Vragen van het lid
Dille
(PVV) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over berichten dat de zorg voor autisten ver onder de
maat is (ingezonden 9 november 2010).
Antwoord van minister
Schippers
(Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 8 december 2010)
Vraag 1
Bent u bekend met de zorgen die de Nederlandse Vereniging voor Autisme heeft over de slechte zorg voor autisten?1
Antwoord 1
Ja, ik ben op de hoogte van de zorgen die de Nederlandse Vereniging voor Autisme heeft over de slechte zorg voor autisten.
Vraag 2
Is het waar dat de problemen van autistische patiënten verergeren door gebrekkige kennis van hulpverleners?
Antwoord vraag 2.
Het is een juiste constatering dat problemen van autistische patiënten verergeren
door onvoldoende inzicht in en aanpak van het autisme; het kan leiden tot decompensatie en/of ontsporing.
Vraag 3
Hoe kan het zijn dat, ondanks alle aandacht voor isoleren- en separeren, het nog steeds gangbaar blijkt te zijn dat cliënten
te vaak en onnodig in een isoleercel worden opgesloten?
Antwoord 3
In het artikel staat dat in de afgelopen vijf jaar ruim 150 autisten langer dan een jaar in separatie zijn gezet. Dit aantal
is onjuist.
In april 2009 kwam een getal van 150 zeer langdurige separaties in een TV uitzending van NOVA. Het ging toen om het aantal
afzonderingen en separaties in de jaren 2004 t/m 2008 in de gehele GGZ. Mijn voorganger heeft hierover een brief gestuurd
aan de Tweede Kamer (25 424, nr. 78).
Waar het gaat om het terugdringen van dwangtoepassingen is in het veld de afgelopen jaren duidelijk een cultuurverandering
ingezet. Het toepassen van dwangmaatregelen en met name separaties is geen toepassing (meer) die standaard in het arsenaal
van de GGZ thuis hoort. De aandacht om dwangmaatregelen en met name separaties te voorkomen, is toegenomen. Het aantal separaties
laat, mede als gevolg van het dwang- en drangproject van GGZ Nederland, een daling zien. Dit blijkt ook uit het Rapport «Separeren
in de GGZ: beleid, praktijk en toezicht» van de Stichting IVA beleidsonderzoek en Advies, van juli 2010. VWS zal in samenwerking
met veldpartijen verder inzetten op het toewerken naar een kwalitatief verantwoorde dwang en drang in de GGZ.
Vraag 4
Is het waar dat autisten veelal belanden op afdelingen voor chronisch zieken, terwijl dat niet nodig is?
Antwoord vraag 4.
Ik heb geen inzicht in de cijfers hierover. Er zullen autisten op verkeerde afdelingen belanden als er onvoldoende capaciteit
beschikbaar is om mensen met autisme de juiste behandeling te kunnen bieden. Bij een juiste, op de cliënt afgestemde, aanpak
kan een positieve ontwikkeling worden bereikt waardoor cliënten uiteindelijk maatschappelijk meer mogelijkheden binnen bereik
krijgen.
Vraag 5
Wat gaat u doen om een einde te maken aan deze schrijnende situatie voor autisten?
Antwoord 5
Ik heb het Leo Kannerhuis bereid gevonden om in samenwerking met meerdere instellingen in Nederland meer voorzieningen op
te zetten voor kinderen met autisme waardoor kennis over aanpak en behandeling en zorg en of behandeling regionaal beschikbaar
komt. Er treedt hierdoor verbreding van kennis op bij de deelnemende instellingen die zich bewust zijn van het feit dat middels
een dergelijke samenwerking de cliënt een bij autisme passend antwoord kan krijgen op de zorgvraag.
Vraag 6
Kunt u garanderen dat de kennis over autisme bij hulpverleners binnen zes maanden op het gewenste niveau is? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 6
Nee ik kan niet garanderen dat kennis over autisme bij hulpverleners binnen zes maanden op het gewenste niveau is omdat de
inhoud van zorgverlening aan het veld is en omdat het om specialistische zorg gaat. Het gaat hierbij over feitelijke kennis
over autisme en behandelmethodieken. Naast leren is vooral de praktijkervaring essentieel. Dit vraagt tijd.
Bij de beantwoording van vraag 5 heb ik al aangegeven hoe kennisontwikkeling wordt aangepakt. Het Leo Kannerhuis zal over
een langere periode de ontwikkeling van kennis op dit terrein blijven volgen.
XNoot
1 Algemeen Dagblad, «Zorg voor autisten ver onder de maat», 5 november 2010.