Vragen van de leden Karabulut en Ulenbelt (beiden SP) aan de ministers voor Immigratie en Asiel en van Veiligheid en Justitie en aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de klopjacht op de negroïde werkster (ingezonden 20 december 2011).

Mededeling van minister Leers (Immigratie, Integratie en Asiel) (ontvangen 16 januari 2012).

Vraag 1

Wat is uw oordeel over het bericht dat de politie Kennemerland dertig schoonmakers heeft staande gehouden op grond van hun «negroïde uiterlijk» en twaalf van hen inmiddels zijn uitgezet door de Immigratie en Naturalisatiedienst?1 Zijn u vergelijkbare zaken bekend?

Zo ja, welke?

Vraag 2

Deelt u de mening van de Raad van State dat de politie niet op grond van uiterlijke kenmerken, reizen met de bus en het betreden van een woning in een villawijk de schoonmakers staande had mogen houden en in hechtenis nemen omdat er naar objectieve maatstaven gemeten geen redelijk vermoeden van illegaal verblijf was? Zo ja, welke maatregelen zijn getroffen jegens de verantwoordelijken voor dit politieonderzoek bij de politie Kennemerland en de controleurs van Connexxion? Wat is er gebeurd met de dertig schoonmakers die door dit onrechtmatig handelen zijn opgepakt, vastgepakt en voor een deel uitgezet?

Vraag 3

Klopt het dat het politieonderzoek was gericht op voorkomen van illegale arbeid en uitbuiting? Zo ja, hoe kan het dat toch niet is onderzocht of sprake was van uitbuiting maar wel al twaalf mensen zijn uitgezet? Zo nee, wat was dan wel het doel van het onderzoek en hoe verhoudt dat zich tot de uitspraak van de chef Vreemdelingenpolitie Kennemerland die illegale arbeid en uitbuiting noemt als reden van het politieonderzoek?

Vraag 4

Welke middelen zijn geoorloofd bij opsporing van illegale arbeid en welke niet? Kunt u dit uiteenzetten voor de politie, de Arbeidsinspectie, controleurs van een busmaatschappij en andere betrokken organisaties?

Vraag 5

Hoe kan het dat op basis van een onrechtmatig onderzoek wel twaalf schoonmakers zijn uitgezet maar de rechtszaak tegen hun opdrachtgevers is geseponeerd door het Openbaar Ministerie? Deelt u de mening dat dit riekt naar klassenjustitie, deze zaken alsnog moeten worden onderzocht en het recht moet spreken? Zo nee, wat is het volgens u dan wel?

Vraag 6

Waarom zijn op basis van het door de Raad van State onrechtmatig verklaarde politieonderzoek wel de door de Arbeidsinspectie aan particuliere opdrachtgevers opgelegde boetes ingetrokken maar is geen werk gemaakt van het onderzoek naar uitbuiting en bescherming van mogelijke slachtoffers van deze uitbuiting, zijnde de schoonmakers? Bent u bereid dit onderzoek alsnog te verrichten?

Vraag 7

Deelt u de mening dat het onwenselijk is klopjachten te houden op domestic workers? Wat gaat u doen om mensenhandel, uitbuiting, racisme en discriminatie van deze veelal kwetsbare groep vrouwen te voorkomen?

Mededeling

Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van de leden Karabulut en Ulenbelt (beiden SP) over de klopjacht op de negroïde werkster, die werden ingezonden op 20 december 2011 met kenmerk 2011Z26821, deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen die voor de beantwoording nodig zijn.

Beantwoording zal plaatsvinden zodra alle informatie is verkregen.


X Noot
1

de Volkskrant, 16 december 2011.

Naar boven