Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Buitenlandse Zaken over het bericht dat tientallen vrouwen vanuit Nederland in Marokko zijn achtergelaten (ingezonden 24 november 2011).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Immigratie, Integratie en Asiel en de minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 14 februari 2012).

Vraag 1 en 2

Wat is uw reactie op het bericht «Veel vrouwen gedumpt in Marokko»?1 Bent u bekend met het gegeven dat naast de tenminste tachtig vrouwen die jaarlijks vanuit Nederland tegen hun zin en onder valse voorwendselen zonder papieren worden achtergelaten in Marokko, ook zeker honderd kinderen het slachtoffer hiervan zijn?

Is het aannemelijk dat deze cijfers slechts het topje van de ijsberg zijn en dat het werkelijke probleem groter is omdat niet iedereen die dit overkomt zich meldt? Heeft u enig idee van de ware omvang van dit probleem? Bent u bereid hier nader onderzoek naar te laten verrichten?

Antwoord 1 en 2

Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op vragen 2 en 3 van het lid Arib (vraagnummer 2011Z23876, ingezonden 23 november 2011, zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1524). Het aantal van 100 kinderen kan door de ambassade niet worden bevestigd.

Vraag 3

Is het waar dat slachtoffers van gedwongen achterlating in Marokko niets hoeven te verwachten van de autoriteiten en dat de politie hier niets tegen doet? Welke mogelijkheden heeft Nederland hier iets tegen te ondernemen?

Antwoord 3

Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op vraag 7 van het lid Arib (vraagnummer 2011Z23876, ingezonden 23 november 2011, zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1524).

Vraag 4

Op welke wijze biedt Nederland deze achtergelaten vrouwen en hun kinderen hulp en ondersteuning? Kan de Nederlandse ambassade in Marokko hierin iets betekenen?

Antwoord 4

Indien betrokkene(n) de Nederlandse nationaliteit bezit(ten) kan in principe een Nederlands reisdocument worden verstrekt. Voor de aanvraag van een reisdocument voor kinderen is echter toestemming nodig van de ouder(s) belast met het gezag. Indien deze toestemming door omstandigheden niet gevraagd kan worden, dient een vervangende toestemming van de Nederlandse rechter gevraagd worden. Deze procedure kan enige tijd in beslag nemen.

Indien betrokkene(n) niet in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit, maar wel  in het bezit is/zijn van een geldig paspoort van zijn/haar andere nationaliteit en een verblijfsvergunning heeft voor Nederland, kan een visum worden afgegeven om de terugkeer naar Nederland te faciliteren.

Vraag 5

Hoe verloopt de samenwerking met Marokko op dit gebied?

Antwoord 5

De in antwoord op vraag 4 vermelde vormen van consulaire bijstand kan Nederland zonder medewerking van Marokko verlenen. Voor zover er sprake is van een strafrechtelijk onderzoek in verband met een geval van achterlating, bijvoorbeeld naar een of meer van de strafbare feiten die zijn genoemd in de brief die de toenmalige Minister van Justitie op 16 november 2009 aan uw Kamer heeft gestuurd (Kamerstukken II, vergaderjaar 2009–2010, 32 175, nr. 2, pagina’s 5 en 6), kan een rechtshulpverzoek aan Marokko worden gedaan om bijvoorbeeld getuigen te laten horen. De samenwerking met Marokko op het gebied van rechtshulpverzoeken verloopt goed.

Vraag 6

Welke maatregelen gaat u nemen om dit soort praktijken te voorkomen? Wat gaat u doen om er zoveel mogelijk voor te zorgen dat de daders hun straf niet ontlopen en dat de slachtoffers, zowel de vrouwen als de kinderen, worden beschermd en ondersteuning wordt geboden?

Antwoord 6

Zoals vermeld in antwoord op vraag 7 van het lid Arib (vraagnummer 2011Z23876, ingezonden 23 november 2011, zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1524) zijn de mogelijkheden om langs strafrechtelijke weg achterlating aan te pakken beperkt. Deze mogelijkheden zijn beschreven in de brief die de toenmalige Minister van Justitie op 16 november 2009 aan uw Kamer heeft gestuurd (Kamerstukken II, vergaderjaar 2009–2010, 32 175, nr. 2, pagina’s 5 en 6). De oplossing voor deze problematiek moet vooral gezocht worden in de preventieve sfeer. De afgelopen jaren heeft het kabinet op diverse manieren ingezet op de bewustwording onder en voorlichting aan jongeren en professionals. De landelijke campagne ter preventie van huwelijksdwang en achterlating, die in 2009 en 2010 succesvol is verlopen, is in 2011 herhaald onder de naam «YourRight2Choose». Deze bewustwordingscampagne richtte zich op jongeren en hun sociale omgeving, en ging over vrije partnerkeuze voor jongeren. Via een website, online campagne en focusgroepen is de discussie binnen gemeenschappen aangejaagd, als eerste stap in een proces van mentaliteitsverandering. Voor ouders en jongeren zijn lokaal bijeenkomsten georganiseerd en is voorlichting gegeven door sleutelpersonen uit de eigen gemeenschap. In een mailing zijn professionals tijdens de campagne van 2011 gewezen op de achtergrondinformatie op de website www.huiselijkgeweld.nl en op de speciaal voor de campagne ontwikkelde toolkit «huwelijksdwang, achterlating en eerkwesties» die daar beschikbaar is. Naast achtergrondinformatie over huwelijksdwang en achterlating bevat deze toolkit onder meer een signalenlijst en een stappenplan voor de afhandeling van signalen, conform het basismodel meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Arib, ingezonden 23 november 2011 (vraagnummer 2011Z23876, zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1524)

Naar boven