Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de staatssecretarissen van Volksgezondheid Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie over het bericht dat een pleegkind tegen de wil van de biologische ouder een geloofswijziging heeft ondergaan (ingezonden 9 september 2011).

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (ontvangen 18 oktober 2011).

Vraag 1

Hoe groot is momenteel het tekort aan pleeggezinnen? Hoeveel kinderen staan er op de wachtlijst voor plaatsing in een pleeggezin?

Antwoord 1

De meest recente cijfers die beschikbaar zijn, komen uit de factsheet pleegzorg 2010 van Jeugdzorg Nederland: op 31 december 2010 wachtten 361 kinderen langer dan negen weken op een (definitieve) plaatsing bij pleegouders. 39% van de kinderen wacht op deeltijdpleegzorg.

Vraag 2, 3, 4, 5

Wat is uw reactie op het bericht dat een pleegkind tegen de wil van de biologische ouder een geloofswijziging heeft ondergaan?1

Klopt het dat Bureau Jeugdzorg het gezag (voogdij) of gedeeltelijk het gezag (onder toezichtstelling) had over de jongen (Yaaqoeb) uit het artikel? Zo ja, heeft Bureau Jeugdzorg toestemming gegeven voor de doop van deze jongen?

In hoeverre kan Bureau Jeugdzorg nu toestemming geven tot een geloofswijziging van een pleegkind tegen de zin in van de biologische ouder?

Deelt u de mening dat een gezagdragende instantie als Bureau Jeugdzorg geen toestemming zou moeten geven voor een geloofswijziging van een pleegkind als dit tegen de wil van de biologische ouder is, en dat een kind dat zelf moet bepalen op het moment dat het kind 18 jaar is? Zo ja, hoe gaat u ervoor zorgen dat dit ook gebeurt?

Antwoord 2, 3, 4, 5

Als staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie zijn wij verantwoordelijk voor het landelijke beleid voor jeugdzorg en jeugdbescherming. Wij treden niet in de beoordeling van individuele zaken. Dat neemt niet weg dat wij hierover zo nodig worden geïnformeerd en mocht een situatie daar aanleiding voor geven uiteraard de verantwoordelijke partijen aanspreken.

In meer algemene zin kunnen wij uw vraag als volgt beantwoorden. In de wet- en regelgeving is expliciet bepaald dat de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van de cliënten voor het Bureau Jeugdzorg het uitgangspunt vormen en als leidraad dienen bij de uitvoering van hun taken, waaronder de voogdij (artikel 15 Wet op de jeugdzorg). Bureau Jeugdzorg en de pleegzorgaanbieder nemen geen besluiten over de religieuze identiteit van een minderjarige. Ook voor de pleegzorgaanbieder geldt dat de religieuze en levensbeschouwelijke achtergrond van het kind en de biologische ouders de leidraad vormen bij hun handelen. Deze basisregel wordt kenbaar gemaakt aan de pleegouders. Als het relevant is, worden hierover zaken opgenomen in het hulpverleningsplan van het kind. Het kan zijn dat pleegouders en/of ouders zich niet aan de afspraken houden. Bureau Jeugdzorg en de pleegzorgaanbieder gaan dan hierover in gesprek. Gevolg kan zijn dat er nadere afspraken worden gemaakt over het naleven van beslissingen. In het uiterste geval kan Bureau Jeugdzorg consequenties verbinden aan het niet nakomen van afspraken door bijvoorbeeld het kind over te plaatsen naar een ander pleeggezin. Bij een dergelijke ingrijpende beslissing is het belang van het pleegkind leidend. De Inspectie Jeugdzorg is de instantie die hierop toezicht houdt in het kader van de wet op de jeugdzorg.


X Noot
1

Volkskrant, «Yaaqoeb is nu neutraal katholiek», 8 september 2011.

Naar boven