Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 2212 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 2212 |
Bent u bekend met de zaak van de heer S. die in 2009 door Nederland is overgeleverd aan Duitsland en in Nederland zijn strafrestant heeft uitgezeten?1 Bent u bekend met de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 9 maart 2012 in deze zaak?2
Is het waar dat Duitsland opnieuw de overlevering eist van de heer S. op het moment dat zijn eerdere in Duitsland opgelegde straf, die hij in Nederland mocht uitzitten, er bijna op zat? Bent u bekend met het (aantoonbare) feit dat het hier gaat om soortgelijke feiten, (dezelfde verdachten in dezelfde periode), die ook destijds al bekend waren bij de Duitse justitie?
Uit de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 september 2009 blijkt, dat de overlevering van betrokkene de eerste keer is verzocht en toegestaan voor het opzetten en uitbaten van een vijftal hennepplantages in 2005 in Duitsland. De uitspraak van dezelfde rechtbank van 9 maart 2012 heeft betrekking op een tweede EAB waarin het gaat om het opzetten en uitbaten in Duitsland van een elftal hennepplantages in 2004, 2005 en 2006. Uit de aan deze uitspraken gehechte feitenomschrijving uit het EAB blijkt dat de tijdstippen en plaatsen waar de feiten uit beide aanhoudingsbevelen zijn gepleegd niet dezelfde zijn en verder dat de mededaders niet identiek zijn.
Is het waar dat het afzonderlijk ten laste leggen van deze feiten naar alle waarschijnlijkheid (in totaal) een hogere straf oplevert dan wanneer hij voor al deze zaken gelijktijdig was berecht?
Ik heb geen inzicht in de straftoemeting in Duitsland. Mij is wel bekend dat in het Duitse recht bij de bepaling van een op te leggen straf rekening wordt gehouden met een eerder opgelegde straf, indien de feiten waarom het gaat zijn begaan voordat de eerdere straf werd opgelegd.
Wat zou de reden kunnen zijn dat deze feiten nu afzonderlijk (en eigenlijk nogmaals) ten laste worden gelegd? Waarom zijn die zaken door de Duitse justitie niet meteen ten laste gelegd? Denkt u dat de Duitse justitie strafzaken tegen Nederlandse softdrugverdachten opzettelijk in stukken knipt om zo hogere straffen te krijgen uit onvrede met de lagere straffen in Nederland voor dergelijke delicten?
De redenen van de Duitse justitiële autoriteiten voor de wijze waar op zij betrokkene strafrechtelijk vervolgen, zijn mij niet bekend. Ik zal daarover dan ook geen uitspraken doen. Uit de behandeling van het tweede EAB, noch anderszins is mij gebleken dat er enige grond is voor de veronderstelling dat de Duitse justitie strafzaken tegen Nederlandse softdrugverdachten opzettelijk in stukken knipt om zo hogere straffen te krijgen uit onvrede met de lagere straffen in Nederland voor dergelijke delicten.
Hoe beoordeelt u het feit dat Duitsland nu nogmaals de overlevering eist van de heer S. voor nagenoeg hetzelfde feitencomplex of in ieder geval voor zaken die bij de Duitse justitie ten tijde van de eerste veroordeling ook reeds bekend waren?
Is dit toegestaan? Levert dit geen schending op van het «ne-bis-in-idem»-beginsel? Zo nee, levert dit evenmin een schending op indien blijkt dat de Duitse rechter destijds weliswaar niet gestraft heeft voor deze zogenaamde nieuwe feiten, maar er wel rekening mee heeft gehouden bij het bepalen van de strafmaat? Kunt u uw antwoord toelichten?
Zoals uit het antwoord vraag 2 blijkt, is er sprake van soortgelijke feiten, maar niet van dezelfde feiten. De rechtbank Amsterdam komt in zijn uitspraak van 9 maart 2012 tot het oordeel dat er geen sprake is van schending van het beginsel ne bis in idem in deze zaak. In het antwoord op vraag 4 heb ik al aangegeven dat de redenen van de Duitse justitiële autoriteiten voor de wijze van vervolging van betrokkene mij niet bekend zijn.
Bent u bereid de mogelijkheden te verruimen voor rechters om overleveringen te weigeren? Zo nee, waarom niet?
Deze zaak geeft mij geen aanleiding ik de mogelijkheid van rechters om overlevering te weigeren, te verruimen. Alle relevante aspecten zijn zowel in 2009 als in 2012 door de rechter bezien.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2212.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.