Vragen van het lid Grashoff (GroenLinks) aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het verbod op glyfosaat (ingezonden 8 maart 2012).

Antwoord van staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 25 april 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2185.

Vraag 1

Bent u bekend met het besluit van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) van 4 mei 2011, waarin het professioneel gebruik van het glyfosaathoudende gewasbeschermingsmiddel Roundup Evolution alleen «onder certificaat» is toegestaan?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wordt in de Nota duurzame gewasbescherming die u in voorbereiding heeft een verbod ingesteld op het gebruik van glyfosaat voor niet-commerciële doeleinden, zoals verwoord in de motie Grashoff van 13 september 2011?1 Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Nee. Het certificaat is uitsluitend verplicht bij professioneel gebruik van glyfosaathoudende gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen. Dat gebeurt meestal door dienstverlenende loonbedrijven, hoveniers en groenvoorzieners. Indien zij administratieve lasten willen vermijden, kunnen zij kiezen voor niet-chemische alternatieven, die een gelijkwaardig resultaat en een vergelijkbare winstmarge opleveren.

Vraag 4

Deelt u de mening dat bij een verbod op glyfosaat haast geboden is om duidelijkheid voor de uitvoerende ondernemers en opdrachtgevers te scheppen over de certificatieplicht en de ingangsdatum van het verbod?

Antwoord 4

Ja.

Vraag 5 en 6

Bent u bereid het verbod voor professionals zo spoedig mogelijk in te voeren met een overgangstermijn van maximaal twee jaar? Bent u bereid het verbod voor particulieren in te voeren voor 1 januari 2013?

Antwoord 5 en 6

De uitvoering van uw motie en een eventueel verbod zijn onderdeel van de tweede Nota duurzame gewasbescherming en het bijbehorende Nederlands actieplan duurzame gewasbescherming. Ik streef ernaar beide documenten begin juni 2012 aan de Tweede Kamer voor te leggen. Het is juist om het gehele toekomstig gewasbeschermingsbeleid dan in onderlinge samenhang te bespreken.

Vraag 7

Bent u er van op de hoogte dat het Ctgb op 23 februari 2012 het bestrijdingsmiddel Roundup Powermax op basis van glyfosaat heeft toegelaten? Zo ja, hoe verhoudt de toelating van dit middel zich tot het aanstaande verbod op het gebruik van glyfosaat?

Antwoord 7

De Europese «Verordening betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen», bepaalt dat een gewasbeschermingsmiddel tot de markt wordt toegelaten en mag worden gebruikt, mits het aan de daar gestelde voorschriften voldoet. Het Ctgb beoordeelt dat.

De Europese Richtlijn duurzaam gebruik gewasbescherming bepaalt vervolgens dat beperkingen aan dat toegelaten gebruik moeten worden gesteld, teneinde een duurzaam gebruik te realiseren.

Het Ctgb heeft het gewasbeschermingsmiddel toegelaten. Indien vervolgens de beperking uit een verbod voor een bepaalde toepassing bestaat, mag het gewasbeschermingsmiddel niet worden gebruikt.

Een dergelijke beperking tast de toelating niet aan, omdat het gewasbeschermingsmiddel aan de voorschriften uit de Europese verordening blijft voldoen. Omwille van het duurzaam gebruik wordt aan dat toegelaten gewasbeschermingsmiddel een beperking gesteld.

Vraag 8

Bent u bereid met het Ctgb in gesprek te gaan over de toelating van glyfosaat voor niet-commerciële doeleinden?

Antwoord 8

Ik zie geen reden voor dat gesprek.

Hierboven heb ik aangegeven dat het Ctgb een gewasbeschermingsmiddel moet toelaten, indien het aan de gestelde voorschriften voldoet. De Europese Verordening biedt geen mogelijkheden om de toelatingsmogelijkheden voor «glyfosaat voor niet-commerciële doeleinden» te beperken3.


X Noot
1

Kamerstuk, 32 372 nr. 72.

X Noot
3

Voor een vergelijkbare reactie: Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, Aanhangselnummer 1030.

Naar boven