Vragen van het lid Dibi (GroenLinks) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de strengere bestraffing van verdachten met een buitenlands uiterlijk (ingezonden 20 maart 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 6 april 2012).

Vraag 1, 2, 3, 4, 5

Kent u het bericht dat politierechters verdachten met een buitenlands uiterlijk en die het Nederlands niet machtig zijn, strenger straffen dan Nederlanders?1 Zo ja, klopt dit bericht?

Wat ligt ten grondslag aan deze geconstateerde zwaardere bestraffing?

In hoeverre bestraffen andere rechtscolleges buitenlands ogende verdachten zwaarder dan Nederlandse verdachten?

Deelt u de mening dat afkomst bij de bestraffing er in beginsel niet toe zou moeten doen? Zo ja, welke maatregelen stelt u zich voor om strafrechters zich hiervan bewust te maken en ongerechtvaardigde verschillen in de strafmaat terug te dringen?

Bent u bereid vervolgonderzoek in te stellen naar de aard en omvang en de oorzaken van deze verschillen in strafmaat, uitgesplitst naar de afzonderlijke rechtscolleges? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1, 2, 3, 4, 5

Ik verwijs naar mijn antwoorden op de vragen van het lid Recourt van uw Kamer (ingezonden 16 maart 2012, kenmerk 2012Z05320, zie ook aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2130).


X Noot
1

«Verdachte met buitenlands uiterlijk krijgt eerder celstraf», NRC Handelsblad 14 maart 2012.

Naar boven