Vragen van het lid Berndsen (D66) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het artikel «Politie zoekt vermiste sekteleden» (ingezonden 6 december 2011).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 30 januari 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1169.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Politie zoekt vermiste sekteleden»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat de sekteleden van de Efraïm Genootschap, waaronder drie minderjarige kinderen, zijn verdwenen? Wat gaat u hieraan doen?

Antwoord 2

Eind november/begin december is een aantal leden van het Efraim Genootschap, samen met de leider van dit genootschap, van Nederland naar Israël gereisd. Daaronder bevinden zich een vrouw, haar meerderjarige dochter en twee minderjarige zonen van 14 en 15 jaar oud. De echtgenoot van de vrouw heeft van het vorenstaande melding gemaakt bij de politie. Aangezien de man samen met zijn echtgenote het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige kinderen, is er sprake van strafbare onttrekking. Nadat de man aangifte had gedaan, heeft het arrondissementsparket Den Haag de zaak in onderzoek genomen. De man gaf zelf aan geen reden te hebben om te twijfelen aan de veiligheid van zijn kinderen en dat de kinderen een verhuizing naar Israël ook wel zagen zitten. Op grond van deze feiten en omstandigheden heeft de officier van justitie besloten geen opsporingsonderzoek te starten en de politie gevraagd om de signalering van de vrouw in te trekken. Hierbij heeft de officier van justitie laten meewegen dat de man wist dat zijn vrouw bezig was met plannen om te vertrekken en dat hij toen niet de autoriteiten heeft gewaarschuwd. Het Openbaar Ministerie is van mening dat in dit geval een ander optreden dan strafrechtelijk prevaleert, in casu het civiele recht (familierecht). De twee minderjarige zonen zijn overigens inmiddels met hulp van de Nederlandse ambassade teruggekeerd naar Nederland.

Vraag 3

Waarom is er niet eerder ingegrepen bij de sekte? Hadden de verdwijningen voorkomen kunnen worden?

Antwoord 3

Daartoe was geen aanleiding. Zie mijn antwoorden op vraag 2.

Vraag 4

Hoeveel incidenten met sektes zijn er de afgelopen vijf jaar gemeld bij de politie en bij Meld Misdaad Anoniem?

Antwoord 4

In de afgelopen vijf jaar heeft geen afzonderlijke registratie plaatsgevonden van incidenten gerelateerd aan sektes. Het lidmaatschap van een sekte levert geen strafbaar feit op. Ik verwijs verder naar mijn antwoorden op vraag 5 en 6.

Vraag 5

Heeft u inmiddels onderzocht welke mogelijkheden er zijn om de drempel voor slachtoffers om melding te maken van misstanden bij sekten te verlagen?

Antwoord 5

Zoals ik heb toegezegd tijdens het algemeen overleg met uw Kamer over sekten op 7 september 2011 bezie ik de mogelijkheid om een meldpunt voor slachtoffers van sekten in te richten. De gesprekken hierover bevinden zich in een afrondende fase.

Vraag 6

Wat is de stand van zaken rond het toegezegde onderzoek door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) naar sektes in Nederland?

Antwoord 6

Het onderzoek is opgenomen in de onderzoeksprogrammering van het WODC voor het jaar 2012. Begin 2012 zal dit volgens de normale procedure in gang worden gezet.

Vraag 7

Blijft u nog steeds bij uw standpunt dat het niet nodig is om beleid te ontwikkelen rond sektes, zoals u heeft meegedeeld in uw brief van 8 maart 20112 en nogmaals heeft bevestigd in het algemeen overleg hierover?3

Antwoord 7

Ja, vooralsnog zie ik geen reden om aanvullend op de maatregelen die ik heb aangekondigd beleid te ontwikkelen.


X Noot
1

Trouw, 1 december 2011.

X Noot
2

Kamerstuk, 32 500 VI, nr. 89.

X Noot
3

7 september 2011.

Naar boven