Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 2137 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 2137 |
Heeft u kennisgenomen van de zeer recente constatering van VN-organisatie voor de coördinatie van humanitaire hulp OCHA dat «Israël systematisch tekortschiet in het adequaat toepassen van de wet op kolonisten die overgaan tot aanvallen op Palestijnen en hun bezittingen»?1
Is het waar dat meer dan 90% van de klachten betreffende kolonistengeweld tegen Palestijnen die in de afgelopen zes jaar bij de Israëlische politie zijn ingediend, niet hebben geleid tot vervolging, zoals monitoring door Yesh Din heeft uitgewezen?1 Deelt u de mening van B’Tselem dat «de Israëlische politie meldingen van geweld niet grondig onderzoekt en haar verplichtingen niet nakomt om de wet te handhaven»?2
Ik ben bekend met de cijfers die Yesh Din hanteert en met de aangehaalde stelling van B’Tselem. Ik kan niet beoordelen in hoeverre deze bevindingen correct zijn. Het kabinet is van oordeel dat het in eerste instantie aan de Israëlische autoriteiten is daarop te reageren. De vragen waartoe de bevindingen aanleiding hebben geven, zijn dan ook gedeeld met Israël. Dat heeft in een eerste reactie gesteld zich niet te kunnen herkennen in deze verwijten. Het kabinet meent dat de mensenrechtendialoog van Israël met de EU de reguliere plaats is voor discussies hierover.
Herinnert u zich uw mededeling aan de Kamer dat de Israëlische premier Netanyahu maatregelen heeft aangekondigd om het geweld van kolonisten te beteugelen?3 Kunt u een overzicht geven van deze maatregelen, met vermelding van de effecten die de regering-Netanyahu ermee beoogt?
Ja. Nadat een groep kolonisten in de nacht van 12 december 2011 een legerbasis had aangevallen, kondigde Premier Netanyahu op 14 december 2011 aan de volgende maatregelen te nemen tegen het geweld door kolonisten:
– uitschrijven van opdrachten tot administratieve detentie tegen relschoppers
– uitbreiden van de lijst van personen die de toegang tot bepaalde gebieden wordt geweigerd
– berechting voor een militaire rechtbank
– detentie door het leger
– uitbreiden van onderzoeksteams van de Israëlische politie, leger en openbaar aanklager.
Op 8 januari 2012 zijn vijf kolonisten aangeklaagd voor de eerdergenoemde aanval op een legerbasis op 14 december 2011. Daarnaast is de legerpresentie tijdens de olijvenoogst van 2011 toegenomen. Dit heeft geresulteerd in een aanzienlijke daling van het aantal aanvallen ten opzichte van het jaar daarvoor.
Bent u bereid de Kamer te informeren over de voortgang en concrete resultaten tot dusver bij de implementatie van deze maatregelen?
Deelt u de constatering in de EU-notitie inzake kolonistengeweld (update februari 2012) dat stappen die de Israëlische regering in de tweede helft van 2011 heeft gezet om plegers van dit geweld aansprakelijk te houden «hoofdzakelijk betrekking hebben op aanvallen [van kolonisten] tegen Israëli’s en Israëlische bezittingen» en dat «een vergelijkbare omslag in de handhaving van de wet bij aanvallen tegen Palestijnen tot dusver niet zichtbaar is»?4
Ik treed niet in de inhoud van de EU-notitie waar u naar verwijst. Deze is opgesteld voor interne beleidsvorming, niet voor publieke bespreking. In algemene zin herhaal ik wat ik in mijn brief van 20 maart 2011 heb gesteld (aanhangsel 329, vergaderjaar 2011–2012): Nederland is het eens met de bevindingen van het rapport.
Hoeveel incidenten van kolonistengeweld tegen Palestijnen en hun bezittingen hebben zich in de afgelopen drie jaar voorgedaan en hoeveel incidenten in dezelfde periode van Palestijns geweld tegen kolonisten en hun bezittingen (graag een uitsplitsing per jaar)? Is het waar dat de Israëlische autoriteiten bij Palestijns geweld tegen kolonisten, anders dan bij kolonistengeweld tegen Palestijnen, grote inspanningen plegen om de dader(s) te vinden en te berechten?
UN-OCHA geeft de volgende cijfers van geweld door kolonisten tegen Palestijnen:
– 2009: 168 incidenten, waarvan 56 gevallen gericht op personen en 112 gevallen gericht op bezittingen
– 2010: 312 incidenten, waarvan 69 gevallen gericht op personen en 243 op bezittingen
– 2011: 411 incidenten, waarvan 121 gevallen gericht op personen en 290 op bezittingen.
UN-OCHA houdt geen vergelijkbare statistieken bij voor vormen van geweld door Palestijnen tegen kolonisten. Ik beschik enkel over gegevens van de Israëlische overheid over aantallen Israëlische burgers die door Palestijns geweld op de Westelijke Jordaanoever omgekomen zijn. Daaruit blijkt dat in 2009 en in 2010 vier, en in 2011 acht Israëlische burgers op de Westelijke Jordaanoever gedood zijn (bron: Israëlisch ministerie van Buitenlandse Zaken).
Ik beschik niet over gegevens die het veronderstelde verschil onderbouwen in de mate waarin de Israëlische autoriteiten opsporingsinspanningen plegen.
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór het algemeen overleg op 5 april a.s. inzake «standpunt EU over veroordeling geweld Israëlische kolonisten»?
UN-OCHA, «The Humanitarian Impact of the Takeover of Palestinian Water Springs by Israeli Settlers», maart 2012, http://www.ochaopt.org/documents/ocha_opt_springs_factSheet_march_2012_english.pdf
B’Tselem, «Human Rights in the Occupied Territories – Annual Report 2011», maart 2012, http://www.btselem.org/download/2011_annual_report_eng.pdf
Kamerbrief d.d. 20 maart 2012 «inzake berichten standpunt EU over veroordeling geweld Israëlische kolonisten».
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2137.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.