Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het topsalaris van de collegevoorzitter van de TU-Delft iIngezonden 2 september 2010).

Antwoord van staatssecretaris Zijlstra (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 3 november 2010) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 31.

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat de bestuursvoorzitter van de Technische Universiteit (TU) Delft 200 000 euro verdient, exclusief pensioenbijdrage?1

Antwoord 1

Gezien de afspraken met de Raad van Toezicht in 2007 over de bezoldiging van de voorzitter van het College van Bestuur ben ik verrast.

Vraag 2

Hoe verhoudt dit zich tot uw eis drie jaar geleden dat het salaris van de nieuwe collegevoorzitter onder de balkenendenorm moest blijven? Is het waar dat u de Raad van Toezicht «dreigde te schorsen als het salaris te hoog zou zijn»? Gaat u dit alsnog doen, aangezien de Raad van Toezicht blijkbaar lak had aan uw eis?

Antwoord 2

Onder verantwoordelijkheid van mijn ambtsvoorganger zijn met de Raad van Toezicht van de TU Delft afspraken gemaakt over de bezoldiging van de voorzitter van het College van Bestuur van de TU Delft. De bezoldigingsafspraken zijn toen binnen het normbedrag van 130% van het ministerssalaris gemaakt waarbij ook gesproken is over de hoogte van het pensioen, zijnde de hoogte van een pensioen zoals door het ABP wordt berekend. Nu is gebleken, dat de totale bezoldiging in 2009 (incl. pensioenpremie) het normbedrag overschrijdt. Een deel van de overschrijding komt voort uit het toekennen van een bonus.

Ik ben niet overtuigd van nut en noodzaak van de salarisverhoging, die in 2009 is doorgevoerd. Deze verhoging is juist in deze tijd maatschappelijk niet goed uit te leggen.

Door de Raad van Toezicht is mij nadere informatie beschikbaar gesteld. Deze toelichting leidt bij mij niet ertoe de overschrijding te rechtvaardigen. Gelet op artikel 2.9, vierde lid, van de WHW heb ik daarom besloten de rijksbijdrage 2009 voor de TU Delft te verminderen met € 19 000, het bedrag waarmee zoals blijkt uit de ontvangen informatie de norm van het verhoogd ministerssalaris in totaal wordt overschreden. Ik zal de Raad van Toezicht hierover schriftelijk informeren.

Vraag 3

Is het waar dat uw uitspraken op 10 oktober 2008 dat de TU Delft «binnen de norm is gebleven» en dat dit «bewijst dat het mogelijk is topbestuurders binnen de vastgestelde kaders aan te stellen», niet meer opgaan? Wat gaat u doen om dit alsnog waar te maken?2

Antwoord 3

Zie vraag 2.

Vraag 4

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de wet op het maximumsalaris in de publieke sector? Wanneer ontvangt de Kamer dit wetsvoorstel?

Antwoord 4

BZK heeft het wetsvoorstel «Normering uit publieke middelen bekostigde bezoldiging van topfunctionarissen» (hierna: WNT) in voorbereiding. Het doel is de beloning van topfunctionarissen (bestuurders) in de publieke en (semi)publieke sector te begrenzen. Het wetsvoorstel is onlangs voorzien van advies door de Raad van State; op dit moment wordt door de minister van BZK namens het kabinet een nader rapport opgesteld.

Vraag 5

Bent u het ermee eens dat bonussen meetellen in de berekening van het salaris? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen tegen de beloningsconstructie van de TU Delft?

Antwoord 5

Ja. Bonussen zijn onderdeel van de bezoldiging.

Zie verder het antwoord op vraag 2 voor de maatregelen die genomen gaan worden.

Vraag 6

Bent u bereid met de universiteit in overleg te gaan over aanpassing van het salaris van de bestuursvoorzitter? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Zie het antwoord op vraag 2.

Vraag 7

Deelt u de mening dat een topsalaris van twee ton voor een bestuursvoorzitter extra wrang is in verband met de geplande bevriezing van de salarissen van universiteitsmedewerkers?3

Antwoord 7

Ik ben van mening dat de hoogte én ontwikkeling van de beloning van bestuurders moet aansluiten bij de beloning van het personeel van de sector. Gezien de geplande bevriezing van de salarissen is deze verhoging niet goed uit te leggen.

Vraag 8

Erkent u dat het bevriezen van de lonen van universiteitspersoneel in strijd is met het sociaal akkoord dat werkgevers en werknemers anderhalf jaar geleden sloten? Zo ja, wat gaat u hiertegen ondernemen?

Antwoord 8

De arbeidsvoorwaarden in het wetenschappelijk onderwijs zijn gedecentraliseerd. Sociale partners zijn verantwoordelijk voor het maken van afspraken over arbeidsvoorwaarden. Dit betekent dat de minister van OCW geen rol heeft in het overleg over de arbeidsvoorwaarden. Of afspraken over bevriezing in strijd zijn met het sociaal akkoord is ter beoordeling aan de sociale partners.

Vraag 9

Deelt u de mening dat het hoge salaris van de collegevoorzitter tevens buitengewoon pijnlijk is vanwege de bezuiniging van 45 miljoen euro aan de TU Delft? Kunt u zich voorstellen dat universiteitsmedewerkers verbolgen zijn over het hoge salaris van de voorzitter van het College van Bestuur?4

Antwoord 9

Zie het antwoord op vraag 7.

Vraag 10

Welke andere bestuurders in het (hoger) onderwijs verdienen meer dan de balkenendenorm? Bent u bereid een overzicht aan de Kamer te sturen?

Antwoord 10

De gegevens van de gehele (semi)publieke sector, die op basis van de WOPT zijn gemeld bij het ministerie van BZK, worden momenteel geanalyseerd. Het analyseverslag wordt zoals gebruikelijk in december aan de Tweede Kamer gestuurd. Op basis van de gegevens uit de jaarverslagen verkrijg ik inzicht in de beloningen van bestuurders.


XNoot
1

http://punt.avans.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=12012&Itemid=34

XNoot
2

Kamerstuk 30 111, nr. 32.

XNoot
3

de Volkskrant, 31 augustus 2010.

XNoot
4

http://www.youtube.com/watch?v=O9u9UKL3Dl0

Naar boven