Vragen van het lid Schouw (D66) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het toezicht van persoonsgegevens in het Visa Waiver Programma (ingezonden 22 december 2011).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 2 februari 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1199.

Vraag 1 t/m 3

Bent u bekend met de verklaring van de directeur van Homeland Security and Justice, dat slechts de helft van de landen die aan het Visa Waiver programma deelnemen op dit moment voldoen aan de eisen gesteld in de 9/11 Act. 1

Voldoet Nederland aan de eisen van het Visa Waiver Programma, waarin landen die visumvrij naar de Verenigde Staten (VS) willen reizen door de 9/11 Act verplicht worden om drie akkoorden met de VS te sluiten om de uitwisseling van informatie met betrekking tot de veiligheid en de rechtshandhaving te versterken?

Kunt u uitleggen op welke wijze er in Nederland uitvoering wordt gegeven aan de afspraken op grond van de drie bilaterale overeenkomsten met de VS, te weten de uitwisseling van gegevens over vermiste en gestolen paspoorten, de uitwisseling van gegevens met het Terrorist Screening Center en de uitwisseling van referentiegegevens met betrekking tot vingerafdrukken en DNA-profielen voor het bestrijden van ernstige misdaden?2

Antwoord 1 t/m 3

Ik ben bekend met de bevindingen over het Visa Waiver Program (hierna: VWP), zoals die aan het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden in december 2011 zijn gepresenteerd, te weten dat:

  • 35 van de 36 landen die deelnemen aan het VWP de zogeheten «Lost and Stolen Passports agreements» of vergelijkbare arrangementen zijn aangegaan;

  • 21 van de VWP-landen de Preventing and Combating Serious Crime Agreement (PCSC) zijn aangegaan;

  • 21 van de VWP-landen de Homeland Security Presidential Directive 6 (HSPD 6) arrangementen zijn aangegaan.

Nederland heeft op 19 november 2010 de Overeenkomst inzake verbetering van de samenwerking bij het voorkomen en bestrijden van ernstige criminaliteit (PCSC-overeenkomst3) ondertekend. Hierover is uw Kamer bij brieven van 14 juni en 13 augustus 2010 geïnformeerd4. Inmiddels is het wetsvoorstel in consultatie gegeven. Nadat de consultatie is afgerond en de Raad van State advies heeft uitgebracht, zal het wetsvoorstel bij uw Kamer worden ingediend.

Wat de verloren en gestolen paspoorten betreft, Nederland heeft in 2009 aan de Verenigde Staten via een briefwisseling bevestigd door te zullen gaan met het rapporteren over verloren en gestolen paspoorten voor de databank « Lost en Stolen Travel Documents» van Interpol.

Sinds juli 2011 worden ook de gestolen en vermiste Nederlandse reisdocumenten van inwoners van Caraïbisch Nederland, inwoners van de Caraïbische landen van het Koninkrijk en van Nederlanders die in het buitenland wonen, opgenomen in deze Interpol databank.

In mei 2011 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voorgenomen onderhandelingen inzake HSPD 6, ook wel het TSC-arrangement genaamd5. Ik verwacht deze onderhandelingen binnenkort af te ronden. Over het resultaat van de onderhandelingen zal ik uw Kamer zo spoedig mogelijk na de afronding daarvan berichten.

Om te onderzoeken of Nederland nog voldoet aan de voorwaarden die aan het VWP zijn verbonden, heeft een delegatie van het Amerikaanse Department of Homeland Security in november 2010 Nederland bezocht. De desbetreffende evaluatie is nog niet formeel afgerond. De uitkomst is dus nog niet bekend.

Vraag 4 t/m 7

Kunt u uitleggen hoe de gegevens aan de VS ter beschikking worden gesteld? Hebben de Amerikaanse autoriteiten rechtstreeks toegang tot de gegevensbestanden? Is een dergelijke rechtstreekse toegang tot de gegevensbestanden gepland in de toekomst? Is rechtstreekse toegang tot de databestanden een eis van de VS? Kunt u uitleggen wat er met «data to flow on an automated basis» wordt bedoeld?6

Kunt u verzekeren dat iedere overdracht van gegevens getoetst wordt door een rechter?

Kunt u verhelderen of gegevens per geval op basis van een specifieke verdenking worden overgedragen aan de Amerikaanse autoriteiten of gebeurt dat ook op een grootschaligwijze (in bulk)? Wat voor categorieën gegevens worden er precies overgedragen?

Kunt u uitleggen op welke wijze en door wie toezicht wordt gehouden op de gegevensoverdracht en de conformiteit met relevante nationale en Europese regelgeving?

Antwoord 4 t/m 7

De PCSC-overeenkomst voorziet in de mogelijkheid van geautomatiseerde bevraging, door middel van gegevensvergelijking, van zogenaamde referentiegegevens met betrekking tot vingerafdrukken en DNA-profielen door de nationale contactpunten van de verdragspartijen7. De linkgegevens zijn niet herleidbaar tot de identiteit van de betrokken personen. De geautomatiseerde bevraging wordt uitsluitend gebruikt ten behoeve van de voorkoming en opsporing van ernstige strafbare feiten, als bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Overeenkomst, wanneer specifieke omstandigheden aanleiding geven om na te gaan of de betrokkenen ernstige strafbare feiten zullen plegen of hebben gepleegd. Dit vereiste brengt met zich mee dat referentiegegevens uitsluitend door middel van geautomatiseerde bevraging geraadpleegd kunnen worden als er sprake is van aanwijzingen van betrokkenheid van een persoon bij ernstige strafbare feiten. De bevraging kan uitsluitend worden verricht door daartoe geautoriseerde medewerkers van de contactpunten. Indien de referentiegegevens een zgn. match met gegevens van de andere verdragspartij opleveren en een daartoe strekkend rechtshulpverzoek wordt ingediend, is het verstrekken van persoonsgerelateerde gegevens aan de orde.

Er is dus geen sprake van onbeperkte dan wel ongeclausuleerde toegang tot de eerdergenoemde databanken. Ik verwijs hierbij ook naar de antwoorden die ik samen met de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heb gegeven op vragen van de leden Hennis-Plasschaert en Van der Steur, ingezonden op 25 november 20108.

Voor zover er sprake is van uitwisseling van persoonsgerelateerde gegevens, blijft het nationale recht van toepassing, bijgevolg ook het nationale stelsel van toezicht en rechtsbescherming. De regels voor de internationale rechtshulp van het Wetboek van Strafvordering (Titel X) voorzien niet in een rechterlijke toetsing van iedere overdacht van gegevens aan een vreemde staat in verband met een strafzaak. Wel kan de gegevensverstrekking door een rechter worden getoetst in het kader van een uitleveringsprocedure. Op de verstrekking van persoonsgegevens op grond van de overeenkomst zal het toezicht worden uitgeoefend door het College bescherming persoonsgegevens. Het College kan ambtshalve of op verzoek van de belanghebbende een onderzoek instellen naar de wijze waarop ten aanzien van de verstrekking van persoonsgegevens uitvoering wordt gegeven aan de toepasselijke Nederlandse wetgeving op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens. De Nederlandse wetgeving op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens, en daarmee tevens de rol van het College bescherming persoonsgegevens als toezichthoudende instantie, is overigens gebaseerd op de Europese regelgeving. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel tot goedkeuring van de Overeenkomst inzake verbetering van de samenwerking bij het voorkomen en bestrijden van ernstige criminaliteit zal op deze aspecten nader worden ingegaan.

Bij de onderhandelingen over het TSC-arrangement is de Nederlandse inzet dat het arrangement moet passen binnen de bestaande Nederlandse wetgeving. Ik merk overigens op dat het bij dit arrangement gaat om een memorandum of understanding en niet om een verdrag.


X Noot
4

TK 2009/10, 32 123 VI, nrs. 109 en 124.

X Noot
5

TK 2010/11, 29 754, nr. 204

X Noot
7

Opgemerkt wordt dat er geen toegang is tot de vingerafdrukken in de reisdocumentenadministratie. De PCSC-overeenkomst heeft geen betrekking op de reisdocumentenadministratie.

X Noot
8

Aanhangsel van de Handelingen, TK 2010/11, 825

Naar boven