Vragen van het lid
Van Bommel
(SP) aan de minister-president, minister van Algemene Zaken en de minister van Buitenlandse zaken over invasieplannen in Suriname
in 1986 (ingezonden 23 november 2010).
Mededeling van minister
Rosenthal
(Buitenlandse Zaken) (ontvangen 24 december 2010).
Vraag 1
Is de Nederlandse regering in 1986 door de toenmalige Surinaamse regering onder leiding van premier Radakishun, of enige andere
partij, verzocht een militaire interventie te ondernemen teneinde toenmalig legerleider Bouterse te arresteren? Indien nee,
wat zijn dan de feiten?1 Is het waar dat het daarbij om drie ministers ging? Zo ja, bent u bereid de Kamer, desnoods vertrouwelijk, te informeren
wie die ministers waren?
Vraag 2
Is het waar dat de toenmalige premier Lubbers een invasieplan heeft laten opstellen? Indien nee, hoe zijn dan de feiten? Zo
ja, wat waren de doelen van dat plan en bent u bereid de Kamer, desnoods vertrouwelijk, dit plan te sturen? Indien nee, waarom
niet?
Vraag 3
Is het waar dat de toenmalige Nederlandse regering de Amerikaanse regering heeft verzocht te overwegen om aan de eventuele
militaire interventie deel te nemen? Indien nee, hoe zijn dan de feiten? Zo ja, wat was de exacte inhoud van het verzoek en
is daarbij concreet verzocht om bepaalde militaire eenheden? Wat was de reactie op het gedane verzoek?
Vraag 4
Is het waar dat Amerikaanse inlichtingendiensten op de hoogte waren van de schuilwoning van de toenmalige legerleider Bouterse?
Op grond van welke overeenkomst kreeg Nederland deze informatie? Is deze informatie ook gedeeld met de Surinaamse regering?
Zo ja, met wie? Indien nee, waarom niet?
Vraag 5
Is het waar dat vier Nederlandse fractievoorzitters over de voornemens van de regering zijn ingelicht en is het waar dat hun
opvatting over deze voornemens is gevraagd? Indien nee, hoe zijn dan de feiten?
Vraag 6
Is het waar dat juristen van het ministerie van Buitenlandse Zaken voldoende ruimte in volkenrechtelijke zin zagen om gehoor
te geven aan het Surinaamse verzoek? Wat was die volkenrechtelijke ruimte en geldt deze juridische mogelijkheid naar uw opvatting
nog steeds in het volkenrecht? Zo ja, waarom? Indien nee, waarom niet?
Vraag 7
Welke feiten in de journalistieke reconstructie van de Volkskrant zijn naar uw opvatting stellig onjuist? Hoe zijn dan de
feiten? Welke belangrijke feiten ontbreken naar uw inzicht? Hoe verhouden deze plannen zich uw inziens tegenover grondwetartikel
90, het bevorderen van de internationale rechtsorde? Kunt u dat toelichten?
Vraag 8
Was u op de hoogte van het feit dat oud-politici meewerkten aan de journalistieke reconstructie? Is u om toestemming gevraagd?
Indien nee, wat is uw opvatting over hun medewerking aan het artikel?
Vraag 9
Hoe verklaart u de uitwijzing van ambassadeur Van Houten op 25 januari 1987 door de Surinaamse regering, als dezelfde Surinaamse
regering Nederland om interventie heeft gevraagd?
Vraag 10
Herinnert u zich mijn vraag uit 2007 of het waar is dat Nederland in 1986 heeft onderzocht of het mogelijk was militair in
te grijpen in Suriname? Waarom is, er vanuit gaande dat de journalistieke reconstructie van 20 november 2010 juist is, indertijd
niet de volledige waarheid geantwoord? Deelt u de mening dat de Kamer hiermee essentiële informatie is onthouden? Kunt u uw
antwoord toelichten?2
Vraag 11
Welke stappen zult u in het licht van deze feiten ondernemen jegens Suriname?
Mededeling
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Van Bommel over Invasieplannen in Suriname in 1986 die werden ingezonden
op 23 november 2010, wil ik u meedelen dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De
reden hiervoor is dat het tijd kost de deels gedetailleerde vragen zorgvuldig te beantwoorden.
XNoot
1 de Volkskrant, «Nederland wilde Bouterse afzetten met invasie» en «Verlos ons van Bouterse», 20 november 2010.
XNoot
2
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2006–2007, nr. 2136.