaardigen omdat er geen meerwaarde in de prestatie tegenover staat.

De NZa houdt voor mij nauwlettend de ontwikkelingen rondom het vrijgeven van de prijzen in de gaten. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voert in mijn opdracht gedurende het experiment jaarlijks een marktscan uit om de effecten van de invoering van de prijsvorming binnen de markt voor de mondzorg goed te kunnen evalueren. Vanzelfsprekend let de NZa daarbij ook op het prijseffect. Zoals u weet verwacht ik in juni de eerste marktscan.

Vraag 4

Is het waar dat fabrikanten tandartsen jarenlang hebben gepaaid met cadeau’s, zoals een CT-scanner t.w.v. 200 000 euro, chirurgische sets of 10 000 euro voor scholing? Bent u bereid onderzoek te doen naar het fêteren en beïnvloeden van tandartsen door de industrie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Hier heb ik kennis van genomen. Ik verwijs u verder naar het antwoord op vraag 1 van de schriftelijke vragen van Van Gerven en Leijten (beiden SP)2 over dit onderwerp.

Vraag 5

Wat gaat u ondernemen tegen implantatenfabrikanten zoals Nobel Biocare die tandartsen belobbyen en fêteren? Wilt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 5

Op grond van de regelgeving van de NZa mochten tandartsen maximaal de betaalde en verschuldigde kosten voor tandtechniek bij hun patiënten in rekening brengen. Een tandarts mocht de patiënt dus niet meer laten betalen dan hij zelf verschuldigd was aan de leverancier van tandtechniek.

Ik verwijs u verder naar het antwoord op vraag 4 en 5 van de schriftelijke vragen van Van Gerven en Leijten (beiden SP)2 over dit onderwerp.

Vraag 6

Hoeveel tandartsen leggen sinds de invoering van vrije prijzen begin dit jaar een extra winstmarge bovenop bestaande kortings- en sponsorregelingen? Indien u niet over deze gegevens beschikt, bent u dan bereid dit uit te zoeken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Hiernaar wordt door de NZa onderzoek gedaan. De NZa heeft eind 2011 een aanwijzing opgelegd aan een tandkliniek die ten onrechte techniekkosten in rekening bracht. De NZa heeft mij bericht dat het boeteonderzoek in deze zaak nog gaande is. Er wordt dus ook opgetreden. De NZa handhaaft hierbij op basis van risicoanalyses en signalen.

Ik verwijs u verder naar het antwoord op vraag 2 van de schriftelijke vragen van Van Gerven en Leijten (beiden SP)2 over dit onderwerp.

Vraag 7

Kunt u een opsomming geven van de verschillende gedragscodes van de industrie die raken aan de contacten met tandartsen en kunt u voor elk van deze codes aangeven in welke mate en op welke wijze zij bindend en afdwingbaar zijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Als evident aantoonbaar is dat prijsvoordelen onterecht niet werden doorberekend is het aan de patiënt, de verzekeraar en de NZa om ervoor zorg te dragen dat het teveel betaalde bedrag wordt teruggevorderd.

Vraag 8

Wat is uw oordeel over het feit dat de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) geen gedragscode heeft voor contacten van tandartsen met de industrie? Deelt u de mening dat voor tandartsen en andere medische beroepen bindende regels zouden moeten bestaan, eventueel wettelijke? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Transparantie is een belangrijk onderdeel van het experiment met de vrije prijzen in de mondzorg. Zo moeten prijslijsten zichtbaar zijn voor patiënten, in de wachtkamer en/of op de website, en moeten tandartsen voor behandelingen boven de 150 euro een offerte, inclusief techniekkosten, aan de patiënt leveren. Op deze offerte kunnen patiënten alle tarieven zien. De NZa ziet toe op naleving van deze regels3, zo heeft zij onlangs nog gekeken naar het aantal prijslijsten op websites. Sinds 2012 zijn er dus meer waarborgen voor transparantie.

Ik ben met u van mening dat er openheid moet komen over de relaties tussen artsen en fabrikanten. Ik zie het actief inzicht geven in de verschillende banden die er zijn tussen artsen en fabrikanten als onderdeel van zelfregulering en dientengevolge als één van de punten voor doorontwikkeling van de Gedragscode Medische Hulpmiddelen, zoals ik in mijn brief van 25 november 2011 (TK 2011–2012, 32 805, nr. 4) uiteen heb gezet. Het is aan de sector om dat vorm te geven.

Toelichting:

deze vragen dienen ter aanvulling van eerdere schriftelijke vragen terzake van de leden Van Gerven en Leijten (beiden SP), ingezonden 4 april 2012 (vraagnummer 2012Z06937, zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2577).


X Noot
1

NRC, 31 maart 2012.

X Noot
2

Schriftelijke vragen terzake van de leden Van Gerven en Leijten (beiden SP), ingezonden 4 april 2012 (vraagnummer 2012Z06937, zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2577).

Naar boven