Vragen van het lid Van Veldhoven (D66) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de waterbouwkundige gevolgen van de kabinetsplannen ten aanzien van natuurcompensatie in de Westerschelde (ingezonden 23 maart 2012).

Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 20 april 2012).

Vraag 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 9

Kunt u bevestigen dat het uitvoeren van de buitendijkse maatregelen, zoals benoemd in de kabinetsplannen1 ten aanzien van natuurcompensatie in de Westerschelde, zou leiden tot toegenomen erosie aan het schor bij Saeftinghe aan de overzijde van de Westerschelde?

Kunt u aangeven wat de bestaande ramingen zijn voor uitgaven ten behoeve van de onderhoudswerkzaamheden dan wel beheers- en herstelwerkzaamheden aan het schor bij Saeftinghe en houdt u rekening met de aanleg van een geulwandverdediging de komende jaren om erosie tegen te gaan?

Wat zou de aanleg van een geulwandverdediging bij het Saeftingheschor kosten en wat zouden daarvan de ecologische gevolgen zijn?

Is bij het opstellen van de ramingen voor uitgaven ten behoeve van de onderhoudswerkzaamheden aan de primaire waterkeringen ten aanzien van de Westerschelde gedurende de komende decennia rekening gehouden met een mogelijk hoger tempo van erosie als gevolg van de beoogde buitendijkse natuurcompensatie?

Is er sprake geweest van nader overleg en/of afspraken met Vlaanderen ten aanzien van de buitendijkse maatregelen bij de locatie Appelzak, voor zover die leiden tot het verzanden van nevengeulen die doorlopen op Vlaams grondgebied?

Is het technisch en juridisch mogelijk om de buitendijkse maatregelen bij de locatie Appelzak te treffen, als de Vlaamse overheid hier niet mee instemt?

Wat zijn de gevolgen van de kabinetsplannen ten aanzien van buitendijkse natuurcompensatie voor de geschatte aanleg en onderhoudskosten van de Deltadijken in dit deel van de Westerschelde voor het Rijk en het waterschap gedurende de komende decennia?

Antwoord 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 9

Per brief van 13 april 2012 heb ik u geïnformeerd over het kabinetsbesluit inzake natuurherstel in de Westerschelde en het maatregelenpakket dat het kabinet aan de Europese Commissie heeft voorgesteld. Daarvan maken de door u bedoelde buitendijkse maatregelen geen onderdeel uit.

Vraag 7

Is het waar dat als gevolg van de keuze om niet over te gaan tot ontpolderen de netto lengte van de te onderhouden primaire waterkering rondom de Hedwigepolder circa 5,5 kilometer wordt, waar deze bekort had kunnen worden tot circa 750 meter als de Hedwigepolder wel ontpolderd wordt?

Antwoord 7

De bestaande primaire waterkering rondom de Hedwigepolder heeft een lengte van circa 3,7 km. In geval van gehele ontpoldering – waarop de vraag doelt – zou de lengte van de primaire waterkering op Nederlands grondgebied circa 1,5 km zijn geworden. Ten gevolge van het kabinetsbesluit van 13 april 2012 zal de lengte van de primaire waterkering op Nederlands grond gebied ongeveer 3,9 km, waarvan 2,1 km nieuw aangelegd, bedragen.

Vraag 8 en 10

Is het waar dat als gevolg van de keuze om niet over te gaan tot ontpolderen de hoogwaterstanden ter hoogte van de Hedwigepolder en stroomopwaarts met circa 2 cm. zullen stijgen2 waar deze verlaagd hadden kunnen worden met 5 cm als de Hedwigepolder wel ontpolderd wordt?

Heeft u al overleg gehad met uw Vlaamse ambtsgenoot over de gevolgen van de door het kabinet beoogde maatregelen voor de waterstanden op de Zeeschelde, zoals de stijging van de hoogwaterstand met 2 cm en is dit onderwerp besproken in de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie?

Antwoord 8 en 10

In het Deltares-rapport dat als bijlage bij de brief aan uw Kamer van 13 april 2012 is gevoegd, is aangegeven dat de gedeeltelijke ontpoldering van de Hedwigepolder een positief effect op de opstroomse waterstanden zal hebben van 1–2 centimeter. Hierover heeft nog geen overleg in de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie plaatsgevonden.

Vraag 11

Heeft Nederland aan Vlaanderen aangeboden om bij te dragen aan de met de kabinetsplannen samenhangende extra kosten voor de waterveiligheid langs de Vlaamse Zeeschelde? Zo ja, om welke orde van grootte van bijdrage gaat het?

Antwoord 11

Nee.


X Noot
1

Deltares, Natuurherstel in de Westerschelde: De mogelijkheden nader verkend (pagina 44).

X Noot
2

Kamerstuk 32 670, nr. 32.

Naar boven