Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over een mogelijk verband tussen de sterftepiek in het katholieke jongensinternaat huize St. Joseph in Heel en castraties aldaar (ingezonden 23 maart 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 4 april 2012).

Vraag 1

Herinnert u zich de Kamervragen over een hoger aantal sterfgevallen in huize St. Joseph dan normaal?1 Kent u de berichten «Inspectie wist van castreren» en «Niets vragen, castreren»2?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wanneer is het strafrechtelijk feitenonderzoek van het Openbaar Ministerie (OM) naar de genoemde instelling in Heel afgerond?

Antwoord 2

Het Openbaar Ministerie heeft mij meegedeeld dat het onderzoek recent is afgerond en dat op dit moment wordt gewerkt aan de eindrapportage.

Vraag 3 en 4

Hebt u aanwijzingen dat in de periode waarover het OM onderzoek zich uitstrekt er jongens uit huize St. Joseph zijn gecastreerd? Zo ja, wordt bij het onderzoek naar de sterfgevallen in deze instelling ook gekeken of er een verband bestaat tussen castraties, mogelijke strafbare feiten of het verdoezelen daarvan en sterfgevallen? Zo nee, hebt u die aanwijzingen niet omdat er geen aanwijzingen zijn of omdat het OM er niet naar heeft gezocht?

Indien mogelijke castraties geen onderdeel van het strafrechtelijk feitenonderzoek vormen, kan dit dan alsnog gebeuren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3 en 4

Het Openbaar Ministerie heeft het onderzoek gericht op en beperkt tot de piek van sterfgevallen in de jaren 1952–1954 in Huize St. Joseph te Heel, een verzorgingstehuis voor mensen met een lichamelijke en geestelijke beperking. Deze focus komt voort uit het feit dat er concrete aanwijzingen waren voor mogelijke misdrijven die zouden hebben geleid tot sterfgevallen. Deze aanwijzingen waren duidelijk afgebakend in tijd en plaats, met een duidelijke indicatie van mogelijke betrokkenen. Uit genoemd onderzoek is geen enkele aanwijzing naar voren gekomen die duidt op mogelijke castraties in Huize St. Joseph. Om die reden bestaat er voor het Openbaar Ministerie geen aanleiding nader onderzoek te doen naar mogelijke castraties en de vraag of daarbij strafbare feiten zijn gepleegd in Huize St. Joseph te Heel in de jaren 1952–1954.

Vraag 5

Richt het strafrechtelijk feitenonderzoek van het OM naar de sterfgevallen in St. Joseph zich in de hele breedte op strafbare feiten die zich in dat instituut mogelijk hebben voorgedaan? Zo ja, wordt daarbij ook onderzocht of er sprake is van een mogelijke samenhang tussen het plegen van seksueel misbruik, mogelijke castratie, eventuele andere strafbare feiten en de sterfgevallen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Nee, ik verwijs naar mijn antwoord op vragen 3 en 4.

Vraag 6

Indien het genoemd strafrechtelijk feitenonderzoek van het OM aanleiding geeft om dit onderzoek naar andere jaren dan de jaren 1952–1954 of andere instellingen uit te breiden, gebeurt dit dan ook? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Het Openbaar Ministerie heeft mij meegedeeld dat het hierover pas op basis van het eindrapport een gewogen standpunt kan innemen.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 3622 en Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 521

X Noot
2

Beiden Limburgs Dagblad, 19 maart 2012.

Naar boven