Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het onderzoek naar een hoger aantal sterfgevallen in katholieke instellingen voor verstandelijk gehandicapte kinderen (ingezonden 19 augustus 2011).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 13 september 2011).

Vraag 1

Kent u de nieuwsbrief van de onderzoekscommissie seksueel misbruik van minderjarigen van in de RK kerk (commissie Deetman) van 16 augustus 2011?1 Kent u het bericht «OM bekijkt dood 34 jongens Sint Joseph»?2 Kent u het bericht «Ook meisjesinternaat Heel had opvallend veel sterfgevallen»?3

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is de stand van zaken van het feitenonderzoek dat het Openbaar Ministerie verricht naar een aanzienlijk hoger aantal sterfgevallen dan in andere jaren in de toenmalige rooms-katholieke psychiatrische inrichting Sint Joseph te Heel? Op welke termijn wordt dit onderzoek afgerond? Kunt u de resultaten na afronding van het onderzoek aan de Kamer doen toekomen?

Antwoord 2

Het onderzoek is recentelijk gestart. Ik verwacht dat het onderzoek binnen enkele maanden kan worden afgerond. Na afronding van het onderzoek zal ik de resultaten aan uw Kamer doen toekomen.

Vraag 3

Wordt bij genoemd feitenonderzoek ook het mogelijk hoge aantal sterfgevallen in de instelling voor verstandelijk gehandicapte vrouwen Sint-Anna betrokken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Op grond van de beschikbare informatie is er op dit moment geen aanleiding om het meisjesinternaat in het onderzoek te betrekken. Op grond van nieuwe informatie kan het Openbaar Ministerie besluiten het onderzoek alsnog te verbreden.

Vraag 4, 5 en 6

Is het waar dat eind jaren vijftig het bisdom Roermond, de Arbeidsinspectie en het katholieke verbond van de Kinderbescherming al eerder op de hoogte waren van het onevenredig hoge aantal sterfgevallen in de instelling Sint Joseph? Zo ja, is toentertijd iets met die kennis gedaan en zo ja, wat? Zo nee, hoe komt het dat er niets met die kennis is gedaan?

Deelt u de mening dat de berichten over de vooralsnog niet verklaarde hoge sterftecijfers in de twee genoemde instellingen aanleiding kunnen geven tot een breder onderzoek naar sterftecijfers in jeugdinstellingen die onderwerp waren van onderzoek van de commissie Deetman? Zo ja, hoe en op welke termijn gaat u dit onderzoek in gang zetten? Zo nee, waarom niet?

Hoe en door wie werd in de jaren vijftig van de vorige eeuw en daarna de doodsoorzaak van minderjarigen in instellingen vastgesteld?

Antwoord 4, 5 en 6

Ik kan hierover nog geen uitspraak doen, omdat het feitenonderzoek van het Openbaar Ministerie nog niet is afgerond.

Vraag 7

Zijn de gegevens over de omvang en de oorzaak van overlijden van minderjarigen in en buiten instellingen nog beschikbaar? Zo ja, wat is de aard van deze gegevens en hoe gaat u deze gegevens gebruiken?

Antwoord 7

Van de inrichtingen Sint Joseph en Sint-Anna zijn deze gegevens beschikbaar. Zolang het Openbaar Ministerie het feitenonderzoek nog niet heeft afgerond, kan ik geen uitspraak doen over de aard van deze zaak.

Vraag 8

Is het mogelijk om aan de hand van een vergelijkend statistisch onderzoek naar overlijden van minderjarigen in en buiten instellingen in de jaren vijftig van de vorige eeuw een indicatie te krijgen over de omvang van de sterfte onder beide groepen? Acht u een dergelijk onderzoek zinvol en zo ja, hoe gaat u dit in gang zetten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Ik wacht de resultaten van het onderzoek van het Openbaar Ministerie af voordat ik een uitspraak doe over de wenselijkheid van aanvullend onderzoek.

Vraag 9

Hebt u oog voor de gevoelens van nog levende nabestaanden van personen die in dergelijke instellingen zijn overleden? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9

Politie en Openbaar Ministerie hebben getracht alle nabestaanden te traceren voordat de zaak in de publiciteit kwam.


X Noot
1

http://www.onderzoekrk.nl/actueel.html

X Noot
2

De Limburger, 16 augustus 2011.

X Noot
3

www.L1.nl

Naar boven