Vragen van de leden Van Klaveren en Wilders (beiden PVV) aan de minister van Immigratie, Integratie en Asiel over de komst van wederom een pedofilie promotende imam (ingezonden 23 december 2011).

Antwoord van minister Leers (Immigratie, Integratie en Asiel) (ontvangen 20 februari 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1273.

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Arabische conferentie met omstreden imam in Al Fourkaan-moskee Eindhoven»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de visie dat, als gevolg van de ingezette lijn van de minister, alle pedofilie promotende imams, dus ook Al Arifi, uit ons land geweerd zouden moeten worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Iedereen die zich in Nederland bevindt, inclusief derdelanders, dient zich te houden aan de wetten en regels van Nederland. Ieder besluit tot weigering van toegang tot Nederland zal aan de hand van de bekende feiten en omstandigheden worden beoordeeld. Dat was zo en dat blijft zo.

Vraag 3

Klopt het dat pedo-imam Al Arifi, die tevens oproept tot geweld tegen vrouwen, ook zal spreken in de omstreden Haagse As Soennah moskee?

Antwoord 3

Volgens de mij beschikbare informatie is de heer Al Arifi waarschijnlijk in de As Soennah moskee in Den Haag geweest.

Vraag 4

Bent u bereid alle moskeeën die oproepen tot geweld en pedofilie te sluiten? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

Het recht op godsdienstvrijheid is een grondrecht dat is vastgelegd in de Nederlandse Grondwet. Dat biedt voorgangers en gelovigen veel ruimte. Daarbij is een ieder gehouden aan de wet. Een imam of andere geestelijke die oproept tot geweld is als persoon strafbaar volgens het wetboek van Strafrecht. Het is aan het OM om strafbare uitingen te vervolgen en aan de rechter om daarover een oordeel te vellen.

Een moskee sluiten kan slechts in uitzonderlijke gevallen. Het oprichten en in stand houden van een moskee valt onder de godsdienstvrijheid. Moskeeën worden veelal in stand gehouden door stichtingen of verenigingen. Hun inrichtingsvrijheid is daarmee beperkt door het recht dat van toepassing is op stichtingen en verenigingen. Volgens artikel 2:20 van het Burgerlijk Wetboek kunnen rechtspersonen waarvan de werkzaamheden in strijd zijn met de openbare orde door de rechtbank worden ontbonden. Sluiting van moskeeën wegens strijd met de openbare orde is – gelet op de godsdienstvrijheid – slechts in uiterste gevallen aan de orde. De beslissing over het al dan niet verbieden van een rechtspersoon op grond van artikel 2:20 BW is aan de rechter.

Voorschriften die de veiligheid en gezondheid raken, of betrekking hebben op geluidsoverlast, zoals bouwvoorschriften en brandveiligheidseisen, gelden ook voor gebouwen met religieuze doeleinden en godsdienstige activiteiten. Eventuele beperkingen mogen echter niet zover gaan dat zij die activiteiten feitelijk onmogelijk maken. Voor ingrijpen van de overheid is in alle gevallen een nauwkeurig door de wet begrensde bevoegdheid vereist.


X Noot
1

Omroep Brabant, 22 december 2011.

Naar boven