Vragen van de leden Bouwmeester en Recourt (beiden PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de rapportage van rechterlijke psychologen en psychiaters (ingezonden 23 maart 2012).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 8 mei 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2199.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Rechterlijke psycholoog werkt vaak ondermaats?1

Vraag 2

Bent u bekend met de inhoud en conclusie van het proefschrift «Gedragsdeskundigen in strafzaken» van mr. Corrie van Esch? Hoe betrouwbaar acht u dit onderzoek?

Vraag 3

(H)erkent u de conclusie van het proefschrift over gedragsdeskundigen in strafzaken? Zo ja, op welke punten? Zo nee, welke conclusies niet en waarom?

Vraag 4

Is het waar dat eenderde van de gedragsdeskundigen het procesverbaal van de politie, de tenlastelegging en eerder uitgebracht rapporten niet lezen? Zo nee, wat is er niet waar? Zo ja, wat betekent deze manier van werken van de  gedragsdeskundigen voor de deskundigenverklaringen in de strafzaken?

Vraag 5

Hoe vaak spreekt een gedragsdeskundige met de verdachte alvorens een rapport over diezelfde verdachte uit te brengen? Is het noodzakelijk om de verdachte te spreken of gezien te hebben om een betrouwbaar rapport op te stellen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Wat is uw mening over de conclusie dat in één op de drie rapporten een verband wordt gelegd tussen de stoornis van de verdachte en de tenlastelegging?

Vraag 7

Wat is uw mening over de conclusie dat voor het voorspellen van recidive geen enkele keer de daarvoor aangewezen methode wordt gebruikt? Om welke methode gaat het en hoe betrouwbaar is deze methode?

Vraag 8

Deelt u de mening van de rechtspsycholoog, de heer Van Koppen, dat forensische psychologen en psychiaters zich met een onmogelijke opdracht op pad laten sturen? Deelt u tevens zijn mening dat forensische psychologen en psychiaters vaker moeten zeggen dat zij zich geen gefundeerde opvatting kunnen geven? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 9

Is er een verband te leggen tussen de uitkomsten van dit onderzoek en de aanbevelingen van commissie-Visser over de tbs waarin gesproken wordt over gebrek aan kwaliteit en aantal beschikbare forensisch psychologen en psychiaters?

Vraag 10

Erkent u dat dit rapport veel vragen oproept? Bent u bereid het rapport op te vragen en voorzien van uw commentaar aan de Kamer te sturen? Zo ja, wanneer de Kamer uw reactie verwachten? Zo nee, waarom niet?

Nader antwoord

Hierbij bericht ik u dat de schriftelijke vragen van de leden Bouwmeester en Recourt (beiden PvdA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de rapportage van rechterlijke psychologen en psychiaters (ingezonden 23 maart 2012) zijn beantwoord op 30 maart in de brief naar aanleiding van de regeling van werkzaamheden van 22 maart j.l. (Kamerstuk 29 279, nr. 143). Het lid van der Steur vroeg bij die regeling om een toelichting te geven op de berichtgeving omtrent de gerechterlijke rapportages en om in de beantwoording de kamervragen van leden Bouwmeester en Recourt op te nemen. Aldus is vervolgens gebeurd.


X Noot
1

Volkskrant, 22 maart 2012.

Naar boven