Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 2147 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 2147 |
Herinnert u zich het antwoord van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 15 februari 2007 dat niet uitgesloten wordt «dat er ook bij invoer uit nederzettingen in de bezette Palestijnse gebieden sprake kan zijn van onjuiste dan wel onvolledige informatie op het etiket over de precieze oorsprong van het product»?1 Wat is uw informatie over deze praktijk sinds 1 januari 2007? Kunt u de gegevens daarvan aan de Kamer sturen?
Er is geen algemene etiketteringsplicht. De beoordeling of de etikettering van de betreffende goederen correct is, komt bij de controle van oorsprong niet aan de orde. Er is geen een-op-een koppeling tussen de douanerechtelijke oorsprong en de oorsprongsaanduidingen op etiketten.
In het kader van de algemene levensmiddelenwetgeving mag er geen onjuiste (vrijwillige of verplichte) herkomstvermelding op het etiket staan. Dit wordt gezien als misleiding van de consument. De Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) voert hierop controles uit.
Deelt u de zorgen van het Europees Parlement over het feit dat bepaalde bedrijven blijven doorgaan met de export van uit de Israëlische nederzettingen in de bezette Palestijnse gebieden afkomstige producten op grond van de Associatieovereenkomst EU-Israël?2 Zo ja, op welke wijze bent u voornemens daartegen maatregelen te nemen? Indien neen, waarom niet? Kunt u dat toelichten?
Het aantal gevallen waarin dat achteraf is gebleken dat ten onrechte preferentie is genoten, is uitermate gering. Dit wordt geschat op enkele gevallen per jaar. Bij invoer wordt onder andere gecontroleerd op preferentiële oorsprong en wordt bezien of ten invoer aangegeven producten al dan niet in aanmerking komen voor de tariefpreferenties die de EU krachtens het associatieverdrag met Israël toekent aan producten die van Israëlische oorsprong zijn. De douane stelt vast of aan deze criteria is voldaan aan de hand van een lijst met postcodes en plaatsaanduiding van nederzettingen. Mede op aandringen van het EP overweegt de Europese Commissie (EC) momenteel openbaarmaking van deze lijst met als doel om te voorkomen dat nederzettingenproducten gebruik maken van de tariefpreferenties.
Bent u voornemens uitvoering te geven aan de resolutie van het Europees Parlement die lidstaten vraagt «ervoor te zorgen dat hun douaneautoriteiten de technische regeling daadwerkelijk toepassen naar de geest van het arrest van het Europees Hof van Justitie op de gecumuleerde producten die naar de EU worden geëxporteerd op grond van de diagonale cumulatie als bepaald in het regionale verdrag»?3 Zo ja, op welke wijze zult u daar uitvoering aan geven? Indien neen, waarom niet? Kunt u dat toelichten?
Een gevaar van omzeiling van de controle geldt op dit moment voor de landen waarmee Israël vrijhandelsakkoorden heeft gesloten. Naast de EU en de EVA-landen zijn dat Jordanië en Turkije. De EVA-landen passen dezelfde technische regeling toe als de EU. De Europese Commissie heeft toegezegd aan Jordanië en Turkije te vragen om dezelfde technische regeling toe te passen. Dat is ook de te volgen aanpak bij uitbreiding van het aantal partnerlanden.
Deelt u de opvatting van het Europees Parlement om de Europese Commissie op te dragen samen te werken met de douaneautoriteiten van de lidstaten om een oplossing te vinden die erop gericht is de technische regeling van het Associatieakkoord tussen Israël en de EU om te zetten in een eenvoudig, efficiënt en betrouwbaar mechanisme?4 Zo ja, op welke wijze zult u daar aan werken? Indien neen, waarom niet?
Uitgangspunt van de Nederlandse Douane is dat importeurs weten van wie ze producten betrekken en waar die producten zijn verkregen. In geval van twijfel over de plaats van verkrijging kan de Douane geraadpleegd worden. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 werkt de Europese Commissie aan openbaarmaking van een postcodelijst, aan de hand waarvan kan worden nagegaan of producten in aanmerking komen voor preferenties. Als de postcodelijst openbaar wordt, hoeft de Douane voor dat doel niet meer geconsulteerd te worden.
Deelt u de opvatting van het Europees Parlement dat de in vraag twee genoemde praktijk «een slag in het gezicht van het internationale EU-beleid» is en dat door deze praktijk misbruik wordt gemaakt «van de uitgebreide mogelijkheden voor een legitieme preferentiële toegang tot de interne markt van de Unie»? Indien ja, op welke wijze bent u voornemens hiertegen maatregelen te nemen? Indien neen, waarom niet?
Het aantal gevallen, waarbij achteraf is gebleken dat ten onrechte preferentie is genoten, is uitermate gering. De Europese Commissie controleert de preferentiële oorsprong van producten uit Israël en de door Israël bezette gebieden.
Deelt u het verzoek van het Europees Parlement aan de Europese Commissie om een zwarte lijst op te laten stellen van bedrijven die in deze praktijken volharden en de lidstaten daarvan op de hoogte te stellen? Zo ja, op welke wijze neemt u maatregelen om een dergelijke lijst mogelijk te maken? Indien neen, waarom niet? Kunt u dat toelichten?
Het is aan de Europese Commissie om te bepalen of het opstellen van een zwarte lijst van bedrijven die in deze praktijken volharden zinvol en wenselijk is. Instelling van een dergelijke maatregel valt daarom onder de verantwoordelijkheden van de Europese Commissie.
Op welke wijze geeft u uitvoering aan «overweging N» uit de resolutie van het Europees Parlement waarin wordt gesteld dat de douaneautoriteiten van de afzonderlijke lidstaten de waarachtigheid moeten controleren van de opgaven betreffende de preferentiële oorsprong van producten die in de EU worden ingevoerd?5
Deelt u de opvatting dat, indien Nederland niet verhindert dat producten uit de Israëlische nederzettingen van de bezette Palestijnse gebieden invoert, Nederland meewerkt aan de exploitatie van de bezetting? Indien neen, kunt u dat toelichten?
Nederland volgt de internationale lijn. Er is geen verbod op de invoer van producten van nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever.
Bent u bereid om tijdens de eerste bijeenkomst in juni a.s. van de nieuwe samenwerkingsraad Nederland-Israël er bij uw Israëlische collega’s op aan te dringen dat bepaalde bedrijven die tot nu toe doorgaan met de export van uit de Israëlische nederzettingen in de bezette Palestijnse gebieden afkomstige producten op grond van de Associatieovereenkomst EU-Israël hiermee stoppen? Indien neen, waarom niet?
Zolang er geen aanwijzingen zijn van systematische ontwijking of ontduiking van regelgeving is er aanleiding dit aan de orde te stellen in de samenwerkingsraad Nederland-Israël.
Zie: «Over het voorstel voor een besluit van de Raad over de sluiting van het regionale verdrag over de pan-euromediterrane preferentiële oorsprongsregels», en verder http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+MOTION+B7-2012-0061+0+DOC+XML+V0//NL, d.d. 17 februari 2012. Zie vooral punt 10.
Idem, zie voornamelijk «overweging N» waarin het Europees Parlement de vrees uitspreekt dat het logistieke probleem kan verergeren door uitbreiding van het aantal partnerlanden die de be- of verwerking van door Israël uitgevoerde materialen cumuleren wanneer zij producten uitvoeren uit hoofde van hun overeenkomsten met de EU.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2147.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.