Vragen van het lid Gesthuizen (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de toepassing van het Europees Arrestatie Bevel door Duitsland dat twee keer overlevering vraagt voor hetzelfde feitencomplex (ingezonden 15 maart 2012).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 3 april 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met de zaak van de heer S. die in 2009 door Nederland is overgeleverd aan Duitsland en in Nederland zijn strafrestant heeft uitgezeten?1 Bent u bekend met de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 9 maart 2012 in deze zaak?2

Vraag 2

Is het waar dat Duitsland opnieuw de overlevering eist van de heer S. op het moment dat zijn eerdere in Duitsland opgelegde straf, die hij in Nederland mocht uitzitten, er bijna op zat? Bent u bekend met het (aantoonbare) feit dat het hier gaat om soortgelijke feiten, (dezelfde verdachten in dezelfde periode), die ook destijds al bekend waren bij de Duitse justitie?

Vraag 3

Is het waar dat het afzonderlijk ten laste leggen van deze feiten naar alle waarschijnlijkheid (in totaal) een hogere straf oplevert dan wanneer hij voor al deze zaken gelijktijdig was berecht?

Vraag 4

Wat zou de reden kunnen zijn dat deze feiten nu afzonderlijk (en eigenlijk nogmaals) ten laste worden gelegd? Waarom zijn die zaken door de Duitse justitie niet meteen ten laste gelegd? Denkt u dat de Duitse justitie strafzaken tegen Nederlandse softdrugverdachten opzettelijk in stukken knipt om zo hogere straffen te krijgen uit onvrede met de lagere straffen in Nederland voor dergelijke delicten?

Vraag 5

Hoe beoordeelt u het feit dat Duitsland nu nogmaals de overlevering eist van de heer S. voor nagenoeg hetzelfde feitencomplex of in ieder geval voor zaken die bij de Duitse justitie ten tijde van de eerste veroordeling ook reeds bekend waren?

Vraag 6

Is dit toegestaan? Levert dit geen schending op van het «ne-bis-in-idem»-beginsel? Zo nee, levert dit evenmin een schending op indien blijkt dat de Duitse rechter destijds weliswaar niet gestraft heeft voor deze zogenaamde nieuwe feiten, maar er wel rekening mee heeft gehouden bij het bepalen van de strafmaat? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 7

Welk nut dient naar uw mening deze overlevering?

Vraag 8

Bent u bereid de mogelijkheden te verruimen voor rechters om overleveringen te weigeren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Bent u bereid met uw Duitse ambtsgenoot te overleggen over deze en mogelijk soortgelijke kwesties en erop aan te dringen deze overlevering niet te effectueren, nu deze persoon reeds zijn straf heeft uitgezeten?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Gesthuizen (SP) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de toepassing van het Europees Arrestatie Bevel door Duitsland dat twee keer overlevering vraagt voor hetzelfde feitencomplex (ingezonden 15 maart 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Telegraaf, 14 maart 2012, «Duitsland dwarsboomt ons milde drugsbeleid».

X Noot
2

Internationale Rechtshulpkamer, Rechtbank Amsterdam, 9 maart 2012.

Naar boven